spectrum IO
'Bed bugs' en bulten
Harde kern
Zaterdag 18 september 2010
STANDPLAATS
door
Hanneke Keultjes
Stel, je wordt gevraagd voor je
droombaan: correspondent in de
VS. En je mag nog in New York
wonen ook. Je vindt op Manhat
tan een gemeubileerd appartementje in
een leuke buurt Uitgeput van de lange
vlucht kruip je in bed. Dan blijkt dat je
niet de enige bent die in dat bed kruipt.
Natuurlijk had ik de verhalen in de New
York Times over 'bed bugs', bedwantsen,
gelezen. In Nederland (gelukkig) nog vrij
zeldzaam, maar in de VS - met name in
New York - een ware epidemie. Hè bah,
dacht ik dan, jakkes! En dacht er verder
niet meer over na. Totdat ik in mijn eer
ste week in New York wakker werd met
een tiental enorme, jeukende bultjes.
Bed bugs zijn kleine insecten, zo groot
als het zaadje in het klokhuis van een ap
pel. Bloedzuigers, met een voorkeur voor
mensenbloed, 's Nachts zoeken ze een
slapend mens op. Dat gaat makkelijk,
want ze hebben een feilloze anten
ne voor de koolstofdioxide die we
uitademen. Eerst verdoven ze een
stukje huid - liefst bij een ader, dan
stroomt het bloed lekker makkelijk
- en dan slaan ze toe. Tegen de tijd
dat het 'slachtoffer' wakker wordt,
zijn de verzadigde bed bugs al weg.
De meeste mensen zien dan rode
of witte bultjes, die soms wel drie
weken jeuken. Maar 30 procent van
de bevolking merkt niks van een
beet. Daarom duurt het soms lang
voordat een New Yorker beseft dat
er bed bugs in de woning zijn. Dat
vinden de bedwantsen niet erg. De
vrouwtjes leggen graag eitjes, zo'n
vijf per dag. Zo wordt een onont
dekte besmetting al snel een plaag.
De bugs hebben ook het talent zich
zo dun te maken, dat ze in een kier
tje in de vloerplank, in dat gaatje
van de boekenkast of in het scha-
nier van de garderobekast passen.
Wat ze ook heel fijn vinden: verstopper
tje spelen in kleding en beddengoed.
Amerikaanse overheidsinstanties riepen
de bed bug uit tot gevaar voor de volksge
zondheid. Niet omdat ze ziekten over
brengen, want dat doen ze niet, maar
vanwege het psychische en emotionele
effect dat ze op mensen hebben. Slapelo
ze nachten, stress, depressie, uitputting.
Iedereen die geconfronteerd wordt met
bed bugs moet namelijk niet alleen de
ongediertebestrijder minstens twee keer
laten komen, maar ook al het textiel (van
kussens tot dekbedden, van vloerkleden
tot gordijnen) en alle kleren moeten min
stens dertig minuten in de droger, op de
heetste stand. Dat doodt zowel bed bugs
als eitjes. Daarna moet alles in een afge
sloten plastic zak, zodat de bugs zich er
niet meer in kunnen verstoppen. Matras
sen en kussens moeten in een speciale
hoes, waardoor bugs er niet meer in kun
nen en bugs die er al in zitten, er niet uit
kunnen. Zelfs dan wanen New Yorkers
zich nog niet veilig: bed bugs zijn naar
verluidt makkelijk op te pikken in taxi's
en bioscopen.
Omdat bedwantsen koffers ook een leu
ke plek vinden om zich in te verstoppen,
hadden bijna alle hotels in New York al
één of meerdere keren te maken met bed
bugs. Meerdere kledingwinkels hebben
zelfs hun deuren moeten sluiten om een
bedwantsenplaag het hoofd te bieden.
Ik troost me dus met de gedachte dat ik
niet de enige ben. „Those bugs are eating
me alive!", hoorde ik een vrouw met af
grijzen naar een vriendin roepen in een
plaatselijke Starbucks. Ik ken het gevoel.
Ik ga snel op zoek naar een ander apparte
ment in deze o zo leuke buurt Eentje
zónder bed bugs.
Sinds de oorlog van 1967 ves
tigden zich meer dan een half
miljoen Israëliërs aan de Pales
tijnse kant van de 'groene lijn',
de bestandslijn van vóór 1967.
De meesten wonen in Oost-
Jeruzalem en in stedelijke ne
derzettingen, met betaalbare
huren en goede voorzieningen.
De veel kleinere, maar ideolo
gisch sterk gemotiveerde, har
de kern van de kolonisten is te
vinden in de kleinere gemeen
schappen, ver van de groene
lijn. Een compromis over de
bouwstop is daar onbespreek
baar. Want bouwen in bezet ge
bied geldt als het uitvoeren van
een Goddelijk plan.
De vorig jaar door Benjamin
Netanyahu afgekondigde
bouwstop van tien maanden
voor de nederzettingen loopt op
26 september af. De Israëlische
premier zit nu met de gebakken
peren. Als er weer wordt
gebouwd, willen de Palestijnen
niet langer doorgaan met de
onlangs hervatte
onderhandelingen. Maar als er
niet wordt gebouwd, dreigt de
sterke kolonistenlobby de
regeringscoalitie op te blazen.
door Ad Bloemendaal
Gershon Mesika wachtte tien
maanden ongeduldig af, nu
staat hij klaar om een bom
te gooien in Israels rechtse
regeringscoalitie. „Als de
bouwstop voor de nederzettingen op de
Westelijke Jordaanoever wordt verlengd,
beschouwen wij dat zonder meer als een
oorlogsverklaring", zegt de kolonistenlei
der. Als hoofd van de Regionale Raad voor
Samaria vertegenwoordigt hij zo'n dertig
Israëlische nederzettingen in het noorden
van de Westelijke Jordaanoever. „Als we
hier niet mogen bouwen, maakt het niet
uit wie de regering leidt", redeneert hij.
„Daarom zullen we er alles aan doen om
premier Benjamin Netanyahu te wippen."
Mesika, een energieke man met een grijze
profetenbaard, houdt kantoor aan de rand
van industriegebied Barkan, in het hart
van de Westoever. In deze dagen van poli
tieke hoogspanning maakt hij heel wat ki
lometers op de wegen tussen de nederzet
tingen. Niet zonder gevaar, nu Palestijnse
militanten hun aanvallen intensiveren.
„Zodra ze over vrede beginnen te praten,
is het hier oorlog", stelt Mesika vast. De re
cente dood van vier kolonisten bij een aan
slag in de buurt van He-
bron, heeft hem niet bang
gemaakt. Hij reist dag en
nacht zonder escorte en on
gewapend, want 'ik ben
hier in mijn eigen huis'.
Dat eigen huis is 'Juda en
Samaria', de Bijbelse ter
men voor het zuidelijke en
noordelijke deel van de
Westelijke lordaanoever.
De Palestijnse aanslagen
van de laatste weken zijn
alleen bedoeld om presi
dent Machmoud Abbas in
verlegenheid te brengen.
Harnas en andere radicale
groepen koesteren niet de
illusie dat ze met hun acties
kolonisten wegjagen. Zelfs
op het hoogtepunt van de
tweede intifada groeide de
Israëlische bevolking in be
zet gebied als kool, want voor religieus ge
motiveerde zionisten vertegenwoordigt de
kolonisatie van de in 1967 bezette gebie
den niets minder dan een religieus gebod.
Op Mesika's bureau staat ter gelegenheid
van het nieuwe joodse jaar een fles wijn.
Hij vult de glazen en brengt een toast uit:
„Shana tova! - Ik ben optimistisch. Wij
Joden zijn al 3.000 jaar onderweg en de
eindstreep is in zicht. De Goddelijke profe
tie wordt bewaarheid, zoals we overal om
ons heen zien. Alleen een dwaas negeert
dat. Open de Bijbel en je leest het program
ma. Alles wat er zal gebeuren, staat er in
beschreven. De test voor de volkeren van
de aarde zal zijn of ze ons steunen bij het
uitvoeren van Gods programma."
De harde kern van de kolonistengemeen
schap gelooft niet dat onderhandelen tot
vrede kan leiden. In een recente nieuws
brief noemt David Wilder, woordvoerder
van de Israëlische enclave in Hebron, vre
desoverleg 'de afgoderij van onze tijd'. Ech
te vrede kan alleen van God komen,
meent hij. Rabbijn Meir Kahane, de in
1990 vermoorde leider van de racistische
Kach-beweging, voorspelde zelfs eeuwig
durende strijd tussen joden en Arabieren.
Wie rondrijdt over de Westoever, ziet nog
overal leuzen als 'Kahane had gelijk' en 'Ka
hane leeft voort'. In veel nederzettingen
opereren nog kahanistische groepen, al
zijn de meningen verdeeld over de invloed
ervan. „De beweging is niet relevant meer.
Er is de laatste tien jaar te veel gebeurd",
zegt David Ha'ivri (43), een voormalige stu
dent van rabbijn Kahane. Zijn huis staat in
Kfar Tapuach, de nederzetting waar Kaha-
nes zoon Benjamin zich vestigde voor hij
in december 2000 samen met zijn vrouw
Talia op weg naar huis door Palestijnen
werd vermoord. Benjamins kinderen, die
worden opgevoed door Talia's zuster, wo
nen er nog steeds.
Het achthonderd inwoners tellende en ver
van de groene lijn - de bestandslijn van
vóór 1967 - gelegen Kfar Tapuach is het
prototype van een nederzetting die Israël
moet ontruimen als er een vredesregeling
komt. Op een nabijgelegen heuveltop zijn
de stacaravans van een niet officieel erken
de 'buitenpost' zichtbaar: West-Tapuach.