Hebt u dat nou ook wel eens? U loopt rond of tijdens de feestdagen een restaurant binnen en u bent direct op uw gemak. Dat is een prettig gevoel. Maar weet u hoe hard er is nagedacht is om een aangename sfeer te creëren? Dat weet Chantall Breyaen, freelance interieurarchitecte en docente aan de Interieur Academy in Breda, als geen ander. Aan het ontwerp van een horecabe drijf gaat een lang gesprek met de toe komstige eigenaar/uitbater vooraf om een zogenaamd programma van eisen samen te stellen. Sommige eisen zijn wettelijk geregeld, zoals nooduitgan gen en -verlichting. Andere eisen wor den ingegeven door de noodzaak om rond te komen, bijvoorbeeld hoeveel tafels moet de ruimte herbergen. Welk publiek wil men trekken, zakelijk, privé of een combinatie. Tot slot zijn er, ook niet onbelangrijk, de smaak en het bud get van de ondernemer. Al deze din gen vormen voor Chantall de kaders waarbinnen ze aan de slag gaat. „Ik kan hele creatieve en exclusieve dingen ver zinnen. Maar als de portemonnee van de ondernemer het niet toelaat, kan ik mijn hersenen beter een bescheidener uitstapje laten maken." LOGISTIEK Een duidelijke ingang en een goeie in kijk. Daar draait het aan de buitenkant van het pand om. Nederlanders kijken nu eenmaal graag naar binnen. Met 's avonds een paar mooie lampen als eye catchers is de kans groter dat u zich identificeert met het eethuis en de stap over de drempel waagt. Eenmaal binnen, moet de sfeer er een van be weging en toch rust zijn. Dat lijkt cryp tisch maar dat is het niet. De logistiek is buitengewoon belangrijk. Het is leuk om bedienend personeel bezig te zien, maar de route van en naar de keuken moet wel logische en zonder obstakels zijn. Een kijkje in de keuken waar de koks hun culinaire prestaties leveren, brengt ook 'beweging' in de zaak. Wie vindt het in een pizzeria niet leuk om de pizzabakker met zijn deeg te zien zwieren. Een groot restaurant vraagt om onder verdeling. Een tussenwandje, een stuk je verlaagd pafond en vooral afwisse ling in de meubels. Een hoèk met zit banken voor de romantici. Zij gaan meer voor elkaar dan voor het eten. Mooie sjieke tafels voor de ware fijnproevers die een gastrono misch hoogstandje kunnen waar deren. Een hoekje met comfortabele stoelen om voor of na iets te drinken, de mogelijkheden zijn onbegrensd. De keuze van de materialen die interieurar chitecten gebruiken, hangt in sterke mate af van het budget. Chantall: „Er zijn natuurlijk wel een paar basisregels. Is het een kinderrijke omgeving, dan moeten de materialen afwasbaar zijn, bijvoorbeeld. Maar de grootste sport is om met een smalle beurs toch de schijn van luxe te creëren." TRENDS Over smaak valt niet te twisten. Hoe wel, rieten chiantiflessen aan het pla fond, dat kan echt niet meer. Maar of de inrichting meer 'tante Betje' of strak en modern moet zijn, daar is geen zinnig woord over te zeggen. Chantall is van de generatie ontwer pers die 'tante Betje' en de rood- geblokte kleedjes in het pannenkoe kenhuis hebben afgezworen. Er zijn wel; bepaalde trends. Zo is het in om enorme afbeeldingen als behang aan de muur te hebben. U kent ze wel, die posters in behangformaat, die u het idee moeten geven dat u aan de Am sterdamse grachten bent. Chantall gaat meestal voor een echte blikvanger in de zaak. „In plaats van een reproductie van de Mona Lisa kun je uitstekend en bijna op ware grootte een knalgele Fiat 500 op de muur schilderen. Dat zegt ook: Italiaans restaurant." KERSTMIS Hetzelfde advies geeft ze horecaonder nemers voor de decembermaand: „Niet te veel tierelantijntjes maar één opvallend accent. Een grote karaf met glanzende kerstballen bijvoorbeeld." Als je ruim behuisd bent met je zaak, één stijlvolle kerstboom. Eén uit de kluiten gewassen kerststuk waar het oog bij binnenkomst op valt. Minder is meer, als het ware. Dat geldt overigens ook voor de verlichting, altijd met re gelbare sterkte: „Alles moet te dim men zijn." Tekst Ina Kuik

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 79