boeken 121 'Auto's moet je mij niet laten tekenen' De gewoonste dichter ter wereld BUDDINGH' GEBUNDELD zaterdag 27 november 2010 Thé Tjong-Khing won de Max Velthuijs-prijs, de P.C. Hooft-prijs voor illustratoren. „Van sprookjes moet je geen lieve verhalen willen maken." door Hanneke van den Berg Eigenlijk is het allemaal te dan ken aan Mariene Dietrich. Als zij niet had gevochten met een andere actrice in een cow boyfilm, was Thé Tjong-Khing (1933, Indonesië) wellicht nooit een van Nederlands bekendste il lustratoren geworden. Terwijl er nu twee exposities lopen van Thé Tjong-Khing en hij net weer een prachtig sprookjesboek heeft afge leverd. „Tja, die Mariene Dietrich. Toen ik als klein jongetje tekende, deed ik dat eigenlijk puur uit verveling. Het was een beetje krabbelen. Maar toen zag ik die cowboyfilm, waarin Dietrich vocht met een an dere vrouw. Dat twee vrouwen vochten, maakte zoveel indruk op mij, dat ik thuis meteen tekenin gen van haar begon te maken in al lerlei vechtposities. Zelfs hele film posters ontwierp ik. Daarna werd tekenen mijn lust en mijn leven." Thé Tjong-Khing is van Chi nees-Indische afkomst en kwam in 1956 naar Nederland. Hij is een van de weinige illustratoren in ons land die de overstap durfden te maken naar het schrijverschap. Met zijn sprookjesboeken heeft hij inmiddels aangetoond ook met teksten heel bijzondere dingen te kunnen doen. In zijn nieuwste, vierde boek, De dertig mooiste sprookjes van de sprookjesverteller, vol bekende en minder bekende verhalen, heeft hij elk sprookje ontdaan van over bodige details en voegde hij extraa- gewoonte om namen ook in die volgorde te gebruiken, dus: Thé Tjong-Khing en niet Khing Thé. Hij heeft geen favoriete schrijvers waar hij voor wil tekenen, wel wijst hij wel eens opdrachten af als hij denkt het niet te kunnen. „Auto's moet je mij niet laten teke nen. Dat kan ik echt niet. Alleen bij levende dingen kan ik mijn fan tasie laten werken. „En enge, donkere verhalen vind ik ook veel leuker om te tekenen dan grappige. Onbedoeld komt er wel humor in mijn tekeningen, maar grappige teksten laten terug komen in illustraties, dat vind ik onmogelijk om te doen. Geef mij maar een donker bos of prinses sen die moeten vluchten voor sol daten. Van sprookjes moet je geen lieve verhalen willen maken, gru welijke vinden kinderen juist leuk. Als je het maar laconiek brengt, kunnen kinderen heel veel aan." Als Thé. terugkijkt op de afgelopen veertig jaar, ziet hij grote verande ringen in jeugdboeken. „Vroeger waren verhalen voor kinderen heel oubollig. Inmiddels is de ech te literatuur er in geslopen bij jeugdboeken en zijn ook tekenin gen veel beter geworden. Toen ik begon was de concurrentie nog niet zo groot en kreeg je in elk boek de gelegenheid jezelf te ont wikkelen. Nu moet het bijna vol maakt zijn, anders kom je er niet meer tussen." Wat hem al die jaren is blijven ach tervolgen, is zijn grote filmkennis. Thé mocht acht keer terugkomen bij de filmkwis 'Voor een brief kaart op de eerste rang', een onge kende score. „Ja, daar spreken men sen me nog steeds over aan. Ik heb een beroerd geheugen, maar film- kennis sloeg ik op de een of ande re manier altijd moeiteloos op. Toen ik die kwis een keer op tv zag en alle antwoorden wist, heb ik me aangemeld. Ik had toen geld nodig voor de belasting en won daar zo'n 1.000 gulden per keer. Dat was voor mij de oplossing van het belastingprobleem. Frans Halsema en Gerard Cox maakten er later een geweldige sketch van. „Ze hebben mijnoptre- den ontzettend overtrokken ge bracht. Ik vond het erg grappig." O Thé Tjong-Khing: De dertig mooiste sprookjes van de sprookjesverteller. Uitgeverij Gott- mer. 24,95 euro. De sketch van Frans Halsema en Gerard Cox is te zien op YouTube (zoek op Cox, Halsema en filmkwis). tjes toe die kinderen vaak onge looflijk grappig vinden. Als Sneeuwwitje moe aankomt bij het huisje van de zeven dwergen, zegt Thé: „Ja, geen wonder als je net over zeven bergen bent komen ren nen." Niet alleen zijn sprookjes boeken doen het goed bij kinde ren, ook de drie zogeheten Taart- boeken - tekstloze prentenboeken met elke keer een nieuw verhaal over de lekkere taarten die Me vrouw Hond heeft gebakken - zijn door de jeugd massaal omarmd. Al is hij al meerdere malen be kroond met bijzondere prijzen, zo als de Gouden Penseel en de Wou tertje Pieterse Prijs, dit jaar kwam daar een bijzondere bekroning bij: de driejaarlijkse Max Velthuijs- prijs, toegekend aan de beste illus trator van dat jaar. De prijs wordt door de Stichting P.C. Hooft toege kend en is 60.000 euro groot. Doet zo'n erkenning nog iets met hem, een illustrator die al zo'n veertig jaar in het vak zit? „Ik wil dat anderen mijn werk zien. Zo'n prijs vormt toch een be wijs dat ik gezien word en gewaar deerd word. In recensies worden il lustratoren vrijwel nooit genoemd of hooguit dat de tekeningen grap pig zijn, of mooie kleuren hebben. Daarvan moet ik het dus niet heb ben", zeg hij met een grijns. „Kinderen letten wel goed op de tekeningen. Zij zien het meteen als er iets niet klopt. En hoe zorg vuldig ik ook allerlei details uit de tekst noteer, ook ik heb meerdere malen fouten gemaakt. Ooit moest ik tekeningen maken bij een verhaal over een hondje dat wegwas. Op een tekening had ik een tafel staan, maar ik vond het zo leeg daaronder. Eerst dacht ik: zal ik er een vaas tekenen, maar dat is raar, een vaas onder een ta fel. Toen dacht ik: 'weet je wat? Ik teken dat hondje daar.' Maar geluk kig zag de schrijver dat en zei: 'dat kan toch niet, dat hondje is weg'." Thé's zijn naam bestaat uit drie de len: zijn achternaam (Thé), zijn ge- neratienaam (Tjong) en zijn voor naam (Khing). Het is een Chinese Een van de illustraties uit Thé Tjong-Khing's De dertig mooiste verhalen van de Sprookjesverteller. OVER GOD Over God denk ik maar zelden na. Straks, als we dood zijn, zullen we 't wel merken. Hoewel: hoogstwaarschijnlijk merken we nifes. Fini is 't kortstondige feest. We zijn er gewoon geweest. C. BUDDINGH' (1918-1985) door Mario Molegraaf Stel dat over duizend jaar uit deze tijd maar één gedicht rest. Al dan niet toevallig een gedicht van C. Buddingh'. Bijvoor beeld dat over de voetballer die steeds onbekommerd zijn knie in de kom terugdrukt, een lichtend voorbeeld voor de dichter: 'Nu, een kwart eeuw later, zeg ik soms, als het tegenzit, of ik eens in een sombere bui ben: "vooruit, Kees, even de knie in de kom," en dan gaat het weer'. Onze nazaten zou den ons bewonderen: dat waren nog eens verstandige mensen. Buddingh' was de gewoonste dich ter ter wereld, een kampioen van de doordeweekse taal. Vrouw, kin deren en natuurlijk de poes zijn belangrijke onderwerpen. Heel zijn bestaan speelde zich af in Dor drecht. 'Op tweehonderd meter van waar ik woon staat het huis waar ik ben geboren', meldt hij te vreden. De titels van zijn bundels waren in hun onbenulligheid ook al zo veelzeggend. Hij was de dich ter van Tussen neus en lippen, Zo is het dan ook nog weer eens een keer, Op slag van zessen en Het houdt op met zachtjes regenen. Andere dich ters durven dat niet, ze houden zich schuil in verheven domeinen, ver van het woelen van de wereld. Hij is een van de wei nigen die het geheim heeft doorgrond: 'de beste gedichten schrijft men al aard appels schillend'. Juist voor hem is nu een monument opge richt met Buddingh' gebundeld. Maar ook in deze officiële uitgave wordt de ze poëzie geen moment vormelijk. Zelfs een sonnet is bij hem onge dwongen. Zijn dichtwerk valt ruw weg in twee delen uiteen. Je hebt de gorgelrijmen, rijmen over niet-bestaande dieren, om te begin nen 'De blauwbilgorgel'. En dan heb je de gedichten over het ware leven, al tijd goed voor een grijns of een glimlach. Hier spreekt, ruim elf honderd pagina's lang, een van 'de gelukkigste lieden die ooit op aar de bivakkeerden'. Voor al dat geluk zorgde hij vooral zelf Ondanks al zijn trau ma's een optimist. Even de knie in de kom! C. Buddingh': Buddingh' gebun deld. Gedichten 1936-1985 (be zorgd door Wim Huijser). Nijgh Van Ditmar, 45 euro.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 21