i5 spectrum
de geur van de
V
Zaterdag 14 augustus 2010
tandy en Middelburger Thijs. Tijdens hun verblijf publiceerde deze krant elke twee
ie, vaak ook de eerste keer zo lang van huis weg. Hoe kijken zij terug op hun tijd in Af-
door Ondine van der Vleuten
jn aankomst in maart de eerste pa
ndt het sap geoogst en dat droogt
arlijk wat geld op, zeker als de
rdt tot heroïne. „Poppy, noemen
ten op harde, grijsblauwe stengels
t een kenmerkende, bijna niet te
)en met opzet dóór die akkers
alang er op de wegen bommen lig-
len. Soms moest je er met grote
er elkaar, om de schade te beper-
onvermijdelijk. We hebben een
le boer op ons afkwam, met gehe-
delijk te maken dat wij weinig
ten bijna oogstrijp waren, dat de
men mensen uit andere streken,
ïaliban werden ook actiever. Voor
igrijke inkomstenbron; die willen
wel alternatieven gestimuleerd,
ir ik geloof niet dat dat veel zoden
tk was, denk ik: hoe leuk is een
lujd leuk te zijn, het is werk. Wat
als. Zwaaien, als je de poort uit-
ine Nederlandse gesprekjes. Hey,
j ook. En dan stak je je duim om-
ndergaande zon speelde je 's
ïkje verderop zat iemand gitaar te
ioitjes, speelden De Colonisten
oemden we het afgezette gedeelte
a Met een opblaasbare palmboom
cis het een beetje opgeleukt. Daar
i een bloembak gemaakt van een
zak diein een stalen frame hangt
muur van hesco's, als raketvan-
cetten om onze oren gehad. Ik
Een felroze boerka, een strandlaken en een herinneringsbord
je van de missie. Dat heeft bushmasterchauffeur Randy mee
genomen als herinnering aan Uruzgan. Maar de echte herin
neringen, die zitten in zijn hoofd. Geuren maken daar een
belangrijk onderdeel van uit.
„Die typische lijfgeur van de Afghanen... Zij zweten natuurlijk elke
dag. Doen wij ook. Maar wij hadden douches, zij moesten het doen
met een bad in de rivier, soms. Wij hadden toiletten, zij... nou ja, zij
doen het overal. Alleen als er zo'n Sunday shura was, zo'n bijeen
komst met belangrijke locals, werd er een hokje gemaakt met gaten
in de grond.En precies boven die scheitput zaten wij, in de uitkijk
post. Stinken! En een vliegen!"
„Graatmager zijn ze, de Afghanen. Als er een bij zit dit wat dikker is,
weet je: die heeft geld. Maar zo mager als ze zijn, ze kunnen aanpak
ken. Daar zouden wij hier in Nederland nog wat van kunnen leren.
Als ik aan de Afghanen denk, zie ik hun handen en voeten voor me:
grote handen, echte werkhanden. Als het op werken aankomt, zijn
het echte mannen. In de paar maanden dat wij daar zaten, heb ik
een hele weg zien ontstaan. Met man en macht deden ze dat, wat
wij hier met bouwmachines in een halfjaar doen, doen zij in een
week met twintig man. En met hun blote handen, hoogstens eens
dat er een wagen komt om stenen aan te voeren. Ben je ergens een
week niet geweest, staat er een nieuw gebouw. Daar heb ik respect
voor, zo hard als die werken."
„Ik hou van kinderen. Ik was heel benieuwd hoe kinderen daar le
ven. De eerste week vond ik het leuk, de kinderen die voortdurend
sjaan, sjaan roepen. Dat betekent: 'geef. Vaak staan ze dan met hun
duim in hun mond te gebaren dat ze drinken willen. Geef je ze een
flesje water, dan gooien ze het vaak gewoon weg. Vers drinkwater!
Het gaat ze niet om het water - als ze dorst hebben drinken ze wel
uit de rivier de Helmand - maar om het plastic flesje. Na vier maan
den vond ik het alleen nog maar vervelend, altijd maar dat sjaan,
sjaan."
„Ik heb een chipsverslaving. Mijn vriendin stuurde me altijd de goe
de op, hamka's dus. Die van daar waren anders. Op een dag had ik
daar chips gekocht, in een blikje. Of het nou vet of water was, ik
weet het niet, maar op het laatst droop het gewoon van de chips af.
Smerig. Ik mag niet klagen over het eten, maar alles smaakte net een
beetje anders. Zelfs aardappels. Meestal aten we trouwens rijst. Ben
ik niet dol op, maar ja. Wat we ook heel veel aten; noedels. Op ons
voertuig lag standaard een grote bak met noedels in allerlei smaak
jes."
„Ik ben met gemengde gevoelens teruggekomen. Je gaat erheen met
het idee dat je het land gaat helpen opbouwen. Je wilt verbetering
zien, alles goed overdragen aan de Afghaanse regering. Je ziet dingen
tot stand komen, wegen verschijnen. Tegelijk is er die Taliban, die al
les weer afbreekt wat je opbouwt. Ik zie ze nog niet weggaan."
te
an die gebeurtenis zijn bijna niet
[Vos ik jarig. Ik heb het niet ge-
niéttee|wa*frde a^'yerJaSrda-
itfirgêkomer) dat het wél waardi
:nzijn met familie en Vnehdéft.-E>i
imilie en vriëndéhs%b *tfoheel
igrijke les die ik tijdermie/e uim
echt belangrijk vind."
éépéw
Twee weken voor hij naar Uruzgan vertrok, vroeg Thijs zijn
vriendin ten huwelijk. „We waren al zeker van elkaar, maar
als militair word je gedwongen extra bij dingen stil te staan.
We hebben voor ik wegging heel veel met elkaar gepraat.
Nog voor ik op het vliegtuig stapte hebben we de datum geprikt: mei
2011."
„Ik was nog nooit zo lang van mijn vriendin gescheiden geweest. In
het begin had ik het zo druk dat ik er niet zo mee bezig was, maar in
moeilijke periodes heb ik haar echt gemist. Ie belt en mailt wel, maar
het gekke is dat het steeds moeilijker wordt om te communiceren.
Het is daar zo'n andere wereld - je hebt op een gegeven moment zo
veel uit te leggen dat je er maar niet eens aan begint. Sommige din
gen mag je ook niet vertellen, andere dingen zijn te ingewikkeld. Op
een gegeven moment had ik mijn moeder aan de telefoon, maar ik
wist niet wat ik moest zeggen. Je krijgt ongemakkelijke stiltes, terwijl
er in feite zoveel te vertellen is. Aan het eind denk je ook: ik ben toch
bijna thuis, ik vertel het straks wel."
„Elke dinsdag kwam de halo, de grote helikopter die ook post mee
bracht. Wij zaten aan het eind van de logistieke lijn. Als de halo ka
pot was of zo, kwam er geen post. Dan merk je opeens hoe belang
rijk het voor je is. Post is het enige wat je van thuis hebt, iets van het
leven daar in de periode dat jij er. niet bent. Ik hing alles aan de
muur, de foto's en de kaarten. Het werd eigenlijk steeds gezelliger,
op mijn kamer."
„Naast ons kamp lag de burnpit: een kuil waarin al het afval werd ver
brand. Als de wind verkeerd stond, hing er een walm over het kamp
van verbrand plastic, etenswaren, alles. Het brandde en smeulde al
tijd. Aan de andere kant lag het vloeiveld, waar de riolering op uit
liep. Als de wind een beetje draaide, had je strontlucht. Gelukkig ruik
je het op den duur niet meer."
„Uruzgan was zo ontzettend stoffig - en dan zweette je ook nog de
hele tijd. Dat is geen lekkere combinatie. Uruzgan kon ook ontzet
tend stil zijn, en ontzettend donker. Als 's nachts de maan niet
scheen, kon je letterlijk geen hand voor ogen zien. Je wist dat je je
hand voor je ogen heen en weer bewoog, maar je zag niets."
„Toen ik terug in Nederland was, móest ik heel erg wennqn aan de
drukte. De eerste dag was ik in een winkelstraat in Eindhoven. Uruz
gan is grauw,maar daar waren zoveeHtleurerjj en zoveel menserifffö"-
veel geluid, spullen, zoveel alles. Ik had maanden niets gekocht
en had gelijk de neiging door te slaan. Mijn vriendin moest me tegen
houden. Ik heb een playstation gekocht, een luxe koffiezetapparaat,
een nieuw mobieltje." 5r»
„Toen ik in Zeeland kwam, hadden ze een surprise-party voor me gei
ófganiseerd. Het eerste wat ik hoorde was het nutteer 'Leef .wan.
Jan Smit Dat was zo'n beetje het feelgootirmmrtie/i/an Uruzgffi.'ïe-
dereen had die cd, want iedereen had 'm gekregen na zijn optreden
daar. Leef. Veelzeggende titel, ja."
Zie voor video en eerdere afleveringen: www.pzc.nl/Uruzgan