boeken 117
magie van de erfelijkheid
bloemlezing over polemieken die geen polemieken zijn
vrijdag 3 december 2010
lij ging er zelfs sociale antropologie
'oor studeren. Toen kon Jaap
Icholten serieus werk maken van
ijn onderzoek naar de verdwenen
ristocratie van Transsylvanië.
oor Theo Hakkert
Het gebeurde in de nacht van 2 op 3
maart 1949. De Roemeense geheime
dienst Securitate lichtte in Transsyl-
alle mensen van adel van hun bed, de
ele aristocratie. Ze mochten niets meene-
Geen kleding, geen geld, ook de hond
iet en eemschrijfster haar manuscripten
iet. Het land werd van zijn elite ontdaan,
tap Scholten (1963), schrijver van romans
Tachtig en De wet van Spengler en al
nds 2003 woonachtig in Hongarije, hoorde
ij zijn eerste bezoeken aan dit deel van
weinig over de razzia's. „Het
allemaal heel indirect." Maar nu ligt Ka-
leraad Baron op tafel, een 420 pagina's dik-
2 'reis door de verdwijnende wereld van de
ranssylvaanse aristocratie'. „Mijn grote
zegt Scholten glunderend, ter-
rijl hij door het boek bladert aan de tafel
de trap van café Eik en Linde in Am-
erdam. Transsylvanië is een gebied van
veeënhalf keer Nederland, in het noorden
i westen van Roemenië. Het wordt ingeslo-
n door de Karpaten. Scholten heeft: de za-
zeer serieus aangepakt. „Ik ben er zelfs
antropologie voor gaan studeren,
de universiteit van Boedapest. Cum lau-
afgestudeerd ook." Voordat hij aan het
Dek begon, legde hij contact met een pro-
jctiebedrijf omdat hij er een documentai-
in zag. Het is Oostwaarts geworden, die
twee weken wekelijks door de VPRO
ordt uitgezonden op Nederland 2.
jaren negentig hoorde ik de eerste
:rhalen over wat allemaal verloren was ge-
lan bij het verdwijnen van de aristocratie,
etails hoorde je niet. Al kende iedereen
:rhalen over baronnen die glazenwasser
aren geworden in Wenen. Vijfjaar gele-
begon de oude generatie uit te sterven."
nder hen de grootmoeder van zijn vrouw,
ben werd ik me ervan bewust dat een ar-
tief verloren ging van verhalen die niet te
lg te roepen waren. Ik moest aan het werk.
rankzinnig mooi, die oude wereld." Schol-
n ging mensen interviewen, oude aristo-
nazaten, slachtoffers, getuigen. „Ik
een goede introductie bij die mensen,
jna iedereen is familie van elkaar."
og tot in de drukproeven heeft hij namen
:ten veranderen. „De oude generatie is
?el bang voor de geheime dienst. Die angst
ook reëel." Nee, zelfheeft hij geen last of
Jaap Scholten hoorde bij zijn eerste bezoeken aan Hongarije verhalen over de teloorgang van de aristocratie.
foto CPD/VPRO
problemen gehad. „Wel gin
gen mensen zich afvragen:
wie betaalt Jaap Scholten ei
genlijk om dat boek te
schrijven? Dat is het para
noïde denken in Oost-Euro
pa. Ik wilde alleen die verlo
ren wereld vastleggen."
Al sinds de elfde eeuw
vormde de aristocratie de
leidende klasse in deze lan
den. „In de families zat een k,:,
enorme cultuur van leiding
geven. Die traditie is bijna
net zo oud als die in Enge
land. In Nederland kenden we dat niet. De
adel heeft hier nooit die rol gehad, omdat
wij een land zijn van handelaren, patriciërs
en regenten. Hier wordt lacherig gedaan
over de adel. Daar duurde hun macht tot na
1945/' De definitieve klap werd toegediend
die nacht in maart 1949. „Ze moesten volko
men verdwijnen. Veel kennis, cultuur en hu
maniteit is verloren gegaan."
Voor de presentatie van het boek en de
tv-serie is hij even terug in Nederland. Mid
denin een periode van dagelijkse onthullin
gen over de PW. „Wat in Oost-Europa aan
de macht is gekomen nadat de hele toplaag
is vermoord of verjaagd, of aan de bedelstaf
is geraakt, daar is de PVV een herenpartij
bij." Hij spreekt over 'de patjepeeërs van de
Jaap Schouten
macht'. „Ik ben daar bang
voor. Mannen met kale kop
pen en glimmende Merce-
dessen, die maken de dienst
uit. Het is fijn wanneer je
land door een beetje redelij
ke mensen geregeerd wordt.
Ook al ben je niet tevreden
met ze en scheld je op ze."
Pas een aantal weken gele
den realiseerde hij zich dat
dit deels de reden is dat hij
dit boek heeft geschreven.
„De elite daar jaagt me
angst aan. Dan hadden we
het in Nederland niet zo slecht met de
truien en de regenten. Mensen die niets te
verliezen hebben, zijn geneigd tot extreme
re daden. Daar gaat dit boek over."
„De verdwijning van de aristocratie maakt
de wereld kortademiger, alles gaat om de
heel korte termijn." Daarom ook is hij een
groot voorstander van het koningshuis. „Er
wordt altijd gezegd: in deze moderne tijd
kunnen we niet iets hebben wat erfelijk is.
Erfelijk is fantastisch. Zonder dat je ervoor
betaalt, wordt er hartstikke veel doorgege
ven. Dat krijg je er gratis bij."
Zelf stamt Jaap Scholten uit een ooit zeer
welvarende TXventse textielfamilie. Geen
adel weliswaar, maar van goede komaf „Ik
had niets, geen enkele voorsprong. Iedereen
denkt altijd aan het kapitaal. Maar ik heb
nooit wat gekregen, niks. Eén keer 1500 gul
den toen mijn grootvader overleed. Van de
textielmiljarden ging 1500 gulden naar Jaap
Scholten. Geen cent meer."
Rond de verschijning van Kameraad Baron
worden zijn oudere titels heruitgegeven. Er
is een kleurenfolder: Jaap Scholtentwintig
jaar schrijver. Zijn verhalen en reportages
verschijnen in een reeks genaamd De avon
turen van Jaap Scholten. Een term gemunt
door vriend en collega Tommy Wieringa.
Hoe kijkt hij eigenlijk terug op dit twintigja
rig schrijverschap? Het wordt en blijft stil
onder de trap van Eik en Linde. „Hoe be
doel je?" Zijn mobiele telefoon redt hem.
„Gelukkig." Dan toch: „Ik heb geen ideeën
over mijn schrijverschap. Ik vind het gewel
dig om te doen. Een enorme rijkdom om
het te mogen. Wanneer ik iets lees van vroe
ger, denk ik soms: dat is best goed opge
schreven." Alleen aan fictie zoals de roman
Morgenster, zal hij zich niet snel meer wa
gen. „Ik heb geleerd dat ik dicht bij mezelf
moet blijven. Ik denk dat daar de kracht van
mijn schrijverschap schuilt."
Jaap Scholten: Kameraad Baron. Een reis door
de verdwijnende wereld van de Transssylvaanse
aristocratie. Uitgeverij Contact. 21,95 euro.
De zesdelige VPRO-serie Oostwaarts is elke
zondag om 20.15 uur op Nederland 2.
door Hans Renders
Qf Het scherp van de sne
de - De Nederlandse li
teratuur in 100 en eni
ge polemieken Samen
gesteld door Pierre
Vinken en Hans van
den Bergh, Prome
theus, 29,95 euro.
EHiOf POLEMIEKEN
PIERRE VINKEN
HANS VAN DEM BERGH
Gezien Het scherp van de snede
- De Nederlandse literatuur in
100 en enige polemieken be
staat de polemiek in Nederland hoe
genaamd niet. Pierre Vinken en
Hans van den Bergh hebben dan wel
een ruim achthonderd pagina's dik
ke bloemlezing samengesteld, ze heb
ben maar weinig voorbeelden van
dit genre kunnen vinden. Een pole
miek is een met de pen gevoerde
strijd. Je zou dus ook teksten van bei
de partijen moeten afdrukken.
Een polemiek onderscheidt zich van
het essay, schrijven de samenstellers,
door de eenzijdigheid van het uitge
dragen standpunt. In die zin is deze
bloemlezing een polemiek op zich
zelf Er zijn 141 bijdragen opgeno
men. De eerste tekst, een rijmkro
niek ('wat de natuur verbiedt, is
waar men 't meeste van geniet'), is
van de veertiende-eeuwer Jan van
Boendale, de laatste is een column
van Youp van 't Hek over de talk
show van Knevel en Van den Brink
(die laatste kijkt een keer of tien per
uitzending zo vies 'alsof hij juist een
hapje giraffediarree heeft moeten
doorslikken').
Leuk, maar met polemiek heeft het
weinig van doen. Dat geldt ook voor
de necrologie die Bordewijk schreef
naar aanleiding van de dood van de
schrijver Israël Querido in 1935: 'Que-
rido is hoofdzakelijk een artistieke
vergissing een Jood. Hij stak het
niet onder stoelen of banken dat hij
daarop trotsch was. Hij behoort
tot die Joden welke hun volk afbreuk
doen, welke wij onverdraaglijk noe
men omdat zij enkel de slechte eigen
schappen van het ras vertoonen.' Po
lemiseren doe je niet met een dode.
Vinken en Van den Bergh maken
een denkfout. Ze lijken ervan uit te
gaan dat een bloemlezing polemie
ken van dezelfde eenkennigheid
moet zijn als de polemieken zelf Er
is niet veel moeite gedaan een enigs
zins representatief beeld te geven
van wat aan polemieken voorhan
den was. Ze hebben een bloemle
zing uit het Amsterdamse studenten
blad Propria Cures samengesteld.
Om er nog een behoudend politiek
sausje overheen te gooien, werden
de jaargangen van tijdschrift Liberti-
nage van zolder gehaald. Uit Propria
komt een flink aantal bijdragen. Alle
maal satirische stukjes, afkomstig
van vaardige schrijvers, maar pole
misten? )e verlangt terug naar het po
lemische geschrift De nieuwe revisor
(1980) van Jeroen Brouwers, die zich
keerde tegen Spaan, Vervoort, Luij-
ters en andere auteurs die in Propria
Cures schreven. Gelukkig hebben
Vinken en Van den Bergh dit ge
schrift wel opgenomen.
Actueler is de open brief van Theo
van Gogh aan Fatima Elatik, precies
tien jaar geleden, die vond dat de
vrijheid van meningsuiting te ver
was doorgeschoten. Ook het stuk
van Adriaan Morriën in polemiek
met Karei van het Reve over kunst
subsidies zou zo weer in de krant
kunnen. De mooiste polemieken
zijn die van Du Perron tegen 'de re
volverjournalist' Zentgraaff van de Ja
va Bode, van Vestdijk tegen Weru-
meus Buning, die in De Telegraaf de
fatsoensrakker uithing en van Gom-
perts, die Vestdijk aanviel op zijn zo
genaamde politieke engagement.