het moment 4 Vrijdag 24 december 2010 Laat in de avond van donderdag 4 maart 2010 trekt Agnes Kant de déur van haar huis in Doesburg achter zich dicht. Ze weet meteen: in dit huis waar ik twintig jaar lang zo vaak niet was, zal ik de komende maanden veel zijn. Haar leven als politica is voorbij. Twaalf jaar zat ze in de Tweede Kamer, bijna twee jaar heel't ze dé SP geleid als opvolgster van Jan Vlarijnissen, de aartsvader van de partij. En nu is het einde daar. Een dag eerder heeft de SP bij de gemeenteraadsverkiezingen vijftig zetels verloren. Kant weet: ik ben niet de vrouw die het tij kan keren. In de auto, van een partijbijeenkomst van de SP in llotterdain naar een slotdebat voor de tv in Den Haag, heeft ze die rampzalige verkiezingsavond haar besluit genomen. Ze gooit het bijltje erbij neer. Diep in de nacht belt ze haar opvolger Emile Roemer om het hem te vertellen. De volgende dag maakt ze haar aftreden bekend. „Ik wist: ik kom voor langere tijd thuis. En dal vooruitzicht verzachtte veel van; de pijn." door Rob Berends jÊ Taar begon jouw einde I als politiek leider van de I I SP? Hing dat al een tijd- m/ Wf je in de lucht? W W „Voor mij niet. Wij maakten bij de gemeenteraadsverkiezin gen een slechte uitslag. De avond erna nam ik de beslissing. Op het moment dat de gedachte opkwam, w.as het besluit ook genomen. Ik heb dat besluit alleen genomen. De mensen die me kenden, wisten dat het definitief was. Ik heb die nacht partijgenoot Emile Roemer gebeld. Hij was een van mijn vertrouwelingen. De volgende ochtend kreeg ik Jan Marij- nissen te pakken. Er was niemand die het met me eens was, maar er was ook niemand die me op andere gedachten probeerde te brengen. Iedereen wist: je kunt geen fractie leiden met twijfel. Ik heb er tot de dag van vandaag geen spijt van." In de maanden voor dat besluit was een ne gatiefbeeld van jou ontstaan: te bijterig, te humorloos, te fanatiek. „Er waren ook mensen die dat fanatieke juist goed vonden. Maar inderdaad, er werd constant gezegd: ze weet het wel goed, maar ze doet het niet goed. Als ik het eens anders deed, was het ook niet goed. Was ik rustig, dan had ik een trai ning gehad. Of waren er tranquillizers in gegooid. Dat bleef maar doorgaan. Dat beeld kon misbruikt worden. Dat gebeur de al. Als ik in een debat rustig iets zei, werd er geroepen: doe jij eens effe rustig! Het beeld werd een ding op zich. Het was niet aan de kant te schuiven voor de landelijke verkiezingen. Als er niet zo snel weer verkiezingen waren gekomen, had ik meer tijd gehad." Wist je voor de gemeenteraadsverkiezingen: er komt een beslissend moment voor mij aan? „Het is moeilijk dat terug te halen. Maar ik weet nog wel dat ik op de avond van de verkiezingen een toespraak voor de achterban hield en er nog volledig in ge loofde. Daarna ging ik in een taxi naar het slotdebat op tv. In de auto heb ik het besluit genomen. Bij dat debat ging ik in houdelijk redelijk los. Ik wist: dit is mijn laatste debat als leider van de SP." Dat was het debat waarin Pechtold zei: rus tig nou, mevrouw Kant? „Ja. Iedereen zat daar een beetje te babbe len en ik wilde een serieus debat. Ik zei zoiets als: wat zitten jullie daar nou? Jul lie hebben de economische crisis veroor zaakt. Laten we het daar over hebben. Ik had het grootste gelijk van de wereld, maar ik was niet meer voor rede vat baar." Hoe was het om een politieke partij te dra gen? „Het is een enorme verantwoordelijk heid. Dat is een van de redenen waarom ik niet zoveel moeite had met de beslis sing te stoppen. We hadden een grote fractie, met 25 mensen. Maar als het echt spannend wordt, als puntje bij paaltje komt, is er maar één die het woord kan voeren en dat ben jij. Het is zwaar, maar het is ook heel mooi. Toen ik me kandi deerde om Jan Marijnissen op te volgen, merkte ik dat de partij dat ook wilde. Dat vertrouwen gaf een geweldig gevoel. Zo van: wauw, ik mag dat doen." Je opvolger Emile Roemer doet het goed. Kun je hem zijn succes gunnen? „Natuurlijk. Bij hem gebeurde het tegen overgestelde als bij mij: één goed optre den en er was meteen een positief beeld neergezet. Ik dacht: mooi, dat is gelukt Met mijn aftreden wilde ik een opvolger een nieuwe kans geven. Emile heeft die kans gegrepen. Natuurlijk zie ik debatten waarbij ik denk: ik wou dat ik erbij was. En: ik had nu dit gezegd. Maar ik kan ook op de bank zitten en denken: wat ben ik blij dat ik hier op de bank zit en niet hoef Wist je meteen datje de politiek verliet? „Dat was het eerste wat ik dacht. Maar ik heb wel de tijd genomen. Het besluit moest geen impuls zijn." Heb je veel aanbiedingen gehad? Het ver haal gaat datje benaderd bent om. wethou der in Arnhem te worden. „Dat klopt niet. Vroeger is daar wel eens vrijblijvend over gesproken, nu niet. Ik had wel andere dingen kunnen doen. Bij het wetenschappelijk bureau van de par tij bijvoorbeeld. Maar ik vond het tijd voor iets anders." Het is iets héél anders geworden. Je hebt ja ren in de spotlights gestaan. Je was bezig met de hele wereld. Je gaat nu naar iets heel gedetailleerds: de bijwerkingen van genees middelen. Naar het Lareb. Dat klinkt ineens wel heel klein. „Dat heeft meegespeeld in mijn afwe ging. Maar het is niet zo klein als je denkt. Het is wel specialistisch. Maar spe cialistisch is iets anders dan klein. Hoe specialistischer in de medische wereld, hoe internationaler. En hoezo klein? Het is van groot maatschappelijk belang. Ik ga bijvoorbeeld over een kenniscentrum voor geneesmiddelengebruik tijdens zwangerschap. „En ik ga me bezighouden met de bijwer kingen van vaccinaties. Dat laatste raakt aan vertrouwen. Je hebt dat gezien bij de discussies over de Mexicaanse'griep en

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 66