Op bedevaart reizen4 m Kleingeld Ik maak watyerontschuldi gende gebaren, maar word niet begrepenAsshole! Frankrijk en Spanje zijn niet de enige landen met pelgrimsroutes. Ook Wales heeft oude, religieuze wandelpaden. Jan Willem Veenhof voelde zich even een middeleeuwse bedevaartganger. Zaterdag 16 oktober 2010 reizeii@wegener.iiil 024-3650360 Daar sta je dan aan de balie van het autoverhuurbe drijf. Zoals zo vaak is de gewenste automobiel niet beschikbaar, maar kan tegen geringe vergoeding een luxer type worden gekozen. Ik trap daar wel eens in. Dat komt meestal door vermoeidheid en het wanhopig ver langen naar een bed. Soms zeg ik ook ja omdat het alterna tieve automodel wel heel opwindend is. Een Corvette bij voorbeeld. Wow. Later, eenmaal bij zinnen gekomen, blijkt zo'n upgrade nog lelijk in de papieren te lopen, dus weiger ik tegenwoordig steevast en verlang het bestelde blik. Laatst trapte ik weer in een andere verkooptruc. Rondom San Francisco stikt het van de tolbruggen, deelt de verhuur der mij streng mede. Op die bruggen is het altijd superdruk voor het tolloket. Dat wil meneer vast niet En dus kan ik een optie kopen die mij automatisch doorgang verschaft via de EZ-Pass. Kost 15 dollar per verhuurdag. Ik trap er in. Stom. Een week lang zal ik me groen en geel ergeren aan het gebrek aan files voor de tolhokjes. Iedereen rijdt vrolijk door. Ik iets sneller dan de cash-betalers, maar het scheelt niks. Een goede les. Een paar maanden later in Chicago laat ik me dan ook niet meer overhalen. Ik weiger de upgrade en trap niet in het tol- verhaal waarmee de man mij nog wat geld uit de zak wil kloppen. Tevreden rijd ik de parkeergarage uit. De luxe huurauto be valt prima. Rustige motor, soepele vering. En dat is fijn want we blijken veel te moeten rijden. Het navi gatiesysteem komt ook goed van pas. Feilloos ma noeuvreer ik door en rond Chicago. Over drukke doorgaande wegen en ook regelmatig via de snel weg. Tolpoortjes komen we niet tegen. Nou ja, één keer dan. Maar daar is het rustig en kosten de 85 dollarcent tol me de kop nieL Nee hoor, ik ben blij dat ik zo verstandig was om de EZ Pass er niet bij te huren. Maar hoogmoed komt ook in de USA voor de val. En zoals altijd komt die val op een volstrekt ongelegen moment. Bij het terugbrengen van de auto luister ik niet goed genoeg naar de navigator en kom aan de verkeerde kant van het vliegveld terecht. Gelukkig wordt de route herberekend en kunnen we via het snelste traject terug. Daardoor moet er wel een stukje tolweg genomen worden. Ik zit er al op voor ik het in de gaten heb. De afslag nadert. Wat staat daar nou voor een raar bord? Geen bemande tolhokjes, gepast beta len, valt in lichtgevende letters te lezen. Het zal toch niet? 80 dollarcent is de schade. Al rijdend doorzoek ik mijn zak ken. Ik krijg het niet bij elkaar. Het bedrag dat ik gepast kan betalen, blijft steken op 60 cent. Inmiddels staan we voor de slagboom. Inderdaad, nergens een tollenaar te zien. Wat nu? Begerig kijk ik naar het gesloten EZ Pass kastje op de voorruit. Had ik nou maar... Achter me wordt getoeterd. Ik maak wat verontschuldigen de gebaren, maar word niet begrepen. Asshole! Dat ben ik. Inderdaad blokkeer ik pontificaal een van de twee uitgan gen. Een terugtrekkende beweging richting de wegberm komt me te staan op veel hoofdschudden en opgestoken middelvingers. De lontjes zijn ook in de States behoorlijk kort. Half op de weg, zonder nog een doorgang te versper ren spitten we de auto door op zoek naar kleingeld. Alle kof fers gaan eruit. Het wordt een hele vertoning, passerende chauffeurs kijken belangstellend toe, maar bieden geen hulp. Ik voel me een buitengewoon grote sukkel. Na 20 mi nuten heb ik 75 cent bij elkaar. Nog steeds 5 te weinig. Zul len we dan toch maar de EZ uitgang nemen? Bang voor een forse boete probeer ik eerst iets anders. Zwaaiend met een briefje van 10 dollar stel ik me op voor het tolpoortje. Een rokende vrouw zet haar afgetrapte Ford pick-up meteen stil. Vijf cent voor een tientje. Geroutineerd pakt ze de munt van haar dashboard. Ik lever m'n briefje in. „Thanks buddy", en weg is ze. Even later gooi ik het gepaste bedrag in de verzamelkorf voor de automaat. De slagboom gaat omhoog. Zou ik dat nou ook hebben gedaan? Een tientje accepteren in ruil voor een stuiver. Ik denk het niet. Wanneer ik even later op het vliegveld de koffie wil afreke nen, stuit ik op mijn 'buitenland-portemonnee'. Helemaal over het hoofd gezien met m'n stomme kop. Ik tel min stens 3 dollar aan kleingeld, maar dat vertel ik dus liever niet verder. In de herberg Y Gegin Fawr in Aberdaron kregen pelgrims op kosten van de kerk hun laatste maaltijd voor ze overstaken naar Bardsey. De weg erheen is fantas tisch. En op zich fraai genoeg om een reis naar Wales te maken, met al die landelijk en sfeervol gelegen pelgrimskerken onderweg. Maar we wilden de boot naar Bardsey Island nemen, vanaf Port Meudwy, in de buurt van Aberdaron, aan het puntje van het schiereiland Llyn. De rou te door Llyn voert door plezierig kleine dorpen langs mistige Snow- donia-heuvels naar zee. Het is een groene, glooiende overgang van woest bergmassief naar liefelijk Welsh kustgebied waar het leven geregeerd wordt door ritme van eb en vloed. En door schapen. Wales telt 3 miljoen mensen en 12 mil joen schapen. De mensen wonen vooral in het zuiden, de schapen in het noor den. En wij zijn in het noorden. „Dus schapen ga je veel zien de ko mende dagen", had gids Mandy Whitehead aan het begin van de tocht al voorspeld. En ze kreeg ge lijk. Regen, schapen en mist. Deze, drievoudige combinatie zorgde voor de sfeer onderweg. In Bard sey stichtte de monnik Cadfan in de zesde eeuw een klooster (St. Mary's Abbey) dat sindsdien het reisdoel is van pelgrims. Maar goed, die boot. Er was nóg iets dat Mandy Whitehead vertel de, of beter: waarvoor ze ons voor af waarschuwde. Het pelgrimsei land Bardsey Island staat bekend als island of the currents, eiland van de stromingen. In dit stukje zee tussen Wales en Ierland komen drie zeestromingen bij elkaar. En in combinatie met het feit dat slechts een klein bootje voor de landing op Bardsey gebruikt lean worden, leidt dat tot een overtocht die het hele jaar onzeker is. In ons geval vond de kapitein het niet ver antwoord uit te varen. Geen boot dus - een tegenvaller. Onze situatie leek daarmee méér op die van de pelgrims uit de zes de tot elfde eeuw, dan we zelf dachten. Ook zij strandden vaak aan de kustpunt van Llyn. Dat ver telt de enthousiaste Simon Glyn, bovenop de heuvel Mynydd Mawr, helemaal aan het westelijke eind- puntje van Llyn. Hiervandaan heb ben we in ieder geval een fraai zicht op Bardsey. Een blik op een gigantische rots in de branding, te midden van de turbulente zee. „In de Middeleeuwen werd veror donneerd dat drie pelgrimsreizen naar Bardsey gelijk stonden aan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 68