'Vlucht
8U771, dat
nummer
vergeet ik
nooit meer'
het moment 8
Vrijdag 24 december 2010
Als René Weijers uit Groesbeek op 12 mei
's ochtends in zijn auto stapt, realiseert hij
zich dat hij geen bloemen heeft gekocht.
Hij rijdt eerst nog even langs de winkel en
koopt een bosje, met een kaartje 'Welkom
thuis'. Hij is op weg naar het vliegveld van
Düsseldorf om zijn vrouw Gabriëlla (44) en
haar zonen Max (12) en Corney (14) op te
halen. Op internet heeft hij gezien dat
vlucht 8U771 uit Johannesburg 'op
schema' zit. Op dat moment heeft hij totaal
geen weet van de ramp die zich amper twee
uur eerder heeft voltrokken: een toestel
van Afriqiyah Airways is om 6.10 uur bij
Tripoli verongelukt.. De 9-jarige Ruben van
Assouw is de enige overlevende van de
104 inzittenden. Onder de slachtoffers ook
GabriëUa, Max en Corney. De moeder is
met haar jongens naar hun biologische
vader geweest, die zich recent in
Zuid-Afrika heeft gevestigd. De avond
ervoor had ze nog even gebeld vanuit
Johannesburg. 'We gaan er nu in', zijn
haar laatste woorden voor René.
Als hij in de buurt van het vliegveld van
Düsseldorf is, belt zijn schoonmoeder.
In grote paniek. 'Heb je nog niet gehoord
over de vliegtuigcrash? Weet je het
vluchtnummer?' Totaal ontredderd
parkeert René zijn auto op de vluchtstrook.
door Geert Willems
W ené Weijers uit Groesbeek is niet meer de
M René die hij was vóór 12 mei 2010. De geluk-
kige man en echtgenoot van toen voelt zich
I lichamelijk al zeven maanden een wrak.
-A- 1/ „Op die dag was in één klap mijn hele we
reld weg. Ik voelde me helemaal leeggezogen." Hij ver
loor bij de vliegramp in Tripoli zijn vrouw Gabriëlla,
met wie hij sinds oktober 2008 was getrouwd, en haar
zonen Max en Corney, die hem ook 'papa' noemden.
Op de kalender staan deze weken afspraken met Slacht
offerhulp en de psycholoog. Zijn eigen bedrijf Weijers
Timmerwerken ligt helemaal stil. „Ik moet nog niet aan
werken denken, want dan word ik gillend gek", ver
zucht hij. „Die stress kan ik er helemaal niet bij hebben.
Het is ook moeilijker door het weer en de tijd van het
jaar. Iedereen kruipt bij elkaar. Ik heb thuis alleen Mop
pie, mijn hond. Gelukkig kan ik altijd rekenen op mijn
ouders, schoonouders en de rest van de familie."
Toch probeert hij zijn leven weer enigszins op te pak
ken. Met hulp van de familie, vrienden en de buren van
de wijk waar hij al sinds zijn geboorte woont. Als het eer
ste voetbalteam van topklasser De Treffers thuis speelt,
gaat hij inmiddels weer kijken. „En bij een biertje met
vrienden vind ik wel weer plezier. Een maat van me
heeft me overgehaald lid te worden van brommerclub
De Blauwe Walm. Ik heb twee oude Zündapps gekocht
waar ik een beetje aan kan sleutelen."
Ook zijn er alweer twee vergaderingen geweest van zijn
carnavalsvereniging 't Kan Nie Op, één van de ongeveer
tweehonderd die meedoen aan de vermaarde optocht in
Groesbeek. „Dat zijn vrienden die er elke dag voor me
zijn."
Hij laat een schetsboekje zien, met verrassend mooie te
keningen. „Dat heb ik weer opgepakt, zodat ik mijn zin
nen kan verzetten. Op school kon ik al goed tekenen."
Nog regelmatig komen de gebeurtenissen van die 12e
mei en de dagen erna als een film voorbij in zijn hoofd.
„Ik had nog een sms'je naar Gabriëlla gestuurd met de
vraag of ze al waren geland op Tripoli. Daar hoorde ik
niets op. Zeker weer geen verbinding, denk je dan."
Hij weet nog precies waar hij, op weg naar het vliegveld
van Düsseldorf, het telefoontje kreeg dat alles verander
de. Alleen kan hij zich niet herinneren hoe hij van die
vluchtstrook naar het vliegveld van Düsseldorf is geko
men. Een ritje van ongeveer tien minuten. „Harder kon
niet. Op de autoradio hoorde ik eerst dat er 300 inzitten
den waren en 103 doden. Toen had ik nog hoop. Er
stond niets op de informatieborden over vlucht 8U771.
Dat nummer zal ik nooit meer vergeten. Bij de balie
stuurden ze me naar een aparte ruimte. Ik was de eerste.
Er stond wel een televisie aan. Zo hoorde ik dat er 104
inzittenden waren geweest en slechts één overlevende."
Hij belt zijn ouders, die meteen naar Düsseldorf komen.
Langzaam druppelen er meer mensen binnen in de op
vangruimte. „Je kunt alleen maar wachten. Ik heb nog
gesproken met een vader die twee dochters in het vlieg
tuig had. Later hebben we nog een paar keer met elkaar
gebeld. Na ruim drie, vier uur kwamen de passagierslijs-