vaak vergeten
13
Retrospectief Carrière
i8Si 1
woensdag 1 september 2010
Belle de Jour
met de befaamde regisseur Luis Bunuel.
„Als je met Bunuel mag werken, voelt dat
alsof je ineens in de finale van de Olympi
sche Spelen staat. Er gaat niets boven dat.
Ie wordt gedwongen om het beste van je
zelf te geven, om voortdurend in topvorm
te zijn en niet gemakzuchtig te zijn, geen
genoegen te nemen met het eerste idee dat
bij je opkomt. Ik heb veel van hem geleerd,
vooral het feit dat de menselijke verbeel
ding geen grenzen kent. Dat is een zijn les
sen."
Bunuel en Carrière werkten bijna twintig
jaar samen, wat leidde tot zes films. „Hij
was zowel mijn vader als mijn zoon, want
soms moest ik voor hém zorgen. Het was
een vriendschap, een familieband, zeker
een van de twee, drie grote ontmoetingen
en avonturen in mijn leven. Die andere
was natuurlijk Peter Brook. Van Brook leer
de je: er is geen theorie, alleen de praktijk
telt. Elke theorie verdeelt, elke praktijk
brengt mensen samen."
„Jacques Tati en Pierre Etaix: waren mijn
eerste meesters. Zij leidden me naar de
filmwereld en leerden me de basiselemen
ten van deze taal. Het is een echte taal. Als
je dat niet doet, misluk je. Dan is het als
Chinees schrijven zonder Chinees te ken
nen. Dat is ook waarom zoveel roman
schrijvers falen als ze proberen een film te
maken. Ze kennen de taal niet. Een scena
rioschrijver is een filmmaker en geen schrij
ver. Je gebruikt een andere taal. Ik ben al
tijd verbaasd als mensen zo'n simpel feit
niet begrijpen."
Carrière heeft ongeveer evenveel eigen sce
nario's geschreven als boekbewerkingen ge
maakt. „Het is hetzelfde werk. Op een gege
ven moment moet je de filmtaal zien te be
reiken. Een bewerking is meestal nog moei
lijk dan een origineel scenario. Als je zelf
een verhaal bedenkt, zie je het bijna on
middellijk als een film voor je. Als je een
roman bewerkt, moet je daarvan eerst zien
los te komen, van het taalgebruik, van de
stijl, van het literaire. Bunuel zei altijd dat
een bewerking maken meer tijd kost dan
een oorspronkelijk verhaal en ik geloof dat
hij gelijk had."
„Als je een boek bewerkt, doe je dat omdat
er interessante momenten in zitten die
ook interessante momenten zouden kun
nen zijn in de film. Maar op een gegeven
moment moet het boek sluiten en de film
gaan schrijven."
Radicale veranderingen zijn doorgaans
noodzakelijk. „Dat levert vaak veel discus
sies op, vechtpartijen soms. Dat is volko
men normaal." De film staat uiteindelijk
op zichzelf „Zij is niets verschuldigd aan
de literatuur. De filmtaal is vaak zelfs com
plexer en subtieler dan de literaire taal.
Maar om een of andere reden is het presti
ge van de literatuur zo sterk, dat doorgaans
- ik weet dat uit persoonlijke ervaring - de
scenarioschrijver wordt gezien als een
slechte romanschrijver, als iemand die
geen romanschrijver kon worden en daar
om maar scenario's is gaan schrijven. Dat
is absurd. Dat is net zoiets als zeggen dat
een schilder een slechte beeldhouwer is."
Die Blechtrommel
Film by the Sea belicht tijdens
het festival uitgebreid het
oeuvre van Lifetime Achieve
ment Award-winnaar Jean-Claude
Carrière. Er zijn tien films te zien
waaraan hij heeft meegewerkt,
waaronder Journal d'une femme de
chambre (1964), Viva Maria (1965),
Belle de ]our (1967), La piscine
(1969), Un amour de Swann (1984),
The unbearable lightness of being
(1988), Valmont (1989) en Goya's
ghosts (2006).
Bijzonder onderdeel is de verto
ning van Die Blechtrommel (1979)
van Volker Schlöndorff (winnaar
Lifetime Achievement Award in
2007). Het gaat om een nieuwe ver
sie die 22 minuten langer is dan de
originele.
Donderdag 16 september (20.30
uur) is de Europese première van
The 4th wall, waarvoor Jean-Clau-
de Carrière het scenario schreef.
De complete cast is daarbij aanwe
zig. Voorafgaand (19.00 uur) gaat
Ronald Ockhuysen met Carrière in
gesprek tijdens een publiek debat.
W
Journal d'une femme de chambre.