9 spectrum neer als water uit een gieter Komejan in de rol van oorlogsrapporteur FONTEINEN VAN AAllDE Zaterdag 11 september 2010 De PZC publiceert het dagboek van Jaap Komejan de komende weken in vrijwel dagelijkse afleveringen op het internet. Komejan zelf leeft niet meer. Eind vorig jaar overleed hij op 92-jarige leeftijd in Canada, waar hij toen al lange tijd woonde. In 1989 schonk hij het dagboek, tijdens verblijf in Nederland, aan zijn neef Willem Vreeke uit Domburg. Dankzij hem is het nu beschikbaar voor publicatie. Aan de landing van de geallieerde troepen bij Westkapelle gingen twee maanden van verwoestende bombar dementen en overstromingen vooraf. In zijn dagboek beschrijft Jaap Komejan het dagelijks leven in deze periode van noodlot, ontbering en bange verwachting. foto Imperial War Museum en voor velen noodlottige gebeurtenissen. Het huis van de Komejans staat in de buurtschap Mariekerke. Hij woont daar dan, met zijn vriendin Reina, bij zijn ouders en zijn jongste broer Jan. Meerma len, als vlakbij een bom inslaat, of een vliegtuig neerstort, slaat hen daar de doods schrik om het hart. Uiteindelijk, als het op komend water steeds hoger de woning bin nendringt, vluchten ze weg. Met paard, en een inderhaast van onder het stroo wegge trokken wagen, bereiken ze ternauwer nood De Wielewaal, een onderkomen net buiten Domburg, langs de weg naar Oost- kapelle. Daar vinden ze, met buren, kennis sen en andere vluchtelingen een droog, maar uiteindelijk allesbehalve veilig onder komen. Want als de geallieerden bij Westkapelle zijn geland, en bij Domburg zwaar wordt gevochten, ligt dat huis precies in de vuur linie. „We hebben er met 24 mensen inge zeten, en daar de ergste dingen meege maakt. Tot het zover kwam dat een hoek van het huis was weggeslagen, dat mijn va der nogal zwaar gewond was, en een vrouw een gat in de rug had." „Wij zijn toen naar Aagtekerke gevlucht op een vlot. Dat lag zo diep dat ik in mijn rolstoel met mijn achterwerk in het water zat. Het was levensgevaarlijk. Het vlot moest met een stok worden voortgeduwd. Overal lagen landmijnen. Er was steeds de angst dat je daar op zou steken. En de En gelsen waren ook nog eens zo vriendelijk om ons te gaan beschieten. Aan alle kan ten vielen granaten." Toch slagen ze er, na een hele dag ploete ren, uiteindelijk in behouden de droogge- bleven dorpskom van Aagtekerke te berei ken. Daar krijgen ze, als zovele vluchtelin gen, onderdak bij dominee Elzinga. En kan na enkele dagen de overgave van de Duitsers worden gevierd. na, zijn vriendin, de dochter van een politieagent uit Middelburg. Hulpbe hoevend als hij toen was, schreef hij daar in zijn oorlogsdagboek de ellende van zich af In de bezettingsjaren leerde hij voor boekhouder. Ondertussen deed hij ad ministratief werk, ook voor de Duit sers. „Briefjes voor het vorderen van wagens, fietsen, paarden. Die troep lag altijd in de serre op de vensterbank. Dus iedereen wist dat.." Wat vrijwel niemand wist, was dat hij die activiteiten gebruikte als dekman tel voor zijn werk ten behoeve van de ondergrondse. „Heel veel verzetsblaad- jes die hier zijn uitgegeven, zijn alle maal door mij gestencild." De teksten werden hem bezorgd door jonkheer De Casembroot, de latere Commissaris van de Koningin. „Hij stuurde een as sistent, of kwam zelf om het op te ha len, en nieuwe kopij te brengen." [aap Komejan werd in 1918 geboren in Ellewoutsdijk. Het gezin verhuisde naar Mariekerke toen zijn vader, die jachtopziener was, in dienst kwam van de ambachtsherenfamilie De Bruijn. De Komejans belandden daar niet in een gespreid bedje. „We woonden tus sen gereformeerde mensen. Die gingen op zondag drie keer naar de kerk. Wij- waren Nederlands Hervormd, en gin gen maar één keer. Wij waren dus god deloze mensen. We hebben daar veel moeilijkheden mee gehad. Maar het is later heel goed geworden met de boe ren. Mijn vader had een enorme fee ling voor beesten. Als er problemen waren met het kalven van koeien, dan konden de boeren bij nacht en ontij een beroep op hem doen. Wij hebben dan ook geen gebrek gehad. We had den vrij eerlijke mensen om ons heen. Of dat iets met hun geloof heeft te ma ken, weet ik niet, maar boter, eieren en ander voedsel hebben we altijd voor normale prijzen gekregen." De relatie met verzetsman De Casem broot redde de familie later uit de pro blemen. Vader Adriaan werd, hoewel fanatiek anti- Duits, tot twee keer toe vastgezet, omdat hij zou sympathise ren met de Duitsers. De eerste keer bij het uitbreken van de oorlog. De twee de keer vlak na de bevrijding. Die verdenkingen hadden te maken met zijn werk als jachtopziener. Voor de oorlog verplichtte zijn baas hem een NSB'er in huis te nemen. In de oor log dwongen Duitse officieren hem met hen te gaan jagen. „Mijn vader heeft dat vele malen geweigerd, en werd daarvoor verschillende keren in Middelburg gevangen gezet. Maar toen de baas van mijn vader, die in Wasse naar woonde, bij de Duitsers een ver lofpas loskreeg om naar Domburg te verhuizen, kon mijn vader niet meer weigeren. Anders was hij zijn baan kwijtgeraakt, en wellicht naar Duits land gestuurd." Maar na de bevrijding werd hij ervoor opgepakt en vastgezet in Fort Ellewoutsdijk. „Toen De Ca sembroot hoorde dat mijn vader vast zat, was hij des duivels. Hij is direct naar Ellewoutsdijk gereden om mijn vader op te halen." Na de oorlog trad Jaap Komejan met Reina in het huwelijk. Hij bouwde in Domburg een administratiebureau op, nam personeel in dienst, en raakte in Koudekerke betrokken bij de produc tie van landbouwmachines. In i960 verhuisden ze naar België. Ze kregen één kind, een dochter. Toen die naar Canada vertrok, reisden ze haar achterna. Zonder rolstoel. Jaap Kome jan had van de dokters te horen gekre gen dat hij zijn hele leven invalide zou blijven. Maar daar legde hij zich niet bij neer. Hij moest en zou weer lopen, 'tegen wil en dank', en hoeveel pijn hem dat ook zou kosten. „Want als het me niet was gelukt, had ik mijn benen laten amputeren." Het oorlogsdagboek van Jaap Komejan zie www.pzc.nl/oorlogsdagboek

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 73