zit een verhaal
Hj
3 spectrum
ff*
Zaterdag 27 november 2010
mik
m
Dat gevoel van die wereld in een
fles, dat moet het zijn. Vraag het
maar aan Wim Kruiswijk (68).
Hij is medeoprichter van het
juttersmuseum in Zandvoort. Al sinds 1983
heeft hij oog voor de vloedlijn. „Een fikse
noordwester - west mag ook - dan vind je
mij op het strand. Ligt er een fles, wauw,
dan kan mijn dag niet meer kapot." Er zijn
jaren geweest, dat hij zo'n vijftig
flessen oppikte.
Sinds 2000 houdt het wel op bij twintig tot
dertig. In de zomer kan toename van het
aantal schoonmaakploegen uitmaken.
Ook internet speelt een rol, denkt hij:
„Vroeger kreeg ik zeker op de helft van de
flessenpost die ik beantwoordde een
reactie. Nu is dat minder, veel mensen
willen 'instant satisfaction'."
Kruiswijk was tijdens zijn werkzame leven
boekhouder. Dat verloochent zich niet in
de manier waarop hij zijn hobby aanpakt.
Alle gevonden briefjes worden keurig in
plastic mappen bewaard. Meer dan
duizend heeft hij er thuis. Van de flessen
en verpakkingen houdt hij alleen de
bijzondere over. Een fraaie sierfles, een
reageerbuisje, of een helemaal
dicht geseald tonnetje, dat
soort werk.
Ook in het boek dat
hij onlangs over
zijn gevon
den
Wg&jste
v
'>m x j
flessenpost schreef, is de nauwgezette
boekhouder te herkennen. De precisie
waarmee hij alle data - gevonden, gepost,
reistijd, contacten - van elke fles bijhoudt,
is zonder meer indrukwekkend. Het
register met een overzicht van 25 jaar
gevonden flessenpost, achter in het boek,
is de kroon op het werk. Als het adres
leesbaar is kan de afzender altijd rekenen
op een berichtje. „Ik weet", zegt hij, „dat er
achter elke fles een verhaal zit. Anders gooi
je geen boodschap in zee." Via de flessen
post heeft hij meerdere langdurige
correspondenties aangeknoopt. Zoals met
de 7-jarige Adrian Hill uit Weybourne, van
wie hij op 4 september 1986 een fles vond.
Hij heeft nog steeds contact met de jongen,
die inmiddels vader is van twee dochters
en de galerie van zijn vader heeft overge
nomen. Ook aan de Potkiln Primary
School in het Engelse Suffolk bewaart hij
warme herinneringen. Hij vond de fles van
de Engelse schoolkinderen in juli 1993. De
daaropvolgende vier jaar bezocht hij de
school en onderhield hij contact met
klassen en leerlingen. „Ze hadden op
school een speciale wand met 'News from
Wim'."
Zelf mag Kruiswijk elk jaar toch
wel een flesje posten. Meestal
als hij met de veerboot
naar Engeland
vaart. Op 13
N,
juni
1994 gooide hij vanaf de boot naar
Harwich een thuis geprepareerde flessen
post in zee. Henriëtte en Simone vonden
zijn fles veertig dagen later op Texel en
maakten er een aquarel van, die ze hem op
een ansichtkaart toestuurden. Het was een
eenmalig contact. Maar de aquarel staat nu
op de omslag van zijn boek.
Wim Kruiswijk: Flessenpost, de zee als postbezor
ger- Uitgeverij Lanasta, 22,95.
Jean for ever
Wim Hoogerdijk (1940) woonde in Oegst-
geest, toen hij in 1953 aan de kust een flesje
vond met een Engelse tekst erin. Afkomstig
van Fred Bradley en zijn vriend Arthur
Robinson. Met Arthur, die net als Wim op 21
oktober 1940 geboren bleek te zijn, bleef hij
tot op de dag van vandaag contact houden. „In
juli 1957 kwam Arthur voor twee weken naar
Nederland bij ons thuis in Oegstgeest. Het jaar
daarop ging ik naar hem toe, in Engeland;
Edgware. We gingen met zijn ouders naar
Eastbourne. Daarop het strand zaten er twee
meisjes voor ons. Wij steentjes gooien om
contact te maken." Dat lukte. Wim hield
contact met één van hen, Jean Sylvia Shaw uit
Bedfont. „Eind 1960 vroeg Arthur mij om kerst
eens in Engeland te komen vieren. Toen heb ik
Jean weer gezien en was ik verkocht. Op 6
augustus 1962 zijn we in Oegstgeest
getrouwd. Dus in 2012 hopen we in gezond
heid ons 50-jarig huwelijk te vieren. Zo zie je
maar wat een brief in een flesje teweeg kan
brengen. We wonen sinds eind 1971 in
Heinkenszand."
Wim Hoogerdijk, Heinkenszand
Vormgeving Felix Binicewicz,
foto's Mechteld Jansen, Willem Mieras en Ronald den Dekker