5 spectrum
Wegversperringen en andere belemmeringen
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
Marjan
Berk
voertijd
Zaterdag 27 november 2010
Op weg naar een zoon die in Almere
woont, neem ik afslag nr. 8. Helaas...
halverwege staat er ploseling een
groot rood-wit geschilderd hek: de
weg is afgesloten. Het is donker, er zijn geen aan
wijzingen of suggesties hoe ik nu verder moet
rijden. Ik neem een besluit: ik rijd de andere
kant van de afgesloten route en vervolg mijn
weg als spookrijdster. Het is doodstil, niemand
die mij tegemoet rijdt. Ik voer voor alle zeker
heid groot licht, tot ik weer op een legaal stuk
arriveer en ontwaar dat de rest van de weg is op
gebroken. Zo rijd ik op mijn gevoel een mij on
bekende woonwijk in, ik voel mij een verdwaal
de postduif.
Ik weet dat mijn zoon op mij zit te wachten met
aardappelsla en een warm beenhammetje, en
hier rijdt zijn oude moedertje door de jungle
van een spiksplinternieuw stuk Almere, waar al
le mensen lekker warm binnen zitten met de
verwarming hoog en de gordijnen wijd open,
want wij zijn een exhibitionistisch volkje en la
ten graag kleumende voorbijgangers meegenie
ten door een blik in ons warm binnenhuisje.
Ha! Daar zie ik een mens lopen. Het is een man,
die zijn hond uitlaat Ik minder vaart en draai
mijn raampje open: „Meneer! Hallo meneer!
Wilt U mij helpen? Even de weg wijzen? Alsje
blieft?"
De man loopt stevig door. Ik doe nog een po
ging: „Alsjeblieft meneer, ik ben verdwaald.
Kunt U mij even zeggen hoe ik moet rijden?"
Nu komt er antwoord. Zonder op of om te kij
ken, stevig doorstappend, roept hij terug: „Nee!
Ik help niet. Nee. Dat doe ik niet!"
Afgebluft draai ik mijn raampje weer dicht. In
middels blijk ik op een fietspad te rijden, de lo
gistiek van het wegennet in Almere Buiten is
héél grillig en niet berekend op lichtbejaarde
vrouwen, die hun weg zoeken naar een bordje
aardappelsla met warme beenham. Gelukkig
loopt er een mevrouw op het fietspad en zij
wijst me hoe ik het fietspad weer kan verlaten
door tussen twee paaltjes door te rijden, en ver
volgens linksaf-rechtsaf-linksaf om in de buurt
van de warme maaltijd te geraken. Zo loopt alles
toch nog goed af.
Toch droomde ik die nacht over de man, die zo
luid en duidelijk mijn smeekbede om hulp af
wees. Waarom? Was hij bang, dat ik hem zou
molesteren? Hem met een mes zou bedreigen?
Een onzedelijk voorstel zou doen? Maar een blik
in mijn auto had hem toch duidelijk moeten ma
ken, dat ik een zachtaardige niet al te jonge
vrouw was die totaal geen kwaad in de zin had?
Gelukkig werd ik wakker in mijn eigen bed, de
kwaaie droom was weg. En de dag lag stralend
voor mij: morgen wordt het DeLaMar-theater of
ficieel geopend. Het theater, waar ik in de jaren
vijftig speelde bij Wim Kan en Corry Vonk,
twee keer vier maanden lang dagelijks de kale
deur van de artiesteningang opende om de ach
tertrap op te "klimmen naar de kleedkamer om
mijn gezicht te schminken en met 'de meiden
van Kan' op de klanken van de ouverture, ge
speeld door pianist Ru van Veen, de avond te
openen. Op die plek, waar het oude theater
steeds bouwvalliger en krakkemikkiger stond te
vergaan, is een glanzend nieuw theater verre
zen, dank zij de echte tycoon Joop van den Ende,
die zich genereus als maecenas gedraagt en zijn
bezit deelt met zijn medeburgers.