De slimme gans koloniseert
spectrum 2
Zaterdag 15 januari 2011
Ganzen in Nederland In Nederland overwinteren een stuk of vijf ganzensoorten. De kolgans komt met bijna een miljoen dieren het meest voor. Ook de brandgans -
grauwe gans - een kleine 300 duizend dieren - en zo'n 150 duizend rietganzen verblijven in de wintermaanden in Nederland.
360 duizend stuks - de
Ze hebben hun broedterreinen
in Arctische gebieden als Sibe
rië en de noordelijke delen
van Scandinavië verlaten. De
ene V-vorm na de andere
trekt als winterbode zuidwaarts. Maat
waar de Waddenzee tot voor enkele tien
tallen jaren hooguit als tussenstation gold
voor een reis naar mildere klimaten, zet
het gros van de ganzen er nu de landing
in.
Steeds meer van deze grote vogels weten
klaarblijkelijk: in Nederland is het ook in
de koude maanden uitstekend toeven. Im
mers, de winters zijn de laatste jaren over
het algemeen zacht. Het wintergras is ei
witrijk en goed verteerbaar. Oogstresten
van bieten en aardappelen en wintergraan
zorgen voor een prettige aanvulling op het
dieet. Bovendien geldt: het is er veilig. Wei
nig vijanden, het lage weideland biedt
goed zicht rondom en de jacht is sinds de
jaren zeventig beperkt. En - ook zeer aan
trekkelijk - de vele ijsvrije wateren bieden
de vogels een prima slaapplaats.
Het gaat dus uitstekend met de gans in Ne
derland. Naar schatting verblijven zo'n
twee miljoen exemplaren 's winters in het
land. Vooral in waterrijke gebieden: onder
meer langs de rivieren en in de provincies
Flevoland, Zeeland en Friesland. Ze blijven
gemiddeld honderd dagen. Zo'n 250.000
Ganzen zijn, in weerwil van de uitdrukking 'dom gansje', bepaald
niet gek. Ze gaan niet eindeloos vliegen als daar geen noodzaak voor
is. Daarom overwinteren er steeds meer van deze vogels in
Nederland. Sterker nog: hele groepen vinden het in ons land zó
prettig dat ze ook in de zomer niet meer terugkeren naar de
broedgebieden in het noorden of oosten. Dat vergroot misschien de
natuurlijke waarde van onze landschappen, maar vooral boeren zijn
met een teveel aan ganzen minder blij. Vraag: hoe houd je de
aantallen binnen de perken. David Kleijn, ganzendeskundige van
onderzoeksinstituut Alterra: „Eigenlijk weten we niet goed hoe dat
te doen."
door Peter Leunissen
stuks blijven het hele jaar. Ai met al een
verachtvoudiging van de aantallen in der
tig jaar tijd. Nederland is daarmee met stip
ganzengastland nummer één in Europa.
Twee derde tot driekwart van alle ganzen
in Europa overwintert in ons land.
Dat klinkt als iets om trots op te zijn. Maar
er is natuurlijk een keerzijde. Al die gan
zen eten (een kilo groen per dag) en schei
den wat onverteerbaar is natuurlijk weer
uit. In de winter is dat minder erg, omdat
het boerenland dan toch ongebruikt de len
te afwacht. Maar breekt dat laatste jaargetij
de aan, dan kunnen grote kolonies ganzen
de zo voedselrijke en voor melkveehou
ders kostbare eerste snede gras weggrazen
voordat een koe of maaimachine in de
buurt komt. Bovendien zou de ganzen-
mest in wel geoogst gras de smakelijkheid
ervan negatief kunnen beïnvloeden. Waar
door koeien er minder van willen eten.
Ganzendeskundige David Kleijn: „Natuur
lijk is er wel een beleid om de schade van
ganzen te beperken. Er zijn foerageergebie-
den aangewezen voor winterganzen met
een omvang van 80.000 hectare, waarvan
65.000 hectare wordt beheerd door boe
ren. Die krijgen een vergoeding voor het
beheer en voor schade. De ganzen worden
er ook met rust gelaten. Buiten deze gebie
den mogen ze wel worden verjaagd, waar
bij jaarlijks ook trouwens ongeveer
100.000 ganzen worden afgeschoten. Maar
de praktijk is dat een en ander niet werkt.
Je wilt ganzen feitelijk leren waar ze wel
en niet mogen foerageren. Maar die dieren
zijn niet gek. Kijk, als een boer ze zeven da
gen per week wegjaagt, dan blijven ze ook
wel weg. Maar daar heeft waarschijnlijk
geen enkele boer de tijd en de energie
voor. Dus zo'n gans maakt een afweging
tussen risico en voedselaanbod: als ik twee
keer per week wordt verjaagd, kan ik er
toch lekker vijf dagen eten. Mooi voor
beeld om dat te illustreren: sinds een jaar
of vijftien zijn er ook populaties Kleine
Rietganzen in België. Voorheen kwamen
die in de winter vooral in Denemarken
voor. Wat je nu ziet, is dat de Nederlandse
populaties begin januari terugkeren naar
Denemarken. Dat is direct nadat de jacht
op ganzen daar sluit op 1 januari."
De ganzenopvang en de schadevergoedin
gen kosten de Nederlandse overheid 17,4