Opstand uit frustratie
'Marteling is bijna standaard hier' 11
vrijdag 14 januari 2011
Zouhaïer Makhlouf, journalist
Tunis
TUNES
het gebied. Zij regeren door
middel van de Bey van Tunis,
een machtige gouverneur die in
de praktijk als een zelfstandige
vorst regeert. Onder deze gou
verneurs wordt Tunis een uit
valsbasis voor zeerovers.
In de loop van de 19de eeuw
raakt de regerende Bey in finan
ciële problemen. De Fransen
maken van de gelegenheid ge
bruik door het land te bezetten.
In 1881 wordt Tunesië een
Frans protectoraat.
Op 20 maart 1956 wordt Tune
sië onafhankelijk met Habib
Bourguiba als premier. Koning
Muhammad al-Amin is staats
hoofd. Franse bedrijven worden
genationaliseerd en de land
bouw wordt gecollectiviseerd.
Op 25 juli 1957 wordt de ko
ning afgezet en de Republiek
Tunesië uitgeroepen. Bourguiba
wordt president.
De kustgebieden van Tunesië
worden vanaf de 10de eeuw
voor Christus door de
Phoeniciërs gekoloniseerd. Hun
belangrijkste nederzetting is
Carthago, dat vanaf de 5de
eeuw voor Christus een concur
rent van het Romeinse rijk is.
In 146 voor Christus wordt Cart
hago verwoest door de Romei
nen en wordt het huidige Tune
sië ingelijfd bij het Romeinse
rijk.
In de 7de eeuw nemen de Ara
bieren Tunesië in, zij introduce
ren er de islam.
Van de 10de tot de 16de eeuw
overheersen Berber-dynastieën
het land.
Onder de Hafsiden
(1229-1574) wordt Tunis de
hoofdstad en ontwikkelt het
land zich tot grootmacht.
Vanaf eind 16de eeuw zijn de
Ottomanen de machthebbers in
In 1981 wordt na studentenrel
len een meerpartijenstelsel in
gevoerd. Zine el-Abidine Ben
Ali wordt op 2 oktober 1987
door Bourguiba als premier aan-
- gesteld. Op 7
november van
dat jaar wordt
Bourguiba
door Ben Ali
L Ali is de nieu-
foto EPA we president.
Hoewel het
land een meerpartijenstelsel
heeft, is de partij van de presi
dent (Rassemblement Constitu-
tionel Démocratique) almach
tig-
Met 89,62 procent werd Ben
Ali in 2009 herkozen voor een
vijfde opeenvolgende periode
van vijfjaar. Het was wel de
laagste verkiezingsscore sinds
hij in 1987 aan de macht kwam.
Sidi Bouzit
reguliere pers niet te lezen valt. De
toegang tot zijn site is in Tunesië
geblokkeerd, maar het nieuws be
reikt het land via de diaspora in
Frankrijk op andere manieren.
De inhoud moge onschuldig lij
ken, maar dat woord komt niet
voor in het jargon van de politie.
Een reportage over afval in de kust
plaats Nabeul kwam Makhlouf in
oktober 2009 op vier maanden cel
te staan.
Makhlouf wordt naar eigen zeggen
elke week door de politie lastig ge
vallen. Hij somt de incidenten op
alsof het akkefietjes zijn: mishan
deling, autobanden lek gestoken
(vijf keer), huisarrest, voorruit ka
pot geslagen (drie maal), anderhal
ve maand gevolgd door motoren,
marteling, eenzame opsluiting.
Dat zijn telefoon permanent
wordt afgeluisterd, is vanzelfspre
kend. Maar met elk incident groeit
zijn volharding. „Marteling is bijna
standaard hier," zegt hij. „Als je
dat zelf hebt ondergaan, wil je an
deren daarvoor behoeden. Dat is
waarom ik journalist ben."
(Om veiligheidsredenen wordt de naam
van de auteur niet vermeld)
door Joost Sijtsma
Een bevolking die voor een
groot deel uit jongeren be
staat, economische malai
se waardoor die jongeren
geen baan kunnen krijgen en dus
geen toekomst hebben, hoge voed
selprijzen en een autoritair gere
geerd land. Met deze ingrediënten
was het slechts wachten op een
aanleiding voor jongeren in Tune
sië om in opstand te komen.
Die aanleiding kwam. De 26-jarige
Mohamed Bouazizi stak zichzelf
in brand nadat de politie in Sidi
Bouzid zijn illegale fruitstalletje in
beslag had genomen. Hij overleed
in het ziekenhuis. Bouazizi was
hoogopgeleid, maar had geen kans
op een baan waardoor hij de kost
moest verdienen met zijn fruitstal.
Die uitzichtloosheid is kenmer
kend voor veel jongeren en de zelf
verbranding van Bouazizi raakte
dan ook een gevoelige snaar. Zijn
zelfmoord kreeg navolging, onder
meer door een 23-jarige werkloze
man die zichzelf elektrocuteerde
door in een hoogspanningsmast te
klimmen. Belangrijker - maat
schappelijk gezien - was dat de
dood van Bouazizi in december
leidde tot enkele opstanden van
studenten, werklozen, vakbondsle
den en mensenrechtenactivisten,
in midden-Tunesië. Die opstan
den werden aangewakkerd en ver
der verspreid door sociale media
als Twitter en Facebook.
De reactie van president (en
oud-militair) Zine al-Abidine Ben
Ali was karakteristiek voor een au
toritair leider die zich aan de
macht vastklampt: er wordt gepro
beerd met geweld een einde te ma
ken aan de opstand, er is een
avondklok ingesteld en alle middel
bare scholen en universiteiten -
die als broeinest van de opstand
worden gezien - zijn gesloten.
Ook probeert de regering internet
en Twitter plat te leggen. Om de
bevolking te paaien heeft de presi
dent beloofd de komende twee
jaar 300.000 banen te scheppen,
zijn er enkele opgepakte opstande
lingen vrijgelaten en is de minister
van Binnenlandse Zaken ontsla
gen. De vraag is of dit genoeg is
om de gemoederen te kalmeren.
De Amerikaanse Tunesië-deskun-
dige Kenneth J. Perkins verwacht
van wel. „Ik denk dat Ben Ali sterk
genoeg is om dit te overleven. Hij
heeft een ijzeren greep op dit land.
Je kunt het een beetje vergelijken
met Egypte en de president daar,
Hosni Mubarak. Beide presidenten
zijn doelwit van de oppositie,
soms liggen ze wat meer onder
vuur dan op andere momenten."
De macht van de staat is in beide
landen enorm. „Maar als de echte
problemen, vooral de economi
sche, niet worden aangepakt, kan
foto Hedi Ben Salem/AP
dheden
het protest nog wel doorgaan. Het
erkennen dat er problemen zijn,
dat burgers legitieme grieven heb
ben, is belangrijk. De president zal
machtsmisbruik moeten aanpak
ken. De mensen moeten echt het
idee hebben dat er op economisch
vlak iets gaat veranderen. Dat is be
langrijk voor de lange termijn."
Dat er nu opstanden uitbreken
toont volgens Perkins aan dat er in
de samenleving een kookpunt is
bereikt. „Tunesiërs zijn tamelijk re
laxed, maar als je mensen maar
lang genoeg onderdrukt en hun
vrijheden ontneemt, zal de boel
vanzelf ontploffen. Daarbij komt
dat het harde optreden van de poli
tie de zaak alleen maar heeft verer
gerd."
Veel Arabische landen hebben een
relatief jonge bevolking, en die jon
geren hebben net als in Tunesië
een weinig rooskleurig toekomst
perspectief Die landen zullen de
ontwikkelingen in Tunesië nauw
lettend volgen. Koning Abdullah II
van Jordanië heeft inmiddels bevel
gegeven de prijzen van voedsel
niet te verhogen en in Algerije zijn
protesten tegen de gestegen prij
zen van basisproducten als bakolie
en suiker uitgelopen op rellen. Als
de Tunesische president Ben Ali
er niet in slaagt de protesten snel
de kop in te drukken, kan het
vuur van de opstand overslaan
naar andere landen.