9 spectrum Kamerleden al vaker voor de rechter wegens uitspraken Zaterdag 2 oktober 2010 Geert Wilders is niet het enige Kamerlid dat wordt vervolgd om wat hij heeft gezegd. De laatste die dat overkwam, was wijlen Hans Janmaat van de Centrum Democraten. Hij werd drie keer, de laatste keer in 1997, tot geldboetes en voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld, op grond van discriminatie en 'het aanzetten tot etnische zuiveringen'. Dit wegens uitlatingen als 'vol is vol', 'eigen volk eerst' en de uitspraak 'Wij schaffen, zodra we de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samen leving af. Die laatste zin kostte hem 7.000 gulden (3.400 euro) boete en twee weken voorwaardelijk. Theo Joekes (WD) kwam er in 1978 met 1.000 gulden vanaf, nadat hij tijdens een spreekbeurt had gezegd dat Zuid-Molukkers beneden een be paalde leeftijd het land moesten worden uitgezet. Henricus Ruyter (RKSP, een voorloper van het CDA) werd in 1939 ver oordeeld tot 25 gulden boete omdat hij NSB-Kamerlid Rost van Tonnin gen had uitgemaakt voor landverrader. Dat gebeurde weliswaar in de Tweede Kamer, maar buiten de officiële spreektijd (waarbinnen een parle mentaire onschendbaarheid geldt). De enige parlementariër die als gevolg van zijn woorden gevangen heeft gezeten, is SDAP-leider Pieter Jelles Troelstra. Die ging in 1899 een maand op water en brood wegens beledi ging van een officier van justitie, die hij van klassejustitie betichtte. En dan is er nog Leen van Dijke (RPF, een voorloper van de Christen- Unie) die in een interview in 1996 zei: 'Waarom zou een praktiserend ho moseksueel beter zijn dan een dief?' Van Dijke werd in hoger beroep vrij gesproken van discriminatie. foto's ANP PVV-leider Wilders wordt beschul digd van het aanzetten tot haat en discriminatie. Tijdens de regiezit ting eerder dit jaar vertelde Wilders te hopen dat de vrijheid van meningsuiting zal zegevieren. foto Marcel Antonisse/ANP halen. Maar wel op grote groepen die zich beschadigd voelen, zoals in de zaak-Wil- ders. „In dat soort gevallen moet de rech ter het maar zeggen." Dat vooral kunstenaars daar veelal anders over denken en vinden dat de persoonlijke vrijheid heel ver mag gaan, verbaast Dom- mering niet. „Zij kunnen dat doen, omdat het niet letterlijk is wat ze doen. Ze heb ben een grote ruimte." In een bekroond tv-fragment trok Hans Teeuwen - niet in zijn rol als cabaretier, maar juist als zichzelf- fel van leer tegen de 'Meiden van Halal', die zich door hem beledigd voelden. Teeuwen had bij de her denking van de moord op Theo van Gogh onder meer seksuele toespelingen op de drie jonge moslimvrouwen gemaakt en in hun ogen moslims belachelijk gemaakt. De grens van de vrijheid van meningsuiting is pas bereikt als die leidt tot geweld, zei Teeuwen tegen de 'halalmeiden'. 'In een vrije samenleving word je geconfronteerd met dingen waar je het niet mee eens bent, waardoor je gekwetst wordt, je bele digd kunt voelen. Daar ontwikkel je een schild voor. Gelovigen zijn daar vaak slecht in. Ze maken sterk de indruk dat ze het alleenrecht hebben op zich beledigd voelen, omdat ze de neiging hebben een monopolie op de waarheid te hebben.' „Gelovigen mogen onder bescherming van de vrijheid van godsdienst naar harten- lust vrouwen, homoseksuelen en ongelovi gen discrimineren", zegt cartoonist Nek schot. Ongelovigen worden volgens hem structureel gediscrimineerd. „Alles bijeen een volkomen onaanvaardbare situatie, waar iedereen die waarde hecht aan de vrij heid van meningsuiting zich eenvoudig niet bij kan neerleggen. Mijn devies: onder geen enkel beding wijken voor censuur en intimidatie. En oppassen voor zelfcen suur." Teeuwen en Nekschot horen bij een stro ming die ook politiek theoreticus Marcel Wissenburg aanspreekt. „Het is de opvat ting dat je de vrijheid van meningsuiting nodig hebt om dichter bij de waarheid te komen, zonder dat je die waarheid ook daadwerkelijk hoeft te vinden", zegt de hoogleraar aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. „In deze visie speelt de vrijheid van me ningsuiting een belangrijke rol in het maat schappelijk debat en is er ook heel veel toe gestaan, zoals beledigen en kwetsen, om dat het anders niet leidt tot wederzijdse verheldering. Het gaat niet om het beledi gen zelf, niet om het effect, het gaat erom dat je vragen stelt die anders niet gesteld zouden worden." Deze opvatting behoort tot de school van Spinoza en van John Stuart Mill, de Engel se filosoof en econoom uit de negentiende eeuw die tot op de dag van vandaag in vloedrijk is door zijn essay On liberty, dat gaat over de vrijheid van meningsuiting. Mill pleit daarin voor tegenspraak, maar wel beschaafde tegenspraak. Wie de vrij heid verdedigt, verdedigt in zijn visie het individu en zijn zelfontplooiing. Hij of zij roept echter ook problemen op, zeker als de vrijheid van de een de onderdrukking van de ander wordt. Volgens Mill zijn me ningen op zich niet direct schadelijk voor anderen en kunnen ze dus geen onder werp van dwangmatige overheidsregule- ring of censuur worden. Wissenburg onderscheidt nog twee ande re schoien. De ene gaat ervan uit dat je el ke mening moet tolereren tot het moment dat deze kwaadaardig of schadelijk wordt. De andere stroming noemt hij 'een beetje de Wilders-traditie'. Hierin gaat het niet om een debat, niet om het vinden van de waarheid, maar om Uitdrukking van je ei gen gevoel. „Hier geldt: elke opinie telt." Wissenburgs collega Dommering vindt dit niet meer onder de vrijheid van menings uiting vallen. „Het is een misverstand dat vrijheid van meningsuiting hetzelfde is als ongecontroleerde vrijheid van individuele expressie." Wissenburg kan daar wel enigs zins in meegaan en hèrinnert aan Ayaan Hirsi Ali, die de vrijheid van meningsui ting ook erg breed opvatte „maar altijd poogde het debat op gang te brengen, vooral met de islam". Als Wilders dat ook daadwerkelijk zou willen, als hij bijvoor beeld de islamitische vrouwen zou willen bevrijden, dan had hij volgens de hoogle raar wel voor de 'Ayaan-aanpak' gekozen. „Hij heeft echter een andere agenda. Hij preekt voor eigen parochie, hij is bezig stemmen te winnen." Wilders beroept zich volgens hem niet op de vrijheid van meningsuiting om een on derdrukte minderheid een stem te geven, maar om de dominante meerderheid te be schermen tegen de veronderstelde drei ging van de islam. De hoogleraar vindt het echter dubieus om daar de rechter bij te ha len. „Eerdere rechtszaken die je hiermee kunt vergelijken, hebben niets opgelost, hebben geen enkele duidelijkheid gegeven over de vraag waar de grens van de vrijheid van meningsuiting ligt. Bovendien mag je best iets te hard een gevoelige snaar bij een te genstander raken zonder dat de rechter er aan te pas moet komen. Zelfs als je moed willig beledigt, valt dat nog te verdedigen, omdat je je tegenstander wilt uitlokken na te denken hoe die zich moet verdedigen." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 99