7 spectrum ient zichzelf terug Vlissingen hoort er maritiem uit te zien Zaterdag 18 september 2010 Citymanager Joop van Bel: „Ik heb wel mijn bijdrage geleverd aan een beter Vlissingen.' foto Mechteld Jansen dingen erdoor verbeteren. Dan heb je graag draagvlak, een klankbord van direct betrokkenen, van gebruikers, van professionals. Het is niet zo dat dingen zouden blijven liggen, maar het proces zou moeizamer zijn. Min der effectief. Er is meer kans dat de verkeérde mensen benaderd worden, mensen zouden vaak hetzelfde ver haal moeten houden voor ze bij de juiste persoon zijn. Dingen zouden mogelijk blijven hangen voordat ie mand zich er daadwerkelijk over ont fermt, kortom: het zou tijd kosten. En tijd is geld. Daarom denk ik dat de centrummanager zichzelf wel terug verdient. Zelfs zonder de kosten af te zetten tegen concrete resultaten." Naast effectiviteit ziet ze een tweede voordeel: synergie. „Je hebt die ronde tafel, waar iedereen kan aanschuiven voor ontmoeting. Eén en één is dan drie, je krijgt versnelling van proces sen. Een voorbeeld van de manier waarop ik een brugfunctie kan vervul len tussen particuliere initiatieven en het gemeentebestuur: in Goes ben ik als binnenstadsmanager benaderd door de ZMF die een milieuvriendelij ke koopstraat wil realiseren. Ik kon daarin een bescheiden rol spelen als ingang voor ondernemers in de ge meente Goes. Die ene koopstraat was niet haalbaar, maar er is wel met af zonderlijke winkels contact gelegd. Die krijgen nu advies hoe ze hun win kel energiezuiniger kunnen maken. Dat was zonder mij wellicht ook wel gebeurd, maar niet zo snel." Haar taak is niet alleen controlerend: „Ik zet ook nieuwe dingen in gang. In feite is zo'n binnenstad nooit klaar; tussentijds is ook het Masterplan een paar keer aangepast omdat dat nodig was, er komen altijd nieuwe dingen. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld al le fietsen in de binnenstad laten tel len om te kijken of de fietsenklem- men die we in het kader van de herin richting hebben geplaatst, voldoen. Dat bleek niet zo te zijn. Zo'n 25 pro cent van de fietsen staat niet waar we ze willen hebben. Het uitstallingenbe- leid is ook zo'n punt dat steeds om aandacht vraagt. In de loop der tijd groeit de kennis over bepaalde zaken, gedrag verandert, wat men acceptabel vindt verandert. Binnenstadsmanager zijn, is continu inspelen op verande ringsprocessen." door Wendy van den Hurk De binnenstad van Vlissingen beleeft niet zijn meest glo rieuze jaren. En dat is nog zacht uitgedrukt. Er is veel leegstand en als er een nieuwe winkel opent, is dat niet zelden een outletstore. Sa men met door duiven bescheten over kappingen, kauwgomtegels en hang jongeren met scooters biedt de stad een trieste aanblik. Dat moet anders, vond de gemeente, en twee jaar later was daar Joop van Bel. De Bredanaar heeft onlangs zijn honderdste werk dag in Vlissingen volbracht. Op tafel ligt een lijstje met bereikte doelen. Bovenaan prijken 'postzegels' en 'bloembakken'. „De postzegels, met Vlissingse plaatjes, zijn een door slaand succes. Al meer dan tiendui zend zijn ervan verkocht. De dubbele bloembakken hangen nu op iedere paal. Dat geeft een veel leuker beeld. Ik vond de binnenstad nogal kaal aan doen, met al dat staal en glas. Vol gend jaar hangen er nog veel meer bloemen. Ook bij bewoners, aan de vensterbank." Van Bel baalt er wel eens van dat zijn werk zo onzichtbaar lijkt, terwijl in de stad wel de wenkbrauwen worden gefronst over zijn salaris van 70.000 euro per jaar. Daar doet hij heus wel wat voor, wil hij maar zeggen. „De leegstand oplossen kan ik niet. Ik heb wel bedrijven benaderd hoor, maar daar ben ik niet voor ingehuurd. Langzaam begint men te snappen dat ik slechts een faciliterende rol speel. Ik heb hufterhekken laten plaatsen, om te voorkomen dat scooters over steken, in het najaar wil ik praten over fietsers in de stad en ik heb het ROC een passantentelling laten uit voeren. Ook komt er nog een telefoni sche enquête om de Vlissingers te vra gen waarom ze niet in hun eigen stad winkelen. En misschien ook wel van die leuke tassen met de tekst 'ik win kel in Vlissingen' of zoiets. Verder ga ik kijken of ik alle boekjes en platte- grondjes van de binnenstad kan sa menbrengen, en of de horeca belang stelling heeft voor winterterrassen. O ja, en ik wil boeien, kettingen en an kers op straat. Vlissingen moet laten zien dat het een maritiem verleden heeft!" Praten, kijken, praten, kijken. „Inder daad, mijn werk is praten, daar ver slag van doen en vervolgens waarma ken wat je belooft. Ik spui alles en acht van de tien keer krijg ik geen reactie, maar onder de rest zet ik mijn schouders. Ik heb het idee dat het druktebeeld in Vlissingen is verbe terd. Ook zeggen mensen dat de stad schoner is. Ik wil niet zeggen dat dat door mij komt, dat weet je gewoon nooit, maar ik heb wel mijn bijdrage geleverd. Ja, ik heb een voldaan ge voel over mijn werk in Vlissingen. Al is het maar omdat er een gevoel van samenwerking ontstaat bij onderne mers. Als in augustus volgend jaar mijn contract afloopt, heb ik aardig wat fimdamentjes gelegd. Dan stop ik en duik ik het old boys network in."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 55