specti Zaterdag 6 november 2 I» Ze woont zestien jaar in Portugal. In haar nieuwe boek Daan schrijft Tessa de Loo (63) over haar omzwervingen met een eigenzinnige Portugees 'op voetkussentjes van fluweel'. „Je kunt niet aan het trekken blijven, je moet ergens je plek vinden." door Marjolijn de Cocq zo dat je voor de kinderen in Nederland blijft. Maar toen ontdekte ik dat ik ook weg wilde. Eerst was ik getrouwd, later was er een vriend. Als je hier je leven hebt, is het bijna vanzelfsprekend dat je niet weg kunt. Maar toen De Tweeling werd vertaald, werd ik overal uitgenodigd. Ik bezocht Europese landen, Australië, Canada. Ik kreeg vrien den in het buitenland. Je hele wereld veran dert, waardoor ook jij verandert. In Portugal heb ik wortel geschoten. Het is de eerste plek waar ik het gevoel heb dat al les in orde is. Als ik in de schaduw van de johannesbroodboom zit en om me heen kijk, heb ik niet het gevoel dat ik overal naartoe moet. Waar ik woon, is een enor me rust en echte natuur waar je kilometers en kilometers kunt lopen voor je iemand tegenkomt. Hooguit een boer die tegen de amandelen tikt. Lopen is voor mij echt een fundamentele, biologische noodzaak, een levensvoorwaar de. Dat heeft ook met het schrijven te ma ken. Dat je urenlang stilzit en alle energie in je hoofd gaat zitten. Je bloed stroomt niet. Als ik me concentreer, krijg ik het al tijd heel erg koud. Dat lopen heb ik geleerd als kleuter, toen we in Amsterdam woon den. Mijn moeder had geen dubbeltje voor de tram. Wij woonden aan het Stadion plein, mijn opa aan de Albert Cuyp. Om hem te zien, liepen we de halve stad door. Maar met Daan, mijn Portugese hond waar mijn nieuwe boek over gaat, is het lopen pas echt een ongelooflijke belevenis gewor den. Samen hebben we waanzinnig veel ge bieden geëxploreerd. Andere wegen gevon den, een kleine vallei ontdekt. Hij was een enorm goede compagnon. Terwijl de eerste tijd met Daan helemaal niet makkelijk was. Hij hing erg aan de man die hem had gevonden, zijn redder. En ik hing er in het begin maar wat bij. Maar ik had het gevoel, al is het natuurlijk projecteren, dat we op dezelfde golflengte zaten. Als ik bang was, was hij bang. Als ik op reis ging, wilde hij al dagen tevoren niet meer met me praten. Dan liep hij met een boogje om me heen. Zo van: je gaat me weer alleen laten. Na zijn dood kon ik eigenlijk nergens an ders over schrijven dan over hem. Ik geloof niet dat ik gauw weer een hond zal vinden die zo bij me past. Ik houd ook niet van ie dere hond, er zijn honden waar ik niets mee heb. Net als met sommige mensen. Maar ik denk dat ik wel weer overstag zal gaan. De kans is groot dat ik aan een of an der halfslachtig wezen blijf hangen, ge woon omdat ie zo'n grappig vlekje boven zijn neus heeft. Dat komt wel op mijn pad. Ik leer steeds meer dingen te laten gebeu ren, minder krampachtig mijn eigen lot in handen te houden. Dat is een lang proces. Naarmate je ouder wordt, ontdek je steeds meer wat bij je past en wat niet past. Op welke uitdagingen je beter niet kunt in gaan. Je wordt bescheidener en nietiger on der de enorme kosmos waar je maar heel weinig controle hebt. Ik woon in een oud boerderijtje op een heuvel aan de rand van een gehucht. Ik zie de overeenkomsten met het Brabantse plat teland waar ik tussen mijn 5e en 18e woon- k heb een onverzadigbare nieuwsgierigheid naar de we reld. Ik dacht altijd dat dat heel S normaal was. Maar dat is niet zo. Dan kom je in Nederland bij fa milie of vrienden en zie je hoe plaatsgebon den mensen zijn. Hoe ze zich identificeren met hun omgeving. Hoe ze samenvallen met de plek waar ze wonen, hun familie, hun werkkring. Ik kan me heel moeilijk voorstellen dat dat niet eentonig wordt, al door dezelfde leefomgeving. Terwijl de aar de zo immens is, je zou duizend levens no dig hebben om alles te zien. Ik ben binnen Nederland vrij veel ver huisd, ook als kind. Dan wilde ik ook van die nieuwe plekken alles leren kennen. Tot ik ze voor mijn gevoel gezien had. Dan was ik verzadigd en voelde ik een enorme be hoefte weer weg te gaan. Ik heb ook een fascinatie voor andere landen. Dat wat wij in Nederland heel normaal vinden, onze vanzelfsprekende moraal en manier van le ven, niet meer geldt als je maar even de grens overgaat. Het is een grote wens geweest mezelf op nieuw uit te vinden in een ander land. Me te heroriënteren. Ik had een enorme be hoefte aan ruimte en natuur. En ik wilde af van het makkelijke en vanzelfsprekende. Ik wilde weg van de actualiteit die, toen ik in Nederland woonde, onontkoombaar was. De politiek, het cultureel supplement, HP/De Tijd. Ik kwam er niet eens aan toe de boeken te lezen die ik echt wilde lezen. Mijn zoon is begonnen. Hij is op zijn 17e naar het buitenland gegaan. Het is meestal

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 88