spectrum 8
Beatrix kan Prinsjesdag
best overslaan
Zaterdag 18 september 2010
Op Prinsjesdag lijkt
dit jaar meer dan
ooit de sleet te zitten.
Demissionair
premier Jan Peter
Balkenende heeft
geen zin meer, de
Tweede Kamer wil
de Algemene
Beschouwingen,
direct na Prinsjesdag,
dit keer helemaal
overslaan én de
troonrede is over
een paar weken
achterhaald als een
nieuw kabinet
aantreedt. Conclusie:
de koningin kan best
een jaartje overslaan.
door Frank Hendrickx
De woordvoerster van de
Rijksvoorlichtingsdienst
(RVD) valt even stil. De
vraag slaat haar met stom
heid. Of het mogelijk is dat
de koningin dinsdag niet komt opdagen in
de Ridderzaal? „Waarom?", vraagt ze als
ze van de verbazing is bekomen. „De rege
ring gaat weg, toch niet de koningin? En
wie moet de troonrede anders voorlezen?"
Dat is een vraag waarop Beatrix waar
schijnlijk goed antwoord kan geven. Nie
mand kent het staatsrecht zo goed als de
vorstin, zei beoogd premier Mark Rutte na
dat hij vorige week bij haar op het matje
was geroepen vanwege de vele merkwaar
dige wendingen in de formatie. De konin
gin zal dan ook weten dat ze dinsdag hele
maal niet in de Gouden Koets hoeft te stap
pen. Beatrix kan in navolging van Geert
Wilders zeggen: „Ik moet niks."
Als de koningin een baaidag opneemt,
moeten de bewindslieden het klusje zelf
klaren, zo schrijft het staatsrecht voor. Pre
mier Balkenende kan namens Beatrix de
troonrede voorlezen. Of vicepremier
André Rouvoet. Zelfs de 'dissidente' minis
ter van Volksgezondheid Ab Klink mag de
honneurs waarnemen.
Koningin Beatrix zou niet eens uit de toon
vallen. Het is vaker voorgekomen dat het
staatshoofd het voorlezen van de troonre
de uitbesteedde aan een bewindspersoon.
Koningin Wilhelmina had geregeld geen
zin. In 1908 kwam ze niet omdat ze zwan
ger was. In 1909 omdat ze was bevallen
van Juliana, hoewel die gebeurtenis in
april plaatsvond en haar 'zwangerschaps
verlof ruimschoots was verlopen. In 1911
bleef Wilhelmina weg uit protest tegen de
herverkiezing van de door haar onbe
kwaam geachte Kamervoorzitter Frederik
graaf van Bylandt. „Ik open de Staten-Ge-
neraal niet als Bylandt herkozen wordt",
zo liet de vorstin weten. Later, in 1947,
haakte ze op het allerlaatste moment nog
een keer af wegens bronchitis.
Dan heeft koningin Beatrix een beter ex
cuus: niemand in Den Haag lijkt zin te heb
ben in Prinsjesdag, demissionair premier
Balkenende voorop. Het is een publiek ge
heim dat de CDA-leider niet kan wachten
op het moment dat hij eindelijk zijn bie
zen mag pakken en het torentje vaarwel
kan zeggen. Balkenende hoopte vurig dat
er een nieuw kabinet zou zitten voor Prins
jesdag. Dan hoefde hij niet nog een keer
als boegbeeld op te treden van een rege
ring die geen draagkracht meer heeft. Bal
kenende heeft de boodschap van de afgelo
pen verkiezingen luid en duidelijk begre
pen: wegwezen. „Het is moeilijk voor
hem", erkent een CDA'er die de premier
goed kent. Nu moet Balkenende nog een
keer de troonrede uitzitten. Direct daarna
neemt hij het vliegtuig om een vergade
ring van de Verenigde Naties bij te wonen.
Voor de Tweede Kamerleden hoeft het
ook allemaal niet. Een ruime meerderheid
heeft zelfs geen zin om meteen na Prinsjes
dag in debat te gaan met een vleugellam,
kabinet dat snakt naar het einde. „We
wachten wel op het nieuwe kabinet", zo
luidde het oordeel. Er komen dus geen Al
gemene Politieke Beschouwingen, nor
maal gesproken één van de hoogtepunten
van het parlementaire jaar.
Het is uiteraard de vraag of het grote pu
bliek gebukt gaat onder de politieke licht
heid van deze Prinsjesdag. De troonrede is
nooit lectuur voor op het strand geweest.
„Een door en door bureaucratisch epistel,
gesteld in seksloos proza, tot stand geko
men in hoge kantoortorens waarin zelden
geluid van buiten doordringt", typeerde
Gertjan van Schoonhoven de troonrede in
het voorwoord van het boek Redes van de
Troon, een bundeling van toespraken van
Beatrix. De vorstin moet soms de meest
onnavolgbare zinnen uitspreken. Zoals:
'Bij alle verschil in standpunten zijn diepe
betrokkenheid bij en ernstige zorg over
vrede en veiligheid in de wereld evenals
de taak van ons land in dat verband een ge
meenschappelijk element'.
Het is niet verbazingwekkend dat onder
zoek van BureauTaal in 2005 aantoonde
dat 60 procent van de Nederlandse bevol
king de troonrede niet kan volgen. Het taal
gebruik is te ondoorgrondelijk. De meeste
zinnen komen dan ook uit de koker van
ministeries. Vaak is hun bijdrage veel te
lang, in de troonrede is maar plaats voor
een paar regels per ministerie. De premier
bepaalt de uiteindelijke tekst, soms in sa-