spectrum 4 Drie zeldzame laatbloeiers in de Moer Het raadsel van de oude linde van Westdorpe s c Zaterdag 25 september 2010 Ruppia Sommige wilde planten worden maar sporadisch gevonden. Het kan zijn dat ze moeilijk herken baar of erg onopvallend zijn en daarom vaak ge mist worden. Het komt ook voor dat ze op een afwijkend tijdstip bloeien en om die reden onopge merkt blijven. En natuurlijk zijn er de nodige soorten die zo zeldzaam zijn dat de kans om ze te vinden erg klein is. Een drietal soorten die momenteel in de Yerseke moer te vinden zijn hebben alle drie deze eigenschappen tege lijk. Een buitenkansje om op excursie te gaan om ze te vinden dus. De meest bijzondere van het stel is de beursjesganzen- voet. Ganzenvoeten behoren tot de lastig te determineren ge slachten en de beursjesganzevoet lijkt zowel qua stand plaats als qua uiterlijk nogal sterk op de veel algemene re rode ganzenvoet. Een tijd lang werd zelfs betwijfeld of deze soort wel bestond, wat mede in de hand ge werkt werd doordat het herbariummateriaal van deze soort dat bewaard werd het Rijksherbarium in Leiden zoekgeraakt was. De beursjesganzenvoet is echter een goed te onderschei den soort voor wie de kenmerken goed kent en de Yer seke Moer is één van de weinige gebieden in Nederland waar deze zoutplant op diverse plaatsen kan worden aangetroffen. In deze tijd van het jaar vallen ze van ver re op door de felrode stengels en vruchten. In zilte laag ten is de soort op meerdere plaatsen in de Moer te vin den. In gezelschap van deze plant is nogal eens de verwante zeegroene ganzenvoet te vinden, naast bijvoorbeeld zil te schijnspurrie en goudknopje. Zoutminnend is ook het fijn goudscherm, een laat- bloeiende schermbloem die met geeloranje bloei- schermpjes in augustus en september bloeit. De door snede van een bloeischermpje is zelden groter dan een halve centimeter en de grijsgroene, grasachtige bladen helpen ook al niet mee om het fijn goudscherm te ont dekken. Het is een soort die ook voorkomt in de spatzo- ne op de zeedijken, maar daar is het fijn goudscherm zeldzaam geworden doordat deze op de meeste plaat sen verhard of zelfs geasfalteerd is. In de Yerseke en Ka- pelse moer groeit het fijn goudscherm in de midden berm van onverharde paadjes, samen met bijvoorbeeld de zilte rus en het dunstaartje. Een derde zeldzame laatbloeier is de ruppia. Ruppia is een waterplant die uitsluitend voorkomt in sterk brak water. In Nederland komen twee soorten ruppia voor, die bei de ook in de moer te vinden zijn. De zeldzaamste is de spiraalruppia, die zijn naam te danken heeft aan het feit dat de stelen van de vruchten spiraalvormige windin gen vertonen. Dat is echter pas het geval als de plant in volle bloei staat en ook dat is pas in het najaar. Voordat de bloei aanbreekt is het moeilijk om de spiraalruppia te onderscheiden van de verwante en iets minder zeld zame snavelruppia. Naast deze laatbloeiers komen in de weilanden van de Yerseke moer nog heel wat andere zeldzame soorten voor. Blauw kweldergras, draadklaver, knolvossenstaart en wilde selderij, om er maar eens enkele te noemen. Dat zijn allemaal soorten die te maken hebben met de brak ke omstandigheden in het gebied. Zilte weidegebieden met een oppervlakte zo groot als de Yerseke en Kapelse moer zijn in Nederland en in de rest van Europa zeer zeldzaam. Alle reden dus om er heel zuinig mee om te springen. fa 1 ©1 r;5 OCT3 9 o§ CU 3 CD Ineens staat hij voor je. Een monumentale boom met een opmerkelijk grillige vorm. Midden op het erf van Saskia Bezemer en Hans van Bokhoven, aan de Graaf Jansdijk te Westdorpe, waar hij de omgeving domineert. De worteluitlopers alleen al zijn bijna een meter hoog. De stam daarboven heeft een omtrek van wel 335 cm. Verder omhoog gaand wordt de tronk nog veel breder. Daarop staat een hele wirwar aan zijstammen, die indrukwekkend dik zijn. Een enorme kroon gaat wel tot achttien meter hoog. De boom is voor het laatst geknot in 1920. Het is een leilinde, dat is gemakkelijk te zien aan de sterke zijdelingse afplatting van de stam. De glanzende bladeren en wat rood gekleurde twij gen verraden dat het een Koningslinde is. Maar er is iets raadselachtigs met deze boom aan de hand. Leilinden staan traditioneel altijd aan de zuidzij de van de boerderijwoning en staan in de oost-west richting, zodat ze hun schaduw over het huis werpen. Deze oude boom echter, staat een kwartslag gedraaid. De linde staat in de rij met enkele andere oude bomen parallel langs de rand van een aantal oudere schuren, in noord-zuid richting. Dit lijkt wel origineel zo. De oudste gebouwen van het erf zijn gebouwd rond 1615. Is deze bejaarde boom werkelijk ook van die leeftijd? Eigenaresse Saskia Bezemer houdt van dit le vend monument „Ik bewonder de grillige en knoestige stam. En dat deze boom er na al die ja ren nog steeds staat, terwijl de hele omgeving veranderd is. In de bloeitijd gonst het zo luid van de talloze insecten, dat het lijkt alsof de boom praat We zijn er hartstikke zuinig op." Goed, nu moeten we alleen nog achterhalen waarom de boom een kwart slag gedraaid staat Wie kent het geheim van deze oude linde? Suggesties graag naar info@slz.landschapsbe- heer.nl. Beursjesgansvoet foto Hans van Bokhoven

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 52