Zeeuwse kaper slaat zijn slag 9 spectrum Zaterdag 9 oktober 2010 Vorig jaar verwierf het Maritiem Museum Rotterdam een bijzonder scheepsjournaal van de Rotterdamse onderstuurman Reijnier Bichon, geschreven tussen 1670 en 1679. Bijzonder, omdat het een reisverslag bevat van het kaperfregat Vlissingen. door IRuudl PaesEe Begin april 1672 verklaren Frank rijk, Engeland, Münster en Keu len de Republiek de oorlog. Franse troepen vallen vanuit het oosten de Nederlanden bin nen en het voortbestaan van de Republiek hangt aan een zijden draadje. Alom heerst er angst en vertwijfeling en in de ontstane chaos richt de woede van het volk zich te gen. de heersende regenten. Onder druk valt de regering en wordt Willem III de nieuwe stadhouder. 'Het land is reddeloos, de regering radeloos en het volk redeloos', zoals de bekende spreuk over het Ramp jaar luidt. In deze chaotische situatie wor den de gebroeders De Witt van verraad be schuldigd en op 20 augustus 1672 door een woedende menigte vermoord. Na de oorlogsverklaring formeren de En gelsen en Fransen een gecombineerde vloot met als doel Holland of Zeeland van uit zee binnen te vallen. Michiel Adriaensz de Ruyter weet de Nederlandse vloot op tijd in gereedheid te brengen en kan een blokkade van Zeeuwse en Hollandse ha vens voorkomen door de veel sterkere ge combineerde vloot een flinke slag toe te brengen. Het gevaar voor een invasie uit zee is daarmee nog niet geweken. Ook in het daaropvolgende jaar blijft de dreiging bestaan, maar door successen van de Ne derlandse vloot wordt het gevaar gekeerd. In deze benarde situatie krijgt de kaapvaart een belangrijke rol in de strijd tegen de vij and. Vooral Zeeuwse kapers zijn actief Met door de stadhouder verleende com missie- of kaperbrieven op zak hebben zij officiële toestemming om vijandige sche pen in oorlogstijd te nemen. Kapers moe ten dus niet met piraten worden verward. De meeste kapers opereren op de belangrij ke scheepvaartroutes van Engelse en Fran se schepen op de Atlantisch Oceaan. Spaan se havens, zoals La Coruna en Bilbao, die nen daarbij als uitvalsbases. Voor de onder steuning zijn daar consuls aangesteld die verslag uitbrengen aan de admiraliteitscol leges. Een belangrijke Zeeuwse consul is Nicolaas van Hoorn. Het scheepsjournaal van Reijnier Bichon bevat een bondig verslag van zijn avontu ren aan boord van de Vlissingen. Kapitein is Andries Mijster, een ervaren Zeeuwse ka perkapitein die zijn sporen in de vorige En gelse Oorlog heeft verdiend. De met acht tien stukken geschut bewapende Vlissin gen vertrekt op 9 december 1672 samen met het Amsterdamse kaperschip de Lieffde. Zodra de kapers in het Kanaal arri veren, worden ze door Franse oorlogssche pen opgemerkt. Er volgt een achtervol ging, maar ze zijn de Fransen te snel af. Op 20 december veroveren ze hun eerste prijs. Die blijkt echter 'niet te pijnewaert' om op te brengen en wordt tot zinken gebracht. Vier dagen later is het weer raak en wordt The John veroverd. Het Engelse scheepje wordt met Nederlandse zeelieden naar de Spaanse havenstad La Coruna gezonden. In de daaropvolgende weken weten de ka pers nog verscheidene Engelse en Franse schepen te nemen. Verder ontmoeten ze andere Zeeuwse kapers, maar ook Engelse oorlogsschepen die jacht op hen maken. Ook ditmaal zijn ze 'te vaerdigh in 't zeij- len' en schudden de Engelsen af. Begin april 1673 raakt het contact tus sen de kapers verbroken en zeilt de Vlissingen alleen. Er wordt een En gels fregat veroverd en in La Coruna afgele verd. Het prijsschip wordt met medewer king van consul Van Hoorn onderhands verkocht. Op 9 mei 1673 wordt de reis langs de Zuid-Ierse kust hervat. Enkele weken later geeft de uitkijk 'zeil in zicht' en volgt de jacht. Het blijk een groot Engels fregat te zijn dat met 26 stukken geschut is bewa pend. De Engelse schipper is echter niet be reid om zijn schip zonder slag of stoot over te geven en er volgt een vuurgevecht. Daarbij krijgen de Engelsen de volle laag en wordt het schip door de kapers geën terd. Aan Engelse zijde vallen vier doden. De uit ÏBarbados afkomstige Hopewell blijkt een kostbare lading suiker te bevat ten en de thuisreis om Schotland naar Zee land wordt aanvaard. Als ze eenmaal in de Noordzee arriveren, vernemen ze van een Zweeds schip dat de Nederlandse vloot met de vijand slaags is geweest. Eind juni ankert het Zeeuwse kaperfregat voor Vlissingen. Twee weken later wordt de Hopewell geveild en levert bijna 50.000 gulden op. De zaak krijgt echter nog een staartje, want de Vlissingse gebroeders Jo- han en Gelijn Lampsins reclameren een deel van de lading suiker. De Lampsins zijn de 'barons' van het Caribische eiland Tobago dat kort daarvoor door de Engel sen is veroverd. Daarbij wordt een partij suiker van hen als buit door een Engels oorlogsschip afgevoerd en op Barbados in de Hopewell overgeladen. De zaak sleept zich voort, maar de gebroeders worden uit eindelijk in het ongelijk gesteld. Ondertus sen is Andries Mijster alweer aan een nieu we kruistocht begonnen. Dr. Ruud Paesie is maritiem historicus in Mid delburg. Zijn uitgebreide verslag over het jour naal van Bichon verschijnt binnenkort in het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis. Zeeuwse kaper (rechts) op de rede van Vlissingen, 17e eeuw.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 103