media The goodthe bad and the ugly 39 Waarom was dat ene meisje altijd zo stil in de klas? Waarom keek die ene leuke klasgenoot me nooit aan? Ga naar een schoolreünie en je hoort hoe het zat. Jan Vriend sprak met Rob Kamphues, die voor de KRO het programma De reünie presenteert. TERUGGESPOELD media@wegener.nl 024-3650570 Zaterdag 11 september 2010 De klassen van Kamphues D Morgen (zondag) staat klas 5 havo uit 1988 van het Bonifatius College in Utrecht centraal in De reünie. In het mid den (met kaal hoofd) presentator Rob Kamphues. foto KRO e geur van natte jas sen in de gang, het krassende geluid van krijt op het schoolbord. Ga in gedachten terug naar je schooljaren en niet alleen de sfeer-van-toen, maar ook de ver vaagde gezichten uit die tijd ko men terug op je netvlies. Gezich ten met hun verhalen erachter. „In iedere klas zitten mensen die iets bijzonders te vertellen hebben", weet presentator Rob Kamphues (49) na bijna honderd afleverin gen van De reünie. „Vaak begint het maken van ons programma met de verbaasde vraag waarom we juist hun klas hebben uitge zocht. 'Wij zijn toch hartstikke saai?', zeggen ze dan. Soms weten ze zelf nauwelijks dat oud-klasge noten na hun schooltijd wonderlij ke dingen hebben meegemaakt." In het programma blikt Kamp hues niet alleen terug, maar laat hij vooral zien hoe het verder is ge gaan met de leerlingen van toen. Kamphues: „Dan blijkt er iemand in zo'n klas gezeten te hebben die één van de kapers van 11 septem ber heeft opgeleid. Of een jongen die het in Japan helemaal heeft ge maakt als vechtsporter. Of iemand die in Thailand een opvangcen trum voor bedreigde dieren is be gonnen. We zijn bij een man in Moskou langs geweest die een op leiding voor bodyguards runt. En bij een psycholoog die lesprogram ma's schrijft voor Warchild in Sierra Leone. Die bijzondere verha len geven een uitzending kleur." Na vijfjaar De reünie herkent hij voorzichtig een patroon in klas sen. „Er komen altijd vragen over waarom iemand vroeger zo was of deed. Als je daar dan met elkaar over praat, hoor je verrassende din gen. Dan vertelt een meisje, dat vroeger altijd zo stil was, dat ze thuis door een hel ging, omdat haar moeder aan de drank was. Voor ze op de fiets naar school stapte, had ze dan thuis de flessen verstopt en er streepjes op gezet om te voorkomen dat haar moe der de fout in zou gaan. Of je hoort het verhaal van een jongen die vroeger onzeker was omdat hij werd gepest. Het intrigeert me om te zien hoe zoiets jaren later nog doorwerkt in het zelfvertrouwen van iemand. In vrijwel elke klas proefje dan de gêne achteraf om dat niemand die plagerij van vroe ger zo heeft bedoeld." Toch maar weer even dat vooroor deel wegstrepen: een hoge oplei ding is geen garantie voor succes, is zijn ervaring. „Als het gaat om rijk worden, zie je dat doorsnee- mavoklanten het vaak het verst schoppen. In die categorie kom je jongens tegen die in doodgewone wijken zijn opgegroeid en de taal van de straat kennen. Grof gezegd stonden die als kind met de rug te gen de muur, zodat ze makkelijker risico's durfden te nemen. Want dat was de enige uitweg om aan de achterstand te ontsnappen. Leerlingen met een hoge opleiding hebben vaak een goede baan, maar geslaagde topondernemers zie je in die categorie weinig." Dat De rëunie al jaren ruim 1 mil joen kijkers trekt, heeft te maken met de tijdgeest, vermoedt Kamp hues. „Mensen hebben behoefte te rug te kijken op hun eigen leven en spiegelen zich daarbij aan de klassen die bij ons aan het woord komen. Daar komt bij dat het inte ger gemaakte televisie is. Wij krij gen mensen voor de camera die te door Johan van de Beek gen de commerciële omroep nee zouden zeggen. Toch komen ook wij niet overal binnen, hoor. Oude klasgenoten met een scheiding ach ter de rug of met een strafblad, hebben geen behoefte aan een ca mera. Maar de meesten doen mee." Rob Kamphues zat zelf op het vwo in Wassenaar. Hij herinnert zich een keurige, bijna saaie klas. In zijn examenjaar haalde hij nooit cijfers lager dan een zeven, maar dat was niet bijzonder in zijn klas. „Ik zat in een groep met briljante leerlingen. Met mijn acht voor wiskunde 1 en 2 was ik de slechtste van de klas, maar dat kwam dus omdat de anderen alle maal negens en tienen scoorden. Ik merkte toen al dat anderen al tijd beter waren als het ging om studeren. Om me te kunnen on derscheiden, ging ik grappen ma ken. Bij het schoolcabaret stond ik voor het eerst voor een publiek. En daar zong ik liefdesliedjes om indruk te maken op meisjes." Bij het maken van De reünie leerde Rob Kamphues misschien wel meer dan op school, beseft hij. „Het programma heeft me volwas sen gemaakt. Alle verhalen die ik te horen krijg, leren me hoe het le ven in elkaar zit. Ze laten me zien hoe ervaringen uit je jeugd later doorwerken. Zo werkt het voor de kijker ook, hoop ik. Het program ma stimuleert om na te denken over je eigen schooltijd en over de keuzes die je daarna maakte. Zo geeft het een reflectie op je eigen leven. Maar dat klinkt alweer inge wikkelder dan ik het bedoel, want ik verwacht echt niet dat we met De reünie de wereld kunnen veran deren. Als kijkers er iets positiefs uit halen, is dat meegenomen." De reünie, morgen (zondag), Ne derland 1, 20.20 uur. Reageren? redactie.media@wegener.nl In de serie Teruggespoeld staat wekelijks de spot gericht op een filmklassieker die op veel mensen een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Sergio Leone had al een reeks rol prenten op zijn naam staan, toen hij in 1964 een oude wens in vervul ling kon laten gaan: een western ma ken. 'A fistful of dollars', een jaar later ge volgd door 'For a few dollars more', zou de opmaat worden voor wat later bekend zou worden als de 'dollartrilogie'. Apotheose van deze trilogie was 'The good, the bad and the ugly' (1966) die behoort tot de hoogtepunten van de spaghettiwesterns. De Leone-westerns wijken af van de mees te Amerikaanse westerns omdat ze elemen ten als zwarte komedie, uitvergroot ge weld, intense aandacht voor details (het best tot uitdrukking gebracht via extreme close-ups van gezichten) en choreografie, gebaseerd op muziek (de soundtracks van Ennio Morricone zijn nu nog steeds ico nen) op virtuoze wijze combineren. De uitgangspunten van de drie dollarfilms zijn nagenoeg identiek: een vreemdeling zonder naam of duidelijke identiteit arri veert in een stadje. No-Name wordt in de drie films gespeeld door Clint Eastwood. No-Name's verschijning is een stijlbreuk met de cleanheid van de Amerikaanse western. Allereerst is daar die ongeschoren kop met die ogen die alles en iedereen wan trouwen. Dan is er die sigaar die te pas en te onpas in de mondhoek hangt. De pon cho is een kledingstuk dat je verwacht bij een arme Mexicaan, niet bij een revolver heid op een wit paard. Maar No-Name is geen held in de klassieke betekenis. In 'The good, the bad and the ugly' is hij de goede. Clint Eastwood (links) als The good en Eli Wal lach als The bad. foto CPD No-Name is misschien de minst gemene, de minst a-morele van het trio dat verder bestaat uit Lee van Cleef als Angel Eye (The ugly) en Eli Wallach als Tuco (The bad). Tegen de achtergrond van de Amerikaanse burgeroorlog zijn deze drie protagonisten op zoek naar een goudschat. Ze hebben alle maal een deel van de puzzel over de vind plaats in hun bezit. De film gaat in essentie over de vraag wie van hen als eerste de puz zelstukjes bij elkaar krijgt. Om dat doel te bereiken, gaan ze over lijken. De film wis selt realistische geweldsscènes af met hu mor en melodrama. Eastwood is onver stoorbaar en blijkt uiteindelijk een moreel man. Lee van Cleef is formidabel als gewe tenloze Angel Eye. Eli Wallach speelt als Tu co de rol van de boerenslimme komiek te gen wil en dank. 'The good, The bad and the ugly' is de meest Italiaanse van de Leo ne-westerns, omdat hij hier weergaloos ba lanceert tussen hommage en parodie. Tot slot een persoonlijke opmerking: het duel a deux tussen Harmonica en Frank in 'On ce upon a time in the West' kan niet tippen aan de superb gefilmde shoot-out a trois in deze prachtfilm.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 109