Met de Vlaamse
spectrum 6
Zaterdag 20 november 2010
NL
Duinkerken Casse] j
t n"e
Antwerpen
Brussel
Frans-Vlaanderen
Bergen BELGIË
FRANKRIJK
ANP/AFP
De kasseien glimmen. We
klimmen, de weg naar het
centrum van Cassel loopt
lekker steil omhoog. In de
auto is dat goed te doen.
Fietsers zie je hier niet. Later lepelt gids
Sophie Woestelandt het weetje zonder
haperen op: de heuvel, waarop Cassel
ligt, is 176 meter hoog. Ruim voldoende
voor een adembenemend uitzicht op het
Frans-Vlaamse land.
In het centrum van het stadje wapperen
vaandels voor het Hotel de la Noble-Cour. Een
gebouw met een historie die teruggaat tot de 13e
eeuw. Er waren altijd wel geestelijke en wereldlij
ke leiders in gevestigd. Sinds 27 oktober
van dit jaar schrijft het beeldbepalende
complex opnieuw geschiedenis: nu als
Musée Departemental de Flandre.
Museum van Vlaanderen. Dat klinkt
raar, voor wie twintig kilometer eerder
het ontmantelde douanekantoor van
Steenvoorde is gepasseerd. We zitten toch
echt in Frankrijk. Ook al doen dorpsnamen
als Hondeghem, Godewaersvelde, Winnezeele en
Wormhout anders vermoeden. Het is het land van
Sarkozy, maar dan met een zwaar Vlaams tintje.
Die Frans-Vlaamse mengeling danken we aan zon
nekoning Lodewijk XIV, die zijn rijk in de zeven
tiende eeuw van natuurlijke grenzen wilde voor
zien. In het noorden zou dat de Rijn hebben moe
ten zijn. Zover kwam het bijna, maar de toen mach
tige Republiek der Verenigde Nederlanden was uit
eindelijk een onoverkomelijke dwarsligger. Het luk
te Lodewijk wel om in de jaren 1670 een strook land
van de Spaanse Nederlanden - het latere België - af
te snoepen. Zo werd Kassei Cassel, met de klem
toon op de laatste lettergreep.
Hoewel het in de afgelopen eeuwen aardig is gelukt
de regio te verfransen, blijven de Vlaamse wortels
kriebelen. Het duurde tot na de Tweede Wereldoor
log voor het Frans de natuurlijke, algemene om
gangstaal werd. Het Vlaams is nu voorbehouden
aan de oudere generatie, en sterft dus uit. Toch blij
ven er tegenbewegingen bestaan, die proberen de
Vlaams-Nederlandse cultuur levend te houden.
Sophie Woestelandt - 22 jaar, geboren in het in de
regio gelegen Saint-Sylvestre-Cappel - studeerde Ne
derlandse taal en geschiedenis aan de Universiteit
van Lille, met een halfjaar stage in Antwerpen. Ze
is één van de vrijwilligers, die Nederlandstalige gas
ten rondleidt in het Musée de Flandre. Van een Ro
maanse naar een Germaanse taal, dat is een giganti
sche stap. Sophie ging de uitdaging aan, omdat ze
haar buren net over de landsgrens wilde verstaan.
Nu vertelt ze in heel verzorgd Nederlands met een
onbetwist Franse zangerigheid over het Hotel de la
Noble-Cour. Baliemedewerkers en voorlichters van
het museum, die haar uitleg met enig ontzag lijken
te volgen, krijgen een cursus zodat ze in elk.geval
op de juiste momenten 'goedendag' en 'tot ziens'
kunnen zeggen.
In het museum wordt ruimhartig aandacht besteed
aan de cruciale momenten in de regionale geschiede
nis. Al in de tweede zaal verbeeldt een metershoog
en -breed doek van Francis Tattegrin (1852-1915) de
onderwerping van Cassel aan de Bourgondiërs, on
der de welluidende titel Les Casselois se rendant a la
merci du due Philippe le Bon le 4 janvier 1430. Het
schilderij lag opgerold op zolder, en werd pas na
een uitgebreide restauratie toonbaar. Gids Sophie
vertelt dat het museum dreigbrieven ontving, waar
in het exposeren van de overgave een uitermate ver
werpelijk idee werd genoemd. Voor blinde bezoe
kers is het in het klein uitgevoerde 'voelschilderij'
een welkome bijkomstigheid.
Of een zaal verder de twee olieverven van de slag
In Nederland zetten Rutte en de zijnen een simpele
streep door de bouwplannen voor het Nationaal
Historisch Museum. Even geen tijd voor Spielerei,
luidt de bijgeleverde boodschap. Wie iets met
nationale identiteit wil beleven, moet maar met
130 kilometer per uur richting
Noord-Frankrijk scheuren. Daar hebben ze
in Cassel net een fonkelnieuw Museum
van Vlaanderen geopend. Om de
toch al hyperende Vlaamse leeuw
nog een extra duwtje in de rug
te geven.
Het Schijtende Manneke -
anoniem Vlaams, aardewerk,
97 x 44 centimeter
door Jan van Damme