spectrum 4
Él
Snippen vertrouwen op hun schutkleur
Zee in landland in zee
s
0
TO
13
Zaterdag 18 september 2010
Uit de polder zijn de meeste weidevogels weg
getrokken, maar hun plek is ingenomen door
andere steltlopers. Witgatjes, groenpootrui-
ters, zwarte ruiters en watersnippen bevol
ken nu onze natte weiden. Dankzij het regenachtige
weer vinden ze plassen in overvloed, waar ze hun kost
je bij elkaar scharrelen.
De steltlopers die nu de weilanden bevolken, houden
zich veel meer gedeisd dan de broedvogels van een
paar maanden geleden. Grutto's, tureluurs en scholek
ster manifesteren zich luid en duidelijk tijdens de
broedtijd, maar snippen merk je meestal pas op als ze
opvliegen. Een watersnip blijft doodstil zitten totdat je
vlakbij bent; vertrouwend op zijn perfecte schutkleur.
Op een moerassig veldje in de Yerseke Moer vlogen er
deze week meer dan veertig watersnippen weg toen er
een kiekendief vlak boven het maaiveld zweefde.
Watersnippen hebben een onnavolgbare vlucht. Direct
als ze opvliegen zwenken ze opzij en ze blijven tijdens
de vlucht snelle, onverwachte wendingen maken, wat
ze voor roofvogels of andere achtervolgers vrijwel on
grijpbaar maakt.
Lange tijd waren watersnippen juist vanwege de uitda
ging een geliefd jachtwild, maar gelukkig is dat verle
den tijd. Net zo karakteristiek als de zwenkende vlucht
is het geluid van de watersnip dat hij maakt tijdens het
opvliegen. Het klinkt alsof er een stuk stof in tweeën ge
scheurd wordt.
Een enkele keer kom je een snip tegen die sprekend op
de watersnip lijkt, maar die er heel andere manieren op
na houdt. De vogel vliegt in rechte lijn op en ploft na
een korte vlucht ergens verderop weer neer in de vege
tatie. Dat allés gebeurt zonder dat er ook maar één ge
luidje te horen is.
Zo'n stille snip is het bokje, een nauwe verwant die
hier voornamelijk tijdens de wintermaanden te vinden
is. Hoewel het bokje een enkele keer al in september ar
riveert, komen de meeste exemplaren aan in oktober
en november, om in de loop van maart weer te vertrek
ken naar de broedplaatsen in het hoge noorden. Behal
ve door zijn opvallend andere gedrag onderscheidt het
bokje zich van de watersnip door een kortere snavel en
een iets andere koptekening. Ook het biotoop is niet
precies hetzelfde, hoewel er wel een overlap in zit.
Maar gemiddeld genomen zoeken bokjes wat vochtiger
terrein met een hogere vegetatie op. Stoppelvelden van
gemaaid riet zijn bijvoorbeeld erg in trek bij bokjes.
Een derde snippensoort die bij ons te vinden is, is de
houtsnip. Die valt al direct uit de toon doordat het een
grove, plompe vogel is die wel erg afwijkt van de sierlij
ke rankheid van zijn verwanten. De houtsnip heeft zijn
naam te danken aan het feit dat de vogel voornamelijk
in het bos verblijft. Als je in de broedtijd een nachtelij
ke tocht maakt door de duinbossen van Oranjezon hoor
je het geheimzinnige geluid van de houtsnippen. Het
staat bekend als bolderen. Maar in het grootste deel van
Zeeland is de houtsnip toch vooral een wintergast.
Daarbij geldt dat de soort talrijker is naarmate het stren
ger wintert. Ze verlaten dan ook wel hun schuilplaats
onder het struikgewas en zitten soms plompverloren
in de berm of zelfs in de tuin.
Zo zag ik ooit een houtsnip in een rozenperkje in een
voortuin. Geregeld passeerden er voetgangers op niet
meer dan een paar meter afstand. Dankzij de perfecte
schutkleur en het feit dat de vogel doodstil bleef zitten
was er gèen enkele voorbijganger die hem in de gaten
hadZo'n snip die tussen de passanten op de stoep en
jezelf in een luie stoel rustig blijft zitten, blijft je jaren
lang bij.
foto's Chiel jacobusse
De snip
CL
Q-
-C
O
2^to
"O
1 to
O)
<v
N
Waar land en zee tezamen komen.
De monding van het Zwin aan de
Zeeuws- Vlaamse kust op de
grens met Belgisch Vlaanderen is
zo'n plek. Hier ontbreekt over enkele honder
den meters een, zowel natuurlijke als kunstmati
ge, zeewering in de vorm van duin of dijk.
Kwetsbaar ligt hier het achterland door de open
verbinding met de zee. Een opkomende laaghan
gende wolkenband in het verschiet, vervaagt de
grens tussen lucht en water. Onder invloed van
lichtweerkaatsing en deeltjes in de atmosfeer
kleurt ze geel en vaal oranje. Het heeft iets
boeiends en tegelijkertijd iets angstaanjagends.
Zo'n mistbank kan je omsluiten tot je totaal ge
desoriënteerd raakt. Je richtinggevoel wordt ver
stoord en het doordringen van zonlicht verhin
derd. Zo groots en mooi als je zo'n gebeuren op
afstand kunt beschouwen, zo nietig en verloren
ben je als je er door wordt overvallen. Het Zwin
is een van de weinige overgebleven natuurlijk
gevormde slufters waar de zee ongehinderd het
achterland binnendringt. In de monding ervan
liggen de, steeds van grote en vorm veranderen
de, zandplaten en banken waartussen met vloed
het onstuimige water zoekend zijn weg vindt.
Aan deze zijde afbrekend aan gene opbouwend.
Zo zouden de bewoners van het Zeeuwse land
het hebben kunnen ervaren
toen de gesloten oude duin
gordel, ettelijke kilometers
westwaarts liggend dan de
tegenwoordige, doorbrak en
onze provincie van een zoet
waterdelta gevoed door
Maas, Rijn en Schelde, veran
derde in een uitgestrekt brak
schorrengebied. Dijkbouw Bsc
bracht een zekere mate van
veiligheid hoewel ook dit be
perkt is gebleken. In de loop
der eeuwen zijn eilanden als
Wulpen en Koezand in de
monding van de Westerschel-
de door het water verzwol
gen. Door de eeuwen heen
heeft Zeeuws-VIaanderen totaal verschillende
vormen gekend onder invloed van eb en vloed.
Hele eilanden verdwenen, nieuwe ontstonden.
De bevolking bleef, immers het water neemt
maar geeft evenzo.