spectrum 8 Rolstoel dwingt Zaterdag 11 september 2010 Jaap Komejan Met zijn vriendin Reina als steun en toeverlaat bracht Jaap Komejan de oorlogsjaren door bij zijn ouders in de buurtschap Mariekerke. Meteen na de oorlog traden ze met elkaar in het huwelijk, foto archief Jan Komejan Stralen van vuur dalen De bevrijding kostte Walcheren twee verwoestende maanden. Inwoners vluchtten voor het water, en kwamen daarna in de vuurlinie terecht. Jaap Komejan hield een dagboek bij. Tussen 'fonteinen van water en aarde'. door Henk Postma Aarde, water en brokstukken van huizen vliegen honder den meters de lucht in. „Trots de verschrikkingen en de benauwdheid was het een pracht schouwspel", noteert ]aap Ko mejan (26) in zijn dagboek. Vanuit de deur opening van de schuur, bij het ouderlijk huis in Mariekerke, ziet hij vanuit zijn rol stoel hoe de Westkappelse zeedijk wordt gebombardeerd. „Alles schudt en beeft." Hij is zonet de schuilkelder, achter in de tuin, ontvlucht. Want daar stikte je in de kruitdamp. Als nog diezelfde middag tot hem door dringt dat Westkapelle vrijwel volledig is weggevaagd, en dat daarbij onnoemlijk veel slachtoffers moeten zijn gevallen, wij ken opwinding en angst voor ontzetting. „Snel bericht men ons dat Westkapelle zwaar is getroffen, en dat een gat in de zee dijk is geslagen, 's Avonds half negen alar meren wij de gehele buurt, omdat het zee water met grote golven het eiland binnen stroomt. Wij slepen alles naar boven wat wij kunnen, en gaan de nacht vol ongerust heid in." In de jaren vlak voor de oorlog was Jaap Komejan twee keer verongelukt Eerst met een vliegtuig. En daarna als tech nisch controleur tijdens werkzaamheden bij De Schelde in Vlissingen. Daardoor kon hij niet meer lopen. Hij bracht de oor logsjaren door bij zijn ouders in Marieker ke, met zijn vriendin Reina als inwonend steun en toeverlaat. Hij deed er administra tief werk voor de bezetter, en kon daar door onopvallend verzetskrantjes stenci len. Omdat hij aan zijn rolstoel was gebonden, stond hij machteloos tegenover het voort durend gevaar van bommen, granaten en opkomend water. Om toch wat omhan den te hebben begon hij een dagboek. Daarin doet hij meeslepend verslag van het dagelijks leven, de verschrikkingen, de doodsangst en de ontberingen in de herfst van 1944, als de geallieerden de Duitse be zetter ten koste van alles van het eiland verjagen. Terwijl hele dorpen en wijken door de ge allieerde bommen uiteen spatten, en zo wat heel Walcheren in een Waddenzee verandert, zoekt de bevolking ontredderd een zo droog en veilig mogelijk heenko men. „Fonteinen van water en aarde vlo gen omhoog", schrijft Komejan als op zon dagavond 17 september de voortdurende bombardementen beginnen op de Duitse stellingen, en de zeedijken aan de Walcher- se kust. Zeven weken lang breekt op ongeregelde tijden de hel los. Eerst werpen de vliegtui gen lichtsporen af: 'vuurballen, welke uit elkaar barsten en waaruit, als het water uit een gieter, stralen van vuur neerdalen op de kust'. Dat blijft niet onbeantwoord. „Uit alle beschikbare batterijen vuurt de Duitse luchtdoel op de snel naderende ma chines." En vervolgens voltrekt zich boven het eiland, tot voorbij Mariekerke, een ang stig spektakel. „De lucht is vol van barsten de granaten en zwaar ronkende vliegtui gen. De ene groep na den andere over vliegt de kust en gooit hun vernielende last uit." Ook van een afstand wordt dat, blijkens Komejans notities, als uiterst bedreigend ervaren. „In de serre wordt het te bar en we trekken ons terug in de kamer, doch hier is het nog veel angstiger en wij gaan weer spoedig terug. Alle deuren en ramen staan open, om het uitvliegen der ruiten te voorkomen. De ene machine na den ande re raast over onze woning omringd door een regen van metaal. Na anderhalf uur komt de laatste machine over ons huis en laat een regen van staniool achter. De kust is over een lengte van Westkapelle tot Vlis singen in een dikke rook- en kruitdamp weggenomen." Het is de aanzet tot een reeks dramatische, Dagboek komt voort uit geheimzinnig ongeluk Door Henk Postma Als gevolg van een vliegtuigongeluk be landde Jaap Kome jan in een rolstoel. Maar de toedracht is in een waas van geheimzinnigheid gehuld. Omdat hij gebonden was aan zwijgplicht, wilde hij er nooit over praten. Maar toen hij in 1992 toen hij voor de microfoon van het Zeeuws Documentatiecentrum zijn levensverhaal vertelde, lichtte hij een tip van de sluier op. „Ik werke bij de Marine Luchtvaart dienst, eerst als vliegtuigtechnicus, en ik deed er een opleiding tot pi loot. Eén van de officieren had een uitvinding gedaan, en die werd in een toestel gebouwd. Ik weet zelf niet wat er precies mis is gegaan, maar vermoedelijk zijn we daar mee verongelukt, en ik ben de eni ge overlevende daarvan." Zwaargewond, en met zijn benen verbrijzeld, lag hij ruim vier jaar in een ziekenhuis. Hij kon uiteinde lijk weer aan het werk bij De Schel de in Vlissingen. „Daar werden viermotorige toestellen gebouwd, en ik deed de controle. Daar werk ten toen ook Duitsers. Er werd veel gesaboteerd, en ik heb veel moeten afkeuren." Tot hij ook daar verongelukte. „Eén van die Duit sers trok een luchtslang omhoog, en ik maakte een smak. 't Was alles nog broos, zodat de boel opnieuw brak." Dat was vlak voor de oorlog. Gebonden aan zijn rolstoel trok hij in bij zijn ouders in het boerenge hucht Mariekerke, samen met Rei-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 72