reizeni4
fD
sr
Kangoeroebiefstuk
Dommer dan de
wombat worden ze
zelden nog geschapen
1
Dankzij de fiets naar Taiwan
Taiwan is een land van uitersten. Van hypermoderne
gebouwen in de hoofdstad Taipei tot wonderschone
natuur in de nationale parken. Joost Brantjes liet de
schoonheid van beide uitersten op zich inwerken.
Zaterdag 25 september 2010
reizen@wegener.nl
024-3650360
r u ./.tve
- llï. Sr-5».'.
De gouden
'Ca je mee, fietsen door Taipei?' Duizenden fietseigenaren in
de grote steden worden deze week verrast met blitse
fietszadelhoezen waarop deze vraag wordt gesteld. Wie
vervolgens naar de website www.nunaartaiwan.nl gaat, maakt
kans op twee vliegtickets naar Taiwan met China Airlines. De
actie is onderdeel van een grote landelijke campagne ter
promotie van het eiland als toeristische bestemming.
Tasmanië, een intrigerende bestemming. Ik weet niet
precies waarom eigenlijk. Misschien vanwege de as
sociatie met de stripfiguur Taz, de Tasmanian Devil.
Of wellicht door het trotse gevoel dat de Groninger Abel
Tasman het eiland ten zuiden van Australië ooit ontdekte.
Het spreekt tot de verbeelding. Tasmanië, veel verder weg
van Nederland kom je niet.
Uiteraard is de werkelijkheid zoals altijd ontnuchterend.
Het is namelijk gewoon een eiland. Klein Australië. Een ge
bied waar ze zo mogelijk nóg onverstaanbaarder 'Engels'
spreken dan ze op hun vaste land al doen. Het lijkt vanuit
de lucht op de dunbevolkte delen van Canada of het noor
den van Noorwegen. Omdat ik ruwe onherbergzaamheid
vermoedde (of hoopte) heb ik me laten verleiden tot het
huren van een SUV. Een nogal suffe, saaie, grote bak met
vierwielaandrijving.
We logeren in Launceston, de grootste plaats in het noor
den. Van avontuur is hier geen sprake, ook niet van ontbe
ringen. Al kost het de nodige moeite een café te vinden dat
het predikaat 'gezellig' mag dragen. De meeste gelegenhe
den zijn zuipketen. De clientèle is, man of vrouw, over het
algemeen ladderzat. Het merendeel van de cafés gaat dan
ook vroeg dicht. Om erger te voorkomen.
Het is winter op het zuidelijk halfrond en dat is goed te
merken. De ruiten van onze SUV zijn elke ochtend dichtge
vroren. Krabben dus. Ik ben zeker geen wintermens, maar
de heldere, knisperende lucht tintelt hier aangenaam in de
longen. Diep inademen, veel zuurstof heerlijk.
We gaan op pad naar een piepklein plaatsje. Het is op twee
manieren te bereiken. Via de goed geasfalteerde route, of
over een berg die in de weg staat. Het laatste zou sneller
zijn en ook avontuurlijker. De keuze is niet moeilijk.
De bergen en de bossen liggen er spectaculair bij. De zon
schijnt laag over het land, de velden zijn bestrooid met een
glinsterende, dikke laag rijp. Regelmatig is er uit
zicht. Dan lopen in de verte grote kuddes schapen
door de mistflarden boven de weilanden. Prachtig.
Nadeel van de bevroren aanslag is wel dat ook de
onverharde bergweg waarop we ons hebben bege
ven nogal glad is. Vaak op onverwachte momenten,
meestal in een gevaarlijke bocht. Wanneer we dié
per het 'binnenland' in gaan, komt daar nog een
complicerende factor bij. De wombat. Ik had er al
wel eens van gehoord, maar nooit beseft dat ik iets
dergelijks ooit in het echt zou kunnen tegenkomen.
Wie de wombat ziet, vermoedt het al. Dit is niet de slimste
in het dierenrijk. Als je hem in levende lijve tegenkomt,
weet je het zeker. Dommer worden ze zelden nog gescha
pen. Mijn eerste exemplaar, een monster van een kilo of 40,
tuimelt uit het struikgewas de weg op. Een noodstop voor
komt een dodelijke afloop. Maar omdat het nogal glad is,
staan we wel meteen achterstevoren. De wombat verdwijnt
zonder op of om te kijken in de bosjes aan de andere kant
van de weg. Veel van zijn soortgenoten zijn minder geluk
kig. Ik ontdek steeds meer grote, zwarte vlekken onder het
wit uitgeslagen zandpad. Allemaal platgereden. Ik slalom
verder, overstekende wombats ontwijkend. Wat is dat toch
met die beesten?
Even later meldt zich een nieuwe verrassing van de natuur.
Een stuk of twintig kangoeroes. Ze sluiten onze SUV in en
hoppen vrolijk mee. Of angstig, dat kan ik niet helemaal
goed beoordelen. In elk geval kennen ze geen verkeersregels
en het is lastig om er niet bovenop te knallen. Maar zelfs
dat lukt wonderwel. Nu ik wat beter oplet, zie ik dat ook de
kangoeroe als verkeersslachtoffer goed is vertegenwoordigd
in de wegberm. Zonder dat er doden vallen, bereiken we
ons dorpje. Mooi op tijd voor de lunch. Er stopt net een wit
te pick-up voor de eetgelegenheid. Vrolijk blaffende hon
den in de achterbak. Op een houten vlonder bovenop lig
gen wat zwarte vodden. Het blijken vijftien dode kangoe
roes. De jagers stappen net uit Een man en een vrouw, ge
weren aan de schouders. Nee, de kangoeroes zijn niet om
op te eten. Het is de verkeerde soort. Dit is meer voor de
lol, om de honden een beetje bezig te houden. Bovendien
vinden die het vlees wel lekker.
Tja, doe je zelf net je best de plaatselijke wilde dieren te spa
ren en dan krijg je dit. Maar het is nog niet afgelopen. In de
lunchroom bekijken we het menu. Het is eenvoudig. Groen
te, aardappels en... kangoeroebiefstuk! 'From the mainland',
staat erachter. Het zit de kangoeroe niet mee.
in met 508 me-
foto baVSéJChang/EPA
it is Azië", zegt
I M Emma. „Als jul-
lie niet wat Chi-
M nezen aan de
kant duwen,
zullen jullie De Kool nóóit zien."
De toon is gezet. Emma is de gids
met mondkapje en microfoon, en
De Kool zegt zij, is de Mona Lisa
van het National Palace Museum
in Taipei, de hoofdstad van de Re
public of China, beter bekend als
Taiwan. Honderden luidruchtige
Chinezen van het vasteland zwer
men rond de glazen vitrine waar
De Kool staat opgesteld. Het blijkt
een jade snijwerk van nog geen
20 centimeter uit de Ch'ing dynas
tie (1644-1911), van een paksoi met
twee insecten op de lichtgroene
bladeren.
Toen Taiwan zich in 1949 afscheid
de van het vasteland van China,
aarzelden ze niet de meest waarde
volle kunstschatten uit Pekings
Verboden Stad in kratten te laden
en te verschepen. Op het eiland la
gen ze vervolgens nog tot 1965 in
depots, alvorens een speciaal ge
bouwd museum de nieuwe huis
vesting vormde. Sindsdien geldt
het museum als een van de beste
ter wereld voor wat betreft Aziati
sche kunst. Het herbergt onder an
dere keramiek, kalligrafie en mi
nuscuul snijwerk in ivoor en wal
noot. Met een loep zie je de fijnste
details.
Om een goede indruk te krijgen
van Taipei doe je er goed aan Tai
pei 101 té bezoeken. De één na
hoogste wolkenkrabber ter wereld
meet 508 meter (509,2 meter met
antenne) en de lift naarboven is
de snelste ter wereld: 1.000 meter
per seconde, volgens de gids. Het
uitzicht is fenomenaal. Je ziet hoe
de Taiwanezen hun hoofdstad
met 2,8 miljoen inwoners hebben
gebouwd. Bepaald geen sinecure
gezien het hoogteverschil gecombi
neerd met de bevolkingsdichtheid.
Sla ook het winkelcentrum in de
toren niet over, dat de Amsterdam
se Bijenkorf moeiteloos tot buurt-
kruidenier reduceert.
Op een half uur rijden
van het centrum van de (w
Tot het begin van dit jaar was de Tai
ter het hoogste gebouw ter wereld.