sport 27 leven voor de sport er favoriet voor Gouden Bal Geloofsbrieven van Jo Everaert zijn allemaal gebundeld geven van generatie iet de PZC sportende n zijn dochters. donderdag 28 oktober 2010 ploma heb wil ik graag naar de Rockacademie. Want ik speel ook al vanaf mijn zevende elektrische foto Izaak Verkeste gitaar", vertelt de 13-jarige. Evenals haar zus Milou was Babet- te de afgelopen jaren een bekend turngezicht in Zeeland. Vanaf haar vierde jaar besteedde ze vele uren bij de plaatselijke gymnastiekvere niging Delta Sport. Totdat zij on langs een rigoureuze stap zette. „Ik had al jaren tijdens het turnen last van mijn voeten. Mijn pezen ble ken verdikt door overbelasting. Bij wedstrijden moest ik steeds vaker huilen van de pijn. Bij mijn laatste wedstrijd viel ik gewoon om door de pijn. Toen ben ik ermee ge stopt." Vader Kees: „Ze was altijd erg hard voor zichzelf. Dat vond ik wel knap van haar." Wellicht dat de appel niet ver van de boom valt? Met zijn bijna zestig jaar is Kees Verkerke elke zondag van de wèek nog te vinden in de Meeu wenkolonie op Westerschouwen. „Ik ben erg streng voor mezelf en sta zondags om zeven uur op voor een duurloop van ongeveer twee uur. Héééérlijk is dat. De natuur is dan erg mooi en je hoofd raakt he lemaal leeg." En Babette? Heeft zij iets met atle tiek? „Neeuhhh, daar houd ik echt niet van." Toch hebben vader en dochter wel iéts gemeen. Kees is tijdens het zaalvoetbalseizoen elke woensdagavond actief in sporthal Onderdak. Bij zijn aantreden was de vereniging ZieZaVo op sterven na dood. Momenteel draait de competitie weer volop en zijn er zestien teams actief. „Ik ga elke woensdag met mijn vader mee. Leuk. Een beetje uitslagen verza melen en bijhouden." Voetbalt Kees zelf ook nog mee toevallig? „Nee niet meer. Ik heb het wel 20 jaar gedaan hoor. Maar zo heb ik in het verleden ook nog gebasketbald." Babette geeft haar aanstekelijke lach de vrije teugels. „Ah, ah dat wist ik niet pap." Pa legt uit. „Toen ik aan atletiek deed trainde ik twee keer per dag. In de winter ging dat vaak niet zo gemakkelijk en daarom ging ik op zoek naar een zaalsport als basketbal. Omdat er geen vereniging was op Schou- wen-Duiveland heb ik die toen sa men met Bob Noomen maar opge richt." Hulstenaar Jo Everaert is gestopt met volleybal maar is nog wel actief voor de basiliek. foto Mark Neelemans Wesley Sneijder maakt een goede kans op de Gouden Bal. foto EPA door Peter van Kouteren HULST - Jo Everaert was jarenlang het boegbeeld van volleybalvereni ging Morres/Hulst. De inmiddels 74-jarige gangmaker van de club is in Nederland en België bekend door zijn missie en visie en pakte drie jaar geleden de draad als jeugdtrainer weer op. Na een lich te hersenbloeding in augustus heeft de voormalig gymleraar het stokje definitief doorgegeven. Het verzoek tot een gesprek heeft hem verrast. Jo Everaert is niet wars van publiciteit, maar eigen lijk is er niks nieuws te melden, vindt hij. „Het is net of je een ne crologie komt schrijven, maar ik ga nog niet dood hoor", lacht hij. „Ik heb een herseninfarctje gehad en ben met de volleybalclub ge stopt. Ik ben nog wel actief, voor de basiliek, maar dat geeft minder stress. Het is de mooiste kerk van Nederland. Ik heb een folder ge schreven, waarvan vijfduizend exemplaren zijn gedrukt. Ze zijn in herdruk. Ik had een veel te hoge bloeddruk en verwaarloosde mijn medicijnen. Ik heb vijf dagen in het ziekenhuis gelegen. Nu pak ik braaf mijn medicijnen. Alles van volleybal ben ik aan het overdra gen. Mijn lichaam is zich aan het resetten. Ik slaap goed." De autodidact )o Everaert en Morres/Hulst zullen tot in lengte van dagen in één adem genoemd worden. De samenwerking resulteerde door zijn opmerkelijke trainings- aanpak aan de hand van een aan tal principes in talloze nationale ti tels voor Hulster jeugdteams en een hoog aanzien als opleidingsin stituut. Veel verenigingen namen zijn tips ter harte. Met bijdragen in landelijke volleybalvakbladen baar de hij opzien en Schroomde hij niet om spelers van het nationale team op hun tekortkomingen te wijzen. „Of ik de Johan Cruijff van het vol leybal ben? Cruijff was een unieke voetballer, dat ben ik als volleybal ler nooit geweest. Ik heb ook nooit de roem van Cruijff gehad. Er is wel eens gezegd dat ik veel meer invloed zou hebben gehad als ik in de Randstad had ge woond. Aan de andere kant was ik in België de Nederlander, tegen wie toch wel een beetje werd opge keken. Daar werd ik vooral beoor deeld op wat ik schreef „Ik heb veel verstand van volley bal", vervolgt hij. „En ik trainde vrij eigenwijs, op mijn eigen ma nier. Op die manier heb ik onze jeugdploegen naar de top van Ne derland gebracht. De eerste keer dat we kampioen werden was dat met een team LTS'ers. Ik gaf altijd heel de klas volleybaltraining. Als anderen het beter deden dan wij, dan zochten we naar een oplos sing. Ik leerde onze spelers te ver trekken vanuit de teenstart en vooral anders verdedigen. Op de binnenkant van één arm. Dat be staat eigenlijk nóg niet." Hij bladert in een vakblad en zoekt aan de hand van foto's naar bewijs. „Vanaf het moment dat ze in Nederland zijn gaan pancaken (met de vlakke hand voorkomen dat de bal de grond raakt) zijn we- slechter gaan verdedigen, vind ik. Kijk hier: Philip Dallhauser. Hij is wereldkampioen beachvolleybal geworden door het 'op zijn Mor- res' te doen. Eigenlijk is dat altijd mijn discussie geweest met het he le volleybal." Zijn opvatting leidde tot veel pie- kermomenten en ongeëvenaarde successen. „Ik heb er heel veel tijd in gestoken en kon lang wakker lig gen. Ik was een slechte slaper. Ik lag te denken, dikwijls vond ik goe de oplossingen. Over het alge meen hadden we een harmonieu ze club, maar er zijn momenten ge weest dat ik mensen heb moeten teleurstellen. Je zult mij niet horen beweren dat ik een makkelijke trai ner was." Zijn aanpak leidde naast successen met de jeugd tot hoogtijdagen met de standaardteams. „We hebben met de vrouwen en de mannen met eigen teelt in de eerste divisie gespeeld. In de Nederlandse eredi visie spelen tien ploegen, die alle maal een spelverdeler hebben. Op een gegeven moment stonden de broers Michel (bij TDK/Brevok) en Peter-Paul Everaert (bij Vrevok) als spelverdeler tegenover elkaar. Dat vond ik leuk." Met een nieuw bestuur en onder impuls van de trainers Anton Pol let („een echte clubman") en Ger ard Gillesen („een zeer gedreven vakman") bouwt zijn club aan een nieuwe toekomst. „Of het moeilijk was om te stoppen? Eerder een op luchting. De afgelopen drie jaar heb ik de jeugd nog getraind. Ie wilt de boel niet in de steek laten, maar je wordt te oud." Om de overdracht zo geruisloos mogelijk te laten verlopen, heeft hij zijn geloofsbrieven met stan daardprincipes en alle uitgeschre ven trainingen van de laatste drie jaar in zeven boekwerken gebun deld. „Ik heb er een massa van ge produceerd en uitgedeeld."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 43