boeken117 Een letterlijk schitterende wereld Nederlandse poëzie overschrijdt de grens vrijdag 24 september 2010 In de schitterende wereld die Den Haag van oudsher biedt, laat Jan Siebelink Clara haar intrigerende leven leiden. Het lichaam van Clara is weer een 'echte' experimentele Siebelink-roman. door Arie Storm Wederom is Siebelink er, na de in 2008 verschenen intrigerende roman Suezkade, in geslaagd een bijzonder boek te schrij ven. Bij iedere andere schrijver zou de voor afgaande zin minder gek zijn dan juist bij Siebelink. Want met welk boek kwam zijn doorbraak naar het grote publiek, voor welk boek kreeg hij een grote commerciële prijs? Inder daad: dat overkwam hem allemaal met Knie len op een bed violen, uit 2005, bepaald niet zijn sterkste roman. Geen slecht boek, maar eigenlijk helemaal niet typerend voor het échte Siebelinkproza, proza dat onrust bij de lezer veroorzaakt, dat dwars is, dat in strikte zin misschien niet eens mooi kan worden genoemd. Het was zo verleidelijk ge weest voor Siebelink om eindeloos te varië ren op Knielen op een bed violen, maar het sterke van dit schrijverschap is dat Siebelink dat nu juist niet heeft gedaan. Alsof hij wil demonstreren dat hij één keer zo'n 'gemak kelijk' boek heeft kunnen schrijven, en nu weer gewoon zijn eigen experimentele kant uit gaat. En ja, dat levert dit fantastische nieuwe boek op: Het lichaam van Clara. De proloog begint meteen al met zo'n lekke re uitroep: 'Toch zat er vrolijkheid in de lucht die vroege ochtend. De zon!' Het is ook in de rest van de roman niet tevergeefs zoeken naar dat opgeroepen geluk. Bijna aan het einde heet al dat moois zo: 'Het Haagse licht, doorzichtig onder invloed van de zee, dat je nergens anders zo ziet.' Siebe link roept een letterlijk schitterende wereld op, een Den Haag van vroeger en nu, en dan ook nog een vroeger en nu dat je tegelij kertijd wordt aangeboden, het Den Haag, kortom, van Couperus en van, kunnen we inmiddels wel stellen, Siebelink zélf Het ge degenereerde, naturalistische en decadente Den Haag én het postmoderne Den Haag; het Den Haag dat je uitsluitend in romans lijkt aan te treffen en dat je daarom des te sterker raakt als je het wel degelijk, levend en wel, in het echt ziet - daar laat Siebelink zijn personages ronddwalen. En dat Clara, een 62-jarige vrouw, hoofdper soon van deze nieuwe roman, ronddwaalt, is niets te veel gezegd. Haar moeilijkheden beginnen allemaal over Jan Siebelink. foto Peter Elenbaas/GPD zichtelijk genoeg, hoe triest dat begin ook is. Het volgende krijgt ze van de dierenarts te ho ren: 'Jip is bijna twaalf U heeft veel plezier van hem gehad. Hij is nooit ziek geweest. Het is goed dat wij als redelijke men sen over zijn lot kunnen beslis sen'. Haar hond moet worden afgemaakt. Verward verlaat Cla ra de dierenarts. En loopt dan spoedig de schrijver Oscar Sprenger tegen het lijf Het is bepaald een feest een ro man te lezen van een echte schrijver, Siebe link, die weet te heersen over zijn materiaal die er een zekere speelsheid in aanbrengt, die durft, en die de lezer weet te pakken met soms hoekig, soms weer fraai, maar altijd boeiend proza. Met Sprenger worden Couperus en het postmodernisme defini tief deze roman in getrokken. Sprenger wil door Clara wor den gefotografeerd voor de deur van het voormalige huis van Couperus. Bovendien heeft hij een roman geschreven met de ti tel Clara. Onze Clara herkent zichzelf, zo blijkt als ze de ro man leest, van begin tot eind in dat boek. Is zij zo'n lezeres die altijd alles zo fijn herkenbaar vindt of is er iets anders aan de hand? Er is de sterke sug gestie dat we met de herinneringen die Cla ra heeft en die uitgebreid worden opgeschre ven, herinneringen aan haar ongelukkige jeugd, aan haar eigenaardige ouders, aan haar door soms bizarre seks getekende verle den, eigenlijk het boek van Sprenger lezen. Die overigens al snel niets meer van Clara wil weten. Siebelink verbaast op intrigerende wijze nog veel meer met deze roman. Met zijn be schrijvingen van de zelfverminking van Cla ra, met zijn Van Dêysseliaanse schetsen van haar masturbatiesessies en met de weergave van haar dwangneurotische gedrag. En dat allemaal in dat Den Haag dat tegelijkertijd wel en niet lijkt te bestaan. Jan Siebelink - Het lichaam van Clara. De Be zige Bij, 19,90 euro. M. NIJHOFF (1894-1953): De schrijfnwchine mijmert gekkenpraat. Lees maar, er staat niet wat er staat. DAAN VAN DER VAT: Typewriters murmuring unmeaning prattle Have gone insane. Symbols have lost their sense'. JAMES HOLMES: Typewriters daydream stuff and nonsense. Read: what it says is not what it says. DAVID COLMER: metal hammers typing balderdash. Read it, it doesn't say what it says. door Mario Molegraaf A water, alleen al beroemd vanwe ge de regel 'Lees maar, er staat niet wat er staat', is ongeschikt om te lezen voor het slapen gaan. Je krijgt er dwangdromen van, niet door de indringende inhoud maar door de gewrongen vorm. Nijhoff bedient zich van assonantie, en houdt daarin geen maat. In het eerste deel eindigt iedere regel met een e-klank: geest, zweeft, leeg. in deel twee is de a verplicht: naam, elkaar, opgegaan. In deel drie overheerst de o: overloop, oog, avondrood. In het zesde deel klinkt alom de ie en is zelfs een strak sonnet verstopt: sliep, schiep, diep. De Engelse vertalers trokken zich niets van dat overspannen klinkerrijm aan. In een pas verschenen bundel zijn drie versies bijeenge bracht. Een evenement, Nederlandse poëzie overschrijdt zelden de grens. Het is de eer- ste Engelse boekuitgave van Nij hoff, een grote droom van hem. Hij beklaagde zich bij Daan van der Vat, beter bekend als de vrolijke dichter Daan Zonderland. Deze, anglist, nam de handschoen op. Nu kun je zijn tussen 1939 en 1949, met inspraak van Nijhoff zelf ontsta ne vertaling vergelijken met die van James Holmes uit 1961 en een nieuwe versie van David Colmer. Holmes brengt je het dichtst bij de tekst. Hij vertaalt als enige eenvoudig wat er staat, óók als het om die veel ge citeerde regel gaat. Van der Vat vat al te vlot samen, Colmer laat zich leiden door fanta sievolle interpretatie. Dat laatste past wel bij Awater. Pas wanneer je het glasheldere gedicht uit hebt, begin nen de vragen. Daarop gedijt een complete tak van uitlegkunde. In deze MAKnxus sijHOFT uitgave zien we daarvan een A WAT F R uitloper. Het gedicht telt nog geen elf bladzijden, professor Wiljan van den Akker heeft om zijn geleerdheid te verto nen het dubbele nodig. Ook Thomas Möhlmann, aangekon digd als 'the poetry specialist at mSÉnaippip [hg Dutch Foundation for Lite rature', mag om onopgehelder de redenen pagina's vullen. Waarom niet een grote dichter uit het Engelse taalgebied ge vraagd Awater in te leiden? Dan had je werkelijk de kans gehad het buitenlandse publiek te interesse ren. Met deze opzet zegt men eigenlijk: lees maar niet, wij zeggen wel wat er staat. Martinus Nijhoff - try, 15,99. Awater. Anvil Press Poe-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 17