binnenland 17 kende Mulisch niet Vi s wm De grote één Slapen met een goed gevoe De auteur Harry Mulisch staat te boek als uitgesproken ijdel en hautain. Zelfspot was hem niet vreemd, evenmin als relativering. Dat leidde tot uitspraken als: „Ik bén de Tweede Wereldoorlog." In Memoriaal 1927 - 2010 Mulisch schreef in 1953 een Zeeuwse legende Wat vonden PZC-lezers van Harry Mulisch? commentaar Si» Swiss Sense maandag 1 november 2010 'Hij verstond de kunst een spannend verhaal te vertellen en tegelijkertijd daarin de hele mythologie en de culturele bagage van de Europese geschiedenis mee te nemen zonder dat het saai wordt' Schrijver Christiaan Weijts 'Hij maakte het zichzelf en zijn lezers nooit gemakkelijk: hij is altijd literair blijven experimenteren. Hij was een monument en verdient er als zodanig ook eentje in Amsterdam.' Schrijfster Tessa de Loo Harry Mulisch door Nico de Boer olgens een rake type ring van Remco Cam- pert was Harry Mu lisch 'de best gekapte en ijdelste schrijver van Nederland'. Aan deze ironi sche superlatieven kan - eveneens naar waarheid - worden toege voegd dat Mulisch ook de meest gefêteerde Nederlandse auteur was. Mulisch vond dat ook volko men terecht. Vroeg in zijn carrière waagde hij het al met on-Neder- landse hoogmoed te zeggen: „Ik ben een groot schrijver, daar helpt geen moedertjelief aan." Het is de Mulisch zoals menigeen zich hem zal blijven herinneren: ij- del en hautain. De schrijver zelf haalde er zijn schouders over op of gooide nog eens olie op het vuur. Zo staat op de omslag van zijn kleine roman De pupil (1987) een foto van Mulisch in zwem broek terwijl hij uitkijkt op de be roemdste vulkaan ter wereld. Het onderschrift luidt: 'Van links naar rechts: de Vesuvius, Harry Mu lisch.' Nee, het woord bescheiden heid kwam niet in zijn vocabulaire MIDDELBURG - Anders dan bijvoor beeld Jan Wolkers had Harry Mu lisch geen speciale band met Zee land. Toch is er één verhaal waarin de provincie wel een rol speelt: 'De terugkomst'. Hij schreef het in 1953 en inderdaad wordt er gerefe reerd aan de Ramp. De hoofdper soon volgt het spoor van zijn dode vader. Elk voorjaar trok die zuid waarts, naar de eilanden, waar hij de dorpjeskijker werd genoemd. Hij vond daar ook zijn einde. Glim lachend lag hij in de roeiboot van boer Maas, onder Kortenisse in Zeeland. Mulisch noemde zijn ver haal een legende en vandaar dat hij een fictief Zeeuws dorps be dacht. Zijn in dit verhaal gebruikte beschrijving van de dood is giste ren door velen aangehaald, met na me op twitter:hij was wakkerge- worden aan de verkeerde kant van zijn dromen. Wie dat overkomt, is dood." voor. Wie zijn boeken kent en waardeert, weet dat het vaak een pose was, waarvan Mulisch zelf nog het meest genoot. Hij speelde een spel met schijn en werkelijk heid, met de buitenwereld en met zichzelf, want zelfspot was hem niet vreemd, evenmin als relative ring. Harry Kurt Victor Mulisch zag op 29 juli 1927 in Haarlem het licht. Hij was enig kind en een bijzonde re vrucht van de Europese geschie denis. Hij had een Oostenrijks- Hongaarse vader, die in de Eerste Wereldoorlog vocht en in de TXvee- de Wereldoorlog collaborateur 'Zonder het Derde Rijk was ik zeker niet de schrijver geworden die ik nu ben' werd als directeur personeelszaken van de Duitse roofbank Lippmann Rosenthal 8c Co. Anderzijds was Mulisch senior getrouwd met een Duits-joodse vrouw uit Antwer pen, die hij in Nederland onder Hitiers bewind behoedde voor de gaskamers door een beroep te doen op zijn Duitse connecties. Met zo'n achtergrond was het niet vreemd dat Harry altijd een obses sie voor de Tweede Wereldoorlog zou behouden. Die zat hem im- MIDDELBURG - Ook op pzc.nl heb ben bezoekers gereageerd op het overlijden van Harry Mulisch. „Mijn eerste kennismaking met 'echte' literatuur", schrijft Jikke. „De Zaak 40/61 was het eerste boek dat ik van Mulisch las, maar zeker niet het laatste. Een markan te persoon is gestorven, maar zijn boeken leven voort!" Sieb Buiten houdt vooral van het latere werk: „Mulisch was op zijn sterkst en on navolgbaar in zijn laatste boeken Siegfried en De Procedure. Maar zijn mooiste zijn toch De ontdek king van de hemel en De Aanslag." Anderen zijn minder positief „Een zelfbenoemd literair bedrijf op het gebied van de Tweede We reldoorlog", aldus Jaap. „Hij werd in Nederland groter gehouden dan hij in werkelijkheid was." Lees en reageer zelf op - www.pzc.nl/cultuur mers in het bloed omdat zij samen viel met zijn volwassenwording. Het verklaart zijn bizarre uit spraak: „Ik bén de Tweede Wereld oorlog." De opleiding van de jonge Harry bestond slechts uit vier jaar hbs. Voor de rest was hij autodidact. Zijn 'geboorte' als schrijver vond plaats op 31 juli 1951. Mulisch, net 24 jaar, liep met de latere colum nist Jan Blokker over een donkere Amsterdamse gracht, met onder zijn arm het manuscript van zijn roman Archibald Strohalm. Ze wa ren op weg naar de secretaris van de jury van de Reina Prinsen Geer- ligsprijs, destijds een prestigieuze prijs voor het beste literaire de buut. Blokker had die een jaar eer der gewonnen. Het was vijf minu ten voordat de inschrijvingster mijn sloot. Boven Amsterdam barstte noodweer los. De secretaris verscheen in pyjama aan de deur en zei, wijzend op het hemelvuur: „Het kan niet anders of dit boek wint de prijs." Aldus geschiedde. Het past bij de mythe van Mu lisch, bij wie niets op toeval berust te. In zijn werk wemelt het van fantastische anekdotes en toevals treffers, die hij vernuftig in plots wist te vervlechten. In 1958, het jaar waarin zijn roman Het zwarte licht verscheen, vertrok Mulisch naar Amsterdam waar hij de charmeur uithing en zich in het literaire leven stortte. De jaren zestig vormden een cru ciale periode in de ontwikkeling van Mulisch' schrijverschap. Hij be leefde de provotijd van nabij en roerde zich in het politieke debat. Gerard Reve noemde hem in die tijd 'een gemotoriseerde relletjes voyeur' omdat hij in zijn olijfgroe ne Triumph de blits maakte en van bijeenkomst naar bijeenkomst snelde. Hij hield vlammende toe spraken tijdens demonstraties te gen de oorlog in Vietnam en be zocht in Cuba zijn communisti sche held Fidel Castro. Nadat het stof van deze rebelse pe riode was neergedaald, keerde Mu lisch terug naar zijn studeerkamer. Hij trouwde met Sjoerdje Wouden berg en werd vader: eerst van An na en vervolgens van Frieda, ver noemd naar de Poolse huishoud ster door wie hij deels was opge voed. Sinds begin jaren negentig woonde hij samen met Kitty Saai. Uit deze relatie werd in 1992 zoon Menzo geboren. In de jaren tachtig, toen hij darm kanker te boven kwam, brak Mu lisch door naar het grote publiek met zijn oorlogsroman De Aanslag (1982). Het verscheen in dertig ta len en de verfilming door Fons Ra demakers kreeg in 1987 een Oscar voor de beste buitenlandse film. Maar hét werk dat hem pas echt wereldberoemd maakte, was De ontdekking van de hemel. Men zou het een jongensboek voor volwas senen kunnen noemen. In 2001 verscheen zijn roman Sieg fried, waarin hij probeerde af te re kenen met zijn levenslange obses sie: Hitier. Mulisch was er heilig van overtuigd: „Zonder het Derde Rijk was ik zeker niet de schrijver geworden die ik nu ben. Een ande re schrijver met dezelfde naam wel licht, maar met een ander oeuvre." Hij bleef een altijd perfect geklede, hoffelijke gentleman. Een chique vlegel, zij het eentje op leeftijd. „Ach, je moet leven alsof je onster felijk bent", zei Mulisch jaren te rug met de onverstoorbaarheid die hem eigen was. O zie onze website:binnenland Verzameling televisiefragmen ten op site van Publieke Om roep. Willem Frederik Hermans, Gerard Reve en Harry Mulisch waren volgens kenners de gro te drie van de naoorlogse Ne derlandstalige literatuur. Met de van hem bekende menge ling van zelfspot en eigendunk noemde Mulisch zich na het verscheiden van Hermans en Reve zelfs 'de grote één'. Wie de media-aandacht beziet die hem ten deel valt nadat bekend werd dat hij was overleden, is geneigd hem postuum gelijk te geven. Een ingelast journaal op zondagochtend, herdenkingen op bijna alle tv-zenders, necro logieën in binnen- en buiten landse kranten, een van de tren dy topics op twitter; het lijkt wel of een gerespecteerd staats hoofd is gestorven. Is dat niet te veel eer? Als schrijver was Mulisch popu lair, als persoon omstreden. Ve len vonden hem zelfingeno men, arrogant en over het paard getild. Het citaat hierbo ven bewijst dat bescheidenheid niet zijn grootste deugd was, maar dat zegt niets over de kwa liteit van zijn werk. Op zijn best wist Mulisch toegankelijk én diepzinnig te schrijven over actuele en tijdloze onderwer pen. Zelden zijn de morele di lemma's van een oorlog beter beschreven dan in zijn meester werk De aanslag. Het belang van een schrijver die dat kan, is ei genlijk niet te overschatten. <Svv "VN BOXSPR1NGS MATRASSEN Middelburg: Mortiereboulevard 18a, tel: (0118) 60 65 94 Kijk op de website voor de openingstijden Prijswijzigingen en/ci zetfouten voorbehouden. Week 44

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 7