spectrum 4
en kleuren
Een duintuin in geuren
De biddende vleermuis bij de kerkzolder
Kleine stinkzwam
foto's Chiel Jacobusse Honingzwam
Zaterdag 9 oktober 2010
Narcisridderzwam
door Chiel Jacobusse
Bij Het Zeeuwse Landschap loopt een vijfjarig pro
ject om de Zeeuwse paddenstoelenflora in kaart
te brengen. Het accent ligt daarbij uiteraard op
de paddenstoelen in onze natuurgebieden, maar
af en toe een zijsprong is nuttig en noodzakelijk om de ge
gevens in een breder kader te kunnen duiden. Onlangs
waren we aan het inventariseren langs de Zeeuwse bin-
nenduinrand toen ons oog viel op een fraaie, bomenrijke
tuin die er nogal veelbelovend uitzag. De eigenaar stond
toen wij passeerden juist bij de ingang en daarom trokken
we de stoute schoenen aan en vroegen toestemming om
de tuin te bekijken. Die werd met een royaal gebaar gege-
ven, maar wel met de mededeling dat het hoogtepunt van
de paddenstoelen in de tuin eigenlijk al een week voorbij
was. Dat laatste bleek alleszins mee te vallen.
Een paar algemene soorten die in grote groepen groeien
waren de eerste die opvielen. Honingzwammen, zwavel-
koppen en nog een paar andere soorten staan vaak met
tientallen tot honderden bij elkaar en dat is een spectacu
lair gezicht. En natuurlijk springen opvallend kleurige
soorten als de bekende vliegenzwam ook direct in het
oog. Heel grappig was ook de vondst van de kleine stink
zwam, een vreemd gevormd paddenstoeltje dat bestaat
uit een witte steel met een rode, in jong stadium met groe
ne sporen bedekte punt. Bepaald geen alledaagse verschij
ning, die we hier zomaar tussen het afgemaaide gras von
den.
Maar onze interesse gaat vooral uit naar soorten die wel
licht minder opvallend zijn, maar die wel belangrijke in
formatie geven over de ecologische kwaliteit van hun
groeiplaats. Interessant zijn in dat opzicht de mycorrhiza-
vormers; de paddenstoelen die leven in symbiose met een
bepaalde boom. De familie van de ridderzwammen be
hoort tot deze categorie en we werden verrast door drie
soorten in deze ene tuin. De soort die we eerst vonden,
de zilverige ridderzwam, is in Zeeland algemeen, maar
voor de berkenridderzwam die er vlakbij stond geldt dat
bepaald niet! Zoals de naam aangeeft leeft deze soort in
symbiose met berk.
Even later vonden we een prachtige, helgele ridderzwam
die we direct aanzagen voor de nogal schaars voorkomen
de narcisridderzwam. Even ruiken om iedere twijfel uit te
bannen. En jawel; de paddenstoel had een indringende
stank van koolteer, die voor deze soort zeer karakteristiek
is. Drie ridderzwammen in één tuin; dat hebben we nog
niet eerder gezien. De penetrante geur van de narcisridder
zwam wordt even later helemaal gecompenseerd door de
heerlijke kokosgeur van een klein rossig paddenstoeltje.
Dat is de kokosmelkzwam, net als de berkenridderzwam
een soort die bij voorkeur onder berken groeit.
We vinden in deze tuin nog vief andere melkzwammen
en ook dat is weer veel meer dan we verwacht hadden.
Het heeft zeker te maken met het feit dat de tuin is aange
legd met veel aandacht voor de natuurlijke omgeving. In
plaats van gifgroene, zwaarbemeste gazons lijken de gras
velden hier eerder op een stukje duingrasland en'de bo
men en struiken staan in een rangschikking die heel na
tuurlijk aandoet.
De grootste verrassing komt trouwens pas achteraf. We
hebben een kleine gele russula meegenomen van onder
één van de berken. Na bestudering onder de microscoop
blijkt dit de zeer zeldzame citroengele russula... de eerste
zekere vondst van deze soort in Nederland. Naast maar
liefst 28 andere soorten die ook deze tuin bevolkten.
Vandaag is de dag dat we in Walcheren speuren. We starten in Vlissingen. Het lijkt goed te be
ginnen want op de trap vinden we enkele hagelslagkeuteltjes die vermoedelijk duiden op een
dwergvleermuis. Haye Osinga (foto) klimt mee als vrijwilliger van Landschapsbeheer Zee
land. „Boeiend om de combinatie te zien tussen oude kerkzolders en de ideale schuilplaats voor vleer
muizen." We cirkelen de torentrap op naar boven. Even vrees ik dat we met rugzak en al klem ko
men te zitten, want de trap wordt steeds smaller. Het is spectaculair om op zo'n donkere zolder met
dikke oude balken te speuren naar deze hangende zoogdiertjes. Jammer dat we hier verder niks vin
den. De zolder blijkt ontoegankelijk voor vleermuizen en aanpassingen om dit te veranderen zullen
niet kansrijk zijn. De verrassing is groot als we net onder het haantje in de nok van de toren in Bigge-
kerke twee grootoorvleermuizen zien hangen. Rondom de kerk staat beplanting. Juist zulke lijnvormi
ge beplantingselementen hebben deze grappige diertjes zo nodig. Het sonargeluid van de grootoor-
vleermuis reikt maar een paar meter en dus zijn ze gebonden aan beplanting. Vleermuizen vangen
vliegend hun prooi. Deze grootoorvleermuis is als soort uitzonderlijk want hij kan bidden net als de
torenvalk en vangt zo het liefst insecten, zoals vlinders en kevers, uit de bladeren.
We beklimmen geen kerktoren zonder de samenwerking met het kerkbestuur. De meeste besturen
staan begripvol en sympathiek tegenover de vleermuizen op de kerkzolder. In veel kerken is er ie
mand aanwezig of verschaft een betrokken gemeenteambtenaar uit Veere ons toegang. Voor de kerk
in Ritthem halen we bij de gemeente Vlissingen de sleutel op. Lucien Calle wijst bij de inventarisatie
op de noodzaak van een rondje om de kerk. „Zijn er elementen aanwezig die vleermuizen nodig heb
ben voor hun verblijf?" Bomen rondom de kerk zijn een pré. Is een kerk verlicht dan is het voor de
donkerminnende diertjes moeilijk om door de lichtbundels heen te breken. Na een uurtje inventarise
ren, weten we of er vleermuizen zijn en beoordelen we of de zolder geschikt is als zomerverblijf.
Door dit soort onderzoek ontstaat er landelijk een beeld van de stand van de vleermuis. foto Sylvia Tuinder