De verbittering overheerst
9 spectrum
Zaterdag 11 december 2010
Op 6 maart kwam er een einde aan
het leven van Zainab (19) en haar
broertje Ali (9). Thuis in Zierikzee
neergeschoten door hun vader, die
kort daarop in een nabijgelegen park
de hand aan zichzelf sloeg. Moeder
Amira en zoon Haydar ontsprongen
de dans. Vandaag vertrekken ze naar
Irak, waar de kinderen begraven
liggen. Om kerst en jaarwisseling
samen door te brengen.
door Marcel Modde
De lichte luxaflex van de
doorzonwoning zijn
dicht. Gordijnen voor
de slaapkamerramen bo
ven sluiten de wereld
eveneens 24 uur buiten.
Bij het aanbellen opent Amira (44) de
deur van haar nieuwe huis in Zierikzee
op een kier. Een van pijn doortrokken,
beleefde glimlach verschijnt op haar ge
zicht en we stappen het leven binnen
van een moeder die sinds die fatale
schietpartij geen dag meer zonder
angst en wanhoop is geweest.
Helderwitte muren, dito tafel, lami
naat net een tintje warmer, een git
zwarte bank en een enorm televisie
scherm. Zwart-wit; het contrast van
het interieur lijkt welhaast symbolisch.
Geen foto's of video-opnamen zegt
Amira resoluut „Zijn familie heeft
twee dagen geleden weer contact opge
nomen met mijn familie. Ze geven mij
de schuld van alles. Hij heeft hier ook
familie. Hij kende veel slechte mensen.
Ik ben bang dat, als ze mij in de krant
zien of op televisie, ze hier naartoe ko
men."
Het doen en denken van Amira en
Haydar (15) wordt beheerst door de
waanzinnige daad van een man met
wie ze tot 8 september 2009 hun leven
hadden gedeeld. Haar boosheid over
de lakse houding van de autoriteiten in
de weken, maanden voor het drama is
allerminst afgevlakt. De verbittering
Knuffels, kaarsjes en troostende woorden in maart bij het huis in Zierikzee waar Zainab en Ali werden doodgescho
ten door hun vader. foto Dirk-Jan Cjeltema
overheerst Nog steeds schieten haar
ogen vuur wanneer ze praat over de
rol van burgemeester Gerard Rabelink
van Schouwen-Duiveland. „Die man
heeft geen hart!" Haar smeekbeden in
aanloop naar het fatale moment, waar
op vader Abdel hun woning aan de
Oesterstraat binnendrong en zijn pis
tool leegschoot op twee van zijn kinde
ren, werden onvoldoende serieus geno
men. „Ze wisten al tien dagen dat hij
weer vrij was. Rabelink wist het! Waar
om hebben ze mij niet gewaarschuwd?
Dan had ik met mijn kinderen kunnen
vluchten."
En nog steeds voelt Amira zich in de
steek gelaten. Van Rabelink heeft ze,
na hun vertrek uit de noodopvang in
Goes, niets meer gehoord. De burge
meester bezocht wel de schoolklas van
Ali op de dag dat hij tien jaar zou zijn
geworden, maar verzuimde ook con
tact met de moeder te zoeken. Slachtof
ferhulp heeft in al die maanden twee
keer slechts geïnformeerd of ze iets
voor haar konden betekenen. En de po
litie? „Ze luisteren eventjes maar doen
dan niets."
Eind maart heeft ze Zainab en Ali
naar hun laatste rustplaats in
Irak gebracht. Het was de eerste
keer dat Amira haar familie terugzag,
sinds ze het land in 1999 met haar ge
zin ontvluchtte voor het regime van Sa-
dam Hoessein. Trillend pakt ze een
glas water op en drinkt om haar bre
kende stem tot rust te brengen. „Zij
kenden mijn kinderen niet en ik breng
ze na twintig jaar twee vermoorden..."
Haydar kon de begrafenis niet aan en
bleef thuis. „Haydar was ook bang
voor de familie van zijn vader daar. Ze
nemen het ons kwalijk dat hij (Abdel,
MM) dit heeft gedaan, dat hij door ons
in de gevangenis is gekomen en dat hij
door ons nu dood is."
In de zomervakantie was ook Haydar
zo ver dat hij het graf van zijn zus en
broertje wilde bezoeken. De gedachte
aan dat moment doet de tengere gestal
te van Amira nog verder ineenkrim
pen. „Haydar heeft twee uur voor het
graf gezeten, gehuild. Hij geloofde het
niet."
Vandaag vertrekken ze samen op
nieuw naar Irak om kerst en de jaarwis
seling met hun familie én dicht bij Zai
nab en Ali door te brengen. „Geen
feestdagen", zegt Amira zacht. „Maar
omdat we daar dan moeten zijn."
Voor Amira is het geen optie om in
Irak te blijven en steun te zoeken bij
haar broers en zussen. De dreiging van
de directe nabijheid van zijn familie
daar is groter dan de aantrekkings
kracht van het warme nest. „Ik kan
daar niet leven. Dat is te gevaarlijk
voor Haydar en mij. Hij heeft in Neder
land ook familie. Dus maakt het niet
uit waar ik woon. Als ze willen kun
nen ze me overal vinden. Ik voel me
niet meer veilig. Nooit meer. Wie gaat
voor mij de bedreiging wegnemen?
Wie?"
Haar toekomstbeeld beperkt zich tot
haar zoon. „Ik heb geen andere toe
komst dan dat ik leef om Haydar veilig
te zien opgroeien. Dat kan dan maar
het beste in Zierikzee. Daar heeft hij
zijn school, zijn vrienden."