m 33 wonen BUITEN LEVEN Rotstuin voor dummies 8 Verblind door liefde wonen@wegener.nl 024-3650509 Zaterdag 21 augustus 2010 Erik e? erna Oogn.k zijn \erslingerd aan alpiene planten, die zich perfect hebben aangepast aan de meest onherbergzame omstandigheden. Ze richtten er een rots- tuin van 2.000 vierkante meter mee in. £eto s Emiel Muijderman in overleven boel op de been te houden, in de alpiene tuin werd geen druppel water vergoten. Erik Oogink: „Die planten worden dan wel helemaal dor en bruin, maar onder de grond houden ze vol. Na een lekkere regen bui zie je de boel weer tot leven komen. Ook na strenge vorst denk je soms dat er veel kapot is gegaan, maar het komt meest al weer goed." Erik en Irma Oogink deden hun liefde voor de alpiene planten op tijdens bergwandelin gen, van de Alpen tot de Pyreneeën en van Scandinavië tot de Rocky Mountains. Al die berggebieden hebben hun eigen vegeta tie en de Ooginks proberen uit alle wind streken wat te halen. Maar realistisch zijn ze ook. „Je moet ook niet alles willen heb ben in ons land. Er zijn plantjes die gedijen dankzij gletscherwater. Er zijn mensen die ze daarom begieten met een waterleiding systeem dat via een koelkast loopt. Dat hoeft voor ons niet." De Ooginks roemen juist het gemakkelijke karakter van de rotstuin. De aanleg is een hele kluif vanwege de bergen gebroken bak steen die eraan te pas komen, maar als het allemaal is aangeplant, heb je er amper om kijken naar. Een beetje wieden, dat is het wel. Rotsplanten zijn geen woeste groeiers, dus in toom houden hoeft niet. Sterker nog: sommigen doen er jaren over om van maatje duimnagel uit te groeien tot mini- broccoliroosje. Gelukkig zijn er in tuincen tra ook rotsplantjes te koop die wat sneller fleur en kleur geven. Vooral in mei-juni is Een rotstuin maken is helemaal niet zo lastig. Kies een plek in de zon of halfschaduw liefst met een ruggensteuntje Niet tegen een houten schutting, liever tegen een stenen muurtje of betonnen schutting! Enorme heuvels bouwen mag niet zonder toestemming van de gemeente. Maar op een kleine verhoging van gebroken bakstenen, stukken stoeptegel of dakpannen is al genoeg te planten. Op de verharding komt een grondlaag van hooguit 5 centimeter, liefst een mix van PH-neutrale potgrond, grond en gaat de grond ook tussen de stenen I zitten, zodat aan f*. de buitenkant van de bult ook plantjes gedijen. Gemakkelijke rotsplanten zijn bijvoorbeeld schildzaad (Alyssum), scheefkelk (Iberis), lage soortjes van de Campanula, kruipende Phlox en de de rotstuin een lust voor het oog. „Je kunt beter met die makkelijke, algemenere plan ten beginnen. Die zijn sterk en geven met een body. Als het goed gaat en je hebt er aardigheid aan, kun je je aan wat lastiger soorten wagen en de ergste woekeraars er wat uithalen." Het grootste gevaar voor rotsplanten is niet verdroging of strenge vorst, maar natte voe ten. Daarom houden ze het in volle grond meestal maar even uit. „Je moet kijken hoe het in de echte bergen is", zegt Erik Oogink. „Steen op steen, met maar heel weinig grond ertussen. Ik bedek de puin- hoogtes met een laagje van hooguit 5 centi meter grond (zie kader, red). Als je het een tijdje laat liggen, worden de kieren en ga ten ook gevuld. Op het laagje grond leg je sierstenen en daartussen zet je de plantjes. De toplaag wordt afgedekt met kleine steen tjes. Die zorgen er aan de ene kant voor dat er geen vocht rond de wortelhals blijft staan waardoor de plant zou kunnen weg rotten. Aan de andere kant zijn die steen tjes ook een isolatiedeken die zorgt dat de grond nooit helemaal uitdroogt." De plantjes zelf hebben prima mechanis men om barre tijden te overleven. Viltig grijs blad bijvoorbeeld, dat het water niet zo snel laat verdampen. Of penwortels die het water soms wel van 1,5 meter diep kun nen halen. Ook de typerende kussenvorm heeft een functie: knus op elkaar verdam pen de plantjes minder water en door het lage model staan ze minder bloot aan gure wind. Erik Oogink wijst bijvoorbeeld op Daphne Mount Olympus. „De naam geeft al aan waar ze vandaan komt en dat ze dus tegen bloedheet kan maar ook tegen extre me kou." De meest extreme planten van de Ooginks zijn de Androsaces, die in het wild nog tot 6.000 meter hoogte voorko men, vlakbij de eeuwige sneeuw. „Wie al piene planten wil hebben, moet respect hebben voor de natuurlijke standplaats. En zelfs op de ideale plek zijn er lastpak ken waarvoor je veel geduld moet hebben. Een gentiaan uit de Himalaya bijvoor beeld, die na zeven jaar pas gaat bloeien." Volgens de liefhebbers zit de charme van rotsplanten niet in groots en meeslepend, maar juist in het bescheiden, volhardende karakter. „Ais iets ondanks extreme om standigheden goed de winter doorkomt, of als je na jaren de eerste bloemen aan iets ziet, dat is onze voldoening. Maar het mooiste is als oudere mensen die al jaren niet meer in de bergen zijn geweest, hier compleet in vakantiesfeer komen. Daar doen we het voor." De alpentuin van de Ooginks wordt nu gere noveerd en is vanaf 2012 weer te bezoeken. M Reageren? www.alpigena-saxifrages.nl/ alpentuinagelo.html redactie.wonen@wegener.nl kruipende teunisbloem (Oenothera missouriensis). 's Winters kan blad blijven liggen, dit bootst de isolerende sneeuwlaag na. Sproeien hoeft bijna nooit. Bij bruin worden na droogte niet te snel planten verwijderen, vaak komen ze weer bij. Zien hoe mooi het kan worden? Kijk op de site van de Nederlandse Rotsplanten Vereniging (www.rotsplantenvereniging.net) voor aanlegtips en links naar bezoektuinen. Frederike Krommendijk, journaliste, hobbytuinier en boekenschrijfster, geeft haar kijk op het buitenleven. Liefde maakt blind. Dat is niet erg, da's juist wel fijn. Als je vriendin haar nieuwe vlam laat zien, is het wel zo handig dat je denkt 'dat is helemaal niet mijn type' dan dat je meteen een koortsachtig verlangen voelt opvlammen. En als hij zijn knokige arm om haar heen slaat, is dat eng, tot dat je ziet hoe zij ervan begint te stralen. In al die lelijkheid ziet zij kennelijk iets waarvan haar hormonen op hol slaan. Prachtig geregeld. Met tuinen is de liefde al net zo selectief. Ik heb er al veel be zocht die door de eigenaar stuk voor stuk als paradijsjes waren afgeschilderd. Sommige heb ik echt verdrongen vanwe ge al te erg, maar ik herinner me nog iets waaraan een enor me heuvel en druipsteengrot ten te pas kwamen. En dat al les woest be plant met afrikaan- tjes, salvia's en ander akeligs uit de eenjari- genhoek. Of een spiri tuele tuin, waarvan ik vaag iets kan terughalen met een groen- blijver in het welvaartshoekje en voorouderstenen. Of zoiets. Direct weggaan is ook al weer zo bot, dus maak je braaf een rondje. Maar het grappige met tuinen is dat mensen er.zelf vaak zo enthousiast over doen, dat de vonk nog overslaat ook. Geen haar op je hoofd die er aan denkt ook zoiets monster lijks aan te leggen, maar als mensen je met weidse armgeba ren en glinsterende ogen door hun lusthof leiden, moetje wel een heel erge zuurpruim zijn om het ook niet een klein beet je mooi te gaan vinden. Als ik foto's zie van onze tuin van jaren geleden... Die was ook tamelijk erg. Nog niks van structuur te bekennen, maar al wel sperziebonen kweken en ge raniums ophangen. Nu vinden we dat kneuterig, toen was het prachtig. Want alles was in een waas van verliefdheid be dacht. Iedereen die ik toen door ons hofje heb geleid, bied ik alsnog excuses aan. En voor uit: die babyfoto van onze zoon met dat grote glimmende hoofd erop, was misschien ook minder boeiend dan ik zeven jaar geleden dacht. Maar die tuin die we nu. hebben, moet u echt eens komen zien. Geloof ik.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 53