io I kunstsubsidie
Donkere wolken
pakken zich samen
boven de kunst- en
cultuursector, nu
een rechts kabinet
zich aandient.
„Het kan drama
tisch worden. Er
dreigt kaalslag."
'Veel kunst wordt gemaakt
voor kunstenaars, niet
voor de samenleving'
vrijdag 17 september 2010
Hakken
en zagen
in cultuur
door Joost Bosman en Niek Opten
P W-lijsttrekker in Den
Haag Sietse Fritsma
gaf afgelopen voorjaar
al een hard schot voor
de boeg, toen hij in
een verkiezingsdebat
het Residentie Orkest schoffeerde.
„Waarom moet jan modaal beta
len voor een elitegezelschap dat
een tromboneclubje bezoekt?", zo
vroeg Sietsma zich spottend af
Eén van de belangrijkste orkesten
van het land wegzetten als een stel
letje toeteraars, Sietsma zal liefheb
bers van kunst met een grote K de
rillingen over het lijf hebben be
zorgd. En direct bleek maar eens
hoe de PW over kunst denkt.
Maar Sietsma gaf wel de discussie
die al decennia in Nederland
speelt in een notendop weer. Moe
ten we kunst die door slechts een
relatief klein deel van de bevolking
wordt bezocht nog wel met ge
meenschapsgeld in stand houden?
Het lijkt erop dat een eventueel ka
binet van WD, CDA met gedoog-
steun van de PW flink de bijl gaat
zetten in de sector. Bedragen van
150 tot 200 miljoen euro doen de
ronde. Ongeveer een vijfde van
het subsidiebudget zal worden ge
kort, zo vrezen de kunstinstellin
gen. Zij bereiden al protestacties
voor om het komende kabinet op
andere gedachten te brengen.
Het zou Arjo Klamer, hoogleraar
kunst- en cultuureconomie aan de
Erasmus Universiteit, niets verba
zen als een nieuw kabinet inder
daad zo rigoureus tekeer zal gaan,
als de kunstgezelschappen nu zelf
vrezen. „Met name de PW is erop
uit de elite haar speeltjes af te ne
men", zegt Klamer. Hij verwacht
dat niet de kaasschaaf zal worden
gehanteerd, maar dat er echt ge
hakt gaat worden. „Met name de
grote gezelschappen zullen moe
ten fuseren of zelfs verdwijnen.
Want daarmee valt het meeste
geld te halen."
Volgens Klamer kunnen de gevol
gen 'dramatisch' zijn en dreigt er
een kaalslag in het culturele land
schap van Nederland. „Maar ik
hoop en verwacht dat het ook
leidt tot bewustwording van wat
de waarde van kunst nu eigenlijk
is. Er komen wellicht andere ma
nieren om kunstuitingen te steu
nen. Bijvoorbeeld door donaties
en het verhogen van de toegangs
prijzen. Misschien moeten kunste
naars ook meer in opdracht gaan
werken. Nu gaan zij te veel uit van
wat ze zelf mooi vinden en den
ken ze te weinig na over wat het
publiek wil."
De kunstensector heeft zich ver
vreemd van grote delen van de be
volking, stelt ook cultuureconoom
Pim van Klink. Door het huidige
subsidiestelsel is niet de smaak
van de gewone man leidend, maar
wat andere kunstenaars er van vin
den. „Die situatie is niet de schuld
van de sector, maar afgedwongen
door de overheid."
Van Klink heeft in de jaren '80 zelf
aan de wieg gestaan van het huidi
ge subsidiestelsel, toen hij werk
zaam was op het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Weten
schap. Een systeem waarbij ieder
een aanspraak kan maken op fi
nanciële ondersteuning. Er ont
stond een enorme toeloop, veel
groter dan Van Klink en zijn colle
ga's hadden verwacht. Om die gro
te vraag af te remmen, zijn allerlei
dammen, in de vorm van extra be
oordelingsmomenten, ingebouwd.
Een log apparaat dat veel tijd en
geld kost was het gevolg.
Bijzonder is dat vakgenoten, in de
vorm van adviescommissies, de
koek mogen verdelen. „Daarom
wordt in Nederland veel kunst ge
maakt voor kunstenaars en niet
•3:- -..
--
voor de samenleving. De kunsten
sector is steeds meer een reservaat
geworden, waarbij de bevolking
geen betrokkenheid meer voelt."
Van Klink, die manager en be
stuurder is geweest bij tal van cul
turele instellingen in het land, pro
beert al jaren anderen te overtui
gen van zijn gelijk. Het Engelse
fondsenmodel is een veel betere
methode, vindt hij nu. Daarbij be
palen onafhankelijke kenners aan
de hand van criteria als draagvlak,
bereik en kwaliteit wie wat krijgt.
„Daarmee geef je ruim baan aan
ondernemerschap. Ik heb vaak ge
zien dat Nederlandse kunstinstel
lingen grote plannen hebben om
de markt beter te bereiken, maar
dat ze bang zijn dat die niet artis
tiek genoeg zijn in de ogen van de
Raad van Cultuur en andere beoor
delingsorganen. En dus worden ze
niet uitgevoerd."
De kritiek is dat niet makkelijk ver
koopbare, maar wel waardevolle
kunst niet aan bod komt. Van
Klinkt deelt die mening echter
niet. De overheid kan de fondsen
dwingen een bepaald bedrag aan
innoverende of'moeilijke' kunst
te besteden.
Op het wereldpodium gooit Neder
land hoge ogen met dance en de
sign. Volgens Van Klink niet toeval
lig disciplines die het in eigen land
grotendeels zonder subsidie moe
ten stellen. „Ons huidige stelsel
heeft zijn invloed op de inhoud
van onze kunst, daarvan ben ik
overtuigd", zegt de Groninger. In
Nederland worden kunstenaars tij
dens hun opleiding niet goed voor
bereid op hun beroepspraktijk. Te
vaak wordt verwezen naar de
WIK, de bijstandsregeling voor
kunstenaars, stelt hij. „Bij de mees
ten ontbreekt daardoor het vermo
gen om publiek te zoeken bij het
eigen werk."
In de Angelsaksische landen is dat
wel anders. Klink: „Een Engelse
kunstenaar als Damien Hirst (de
maker van de met diamanten inge
legde schedel, red.) wist op de aca
demie al dat hij zich moest onder
scheiden om te kunnen bestaan.
Dat heeft hij gedaan op een zeer
vernieuwende en indringende wij
ze."
Ook Arjo Klamer wijst op alle crea
tieve geesten in Londen, Parijs en
New York die voor een groot deel
de beeldvorming van het bedrijfsle
ven bepalen (bijvoorbeeld door lo
go's te ontwerpen). Volgens Kla
mer is kunst werkelijk belangrijk
voor de economie. Bedrijven zijn
allang niet meer alleen op zoek