spectrum 14
Zaterdag 14 augustus 2010
Burka's, bommen er
Marc is in Uruzgan rustiger geworden. „Volwassener wit
ik het niet direct noemen", zegt de bushmaster-chauf-
feur. „Ik haal nog steeds grappen uit. Scheerschuim in
schoenen spuiten, achteruit door de McDrive rijden,
een tafel boven iemand z'n hoofd zetten als hij ligt te slapen en dan
keihard beginnen te schreeuwen... Dus volwassener is misschien niet
het goede woord. Maar ik heb wel levenservaring opgedaan. Mijn
waardering voor wat we hier hebben is gegroeid. Alles is hier beter:
de positie van de vrouw, de medische zorg, het onderwijs, de vrij
heid van meningsuiting."
„Ergens aan het begin van de uitzending had ik mijn beste moment.
Ik was nog niet gewend aan het land, overweldigd door het besef
dat ik echt in een compleet ander land zat. Ik zat goed in mijn vel en
had helemaal het gevoel dat ik op mijn plaats was. Dieptepunten
kwamen later. Ik herinner me die keer dat we ergens voorbij Coyote
een rotspad moesten maken. Het was een bijna onmogelijke klus en
daar kwam nog bij dat de rupsband van onze genietank eraf liep. Op
dat moment kwam het bericht dat er een strike was geweest. We
wisten dat er misschien ook mensen van ons bij zouden zitten. 'Con
tact IED. We zien drie lichamen. Ze bewegen niet', hoorden we.
Dan voel je je zo machteloos."
„Waar denk ik aan, als ik denk aan Uruzgan? Aan de thee die je daar
vaak te drinken kreeg, bijvoorbeeld. Lekker. Er dreven takjes en
blaadjes in, je kreeg er een bakje ruwe brokken suiker bij om in je
mond te laten smelten. Als je het kamp verliet, zag je de velden waar
op de boeren hun land bewerkten, mannen die rondreden op hun
brommertjes, kinderen die speelden. En alles zat vol stof. )e neus, je
longen waren voortdurend vol stof. Nadat ik terug was, heb ik nog
zeker vier dagen zo'n stofhoestje gehad.
„Als je op je voertuig ging zitten, verbrandde je kont. Zo heet was
het. In de voorpost Coyote hebben ze een keer 60 graden gemeten
in de schaduw. De wind die bijna altijd om je oren suisde, bracht
geen verkoeling. Die was ook heet, net een föhn die in je gezicht
blies. Niet prettig."
,,'s Nachts, als je op de uitkijk stond, hoorde je vaak de krekels. Enor
me krekels waren het„ wel tien centimeter groot. Op een dag kwam
een maat van me met zo'n krekel aan een: touwtje aanzetten. Kijk,
zei hij, ik heb er een gevangen. Later heb ik er zelf ook wel eens een
gevangen, toen we ons verveelden."
„Bij ons kamp in Deh Rawod stonden drie zeecontainers in een hal-
^vrknng: dat was de bazar van de drie Daltons, zoals wij ze noem
den. Afghanen~dïe-"ei*handel dreven, speciaal voor de mufïSffén. Ie
kon er usb-sticks kopen, computerboxjes en dat soort spul, maar ook
souvenirs. Ik heb een hoofddeksel gekocht, een T-shirt met 'Afgha
nistan' erop, een paar sjaals, een waterpijp."
„Toen ik net terug was in Nederland, zit ik in de auto toen mijn züs
de kofferbak nogal hardhandig dichtgooide. Ik schrok me kapot. Bij
plotselinge harde geluiden heb ikdat.
Gisteren onweerde het. Een flits, en daarna een harde klap. 'Heb ik
alles nog?', dacht ik, en toen: 'Ja, ik leef nog.' Het is nog een beetje
wennen."
Ze zijn weer terug uit Uruzgan: Mare uit Goes, de Vlissingers Zico en Kjeld, Hulstenaai
weken brieven uit Tarin Kowt en Deh Rawod. Voor hen allemaal was het de eerste mi
ghanistan? Vandaag het slot: herinneringen aan Uruzgan.
Op Kamp Holland heeft Zico meerdere malen beschietin
gen meegemaakt. „Op een avond kwam er twee keer een
raketgranaat neer op zo'n honderd meter van mijn slaap-
plek. Daar had ik onder kunnen liggen. Eén beschieting
vooral zal ik nooit vergeten. Ik zat buiten het kamp wat te roken, de
dag te overdenken. Om het kamp heen was het pikdonker. Opeens
hoor ik een doffe klap. Nog geen seconde na de inslag vloog de raket
over ons heen. Je zag niets, hoorde het alleen. Een geluid dat ik nooit
meer hoop te horen. Bijna tegelijk begon het luchtalarm."
„Ik kwam thuis op een zondag. Elke maandag heb je dat oefenalarm.
En dat lijkt veel op dat van een inkomende raket, héél veel. Ik was
net tien minuten wakker, mijn moeder stond de was op te hangen,
de deur naar mijn kamer stond open. Toen het alarm klonk, dook ik
in een flits op de grond, onder het bed. Dekking zoeken. Mijn moe
der zei: 'Wat doe je nou?' Met het WK, toen er vuurwerk werd afge
stoken, moest ik even tegen mezelf zeggen; niks aan de hand, dit is
vuurwerk."
„Het is jammer dat ik geen foto's meer heb. Mijn computer is ge
crasht. Ik had prachtige foto's, van de natuur, van het dagelijks leven.
Het is een prachtig land. Als je daar 's nachts naar de hemel kijkt, zie
je geen sterren, maar een hele melkweg. Als je op een hoge uitkijk
post staat, liggen onder je de dorpen en de akkers, als je blik verder
gaat kom je de rivier tegen, en nog verder bergen en de zandvlakte
van de woestijn. De kinderen verkopen zelfgemaakte katapults. Als
je ziet hoe goed die daarmee kunnen mikken: ongelooflijk. Ik heb er
een gekocht, bij wijze van souvenir. En grappige mini-burka's, die je
om een fles kunt doen en edelstenen. Robijn, saffier, sterrobijn. Ik
heb ze laten taxeren: allemaal echt."
„Mijn eerste taak, naast de verzorging van gewonden, was searchen.
Bermbommen vinden, IED's. Ik heb er één gevonden. Op zo'n mo
ment voel je je hart goed tekeer gaan, dan heb je de adrenaline hoog
zitten, dat verzeker ik je. Die dag waren wij Quick Reaction Force,
dus onmiddellijk inzetbaar. Om een uur of zeven sta je op. Het is
dan nog redelijk koel: een graad of 25, 30. Twee uur later is het al te
gen de 40 graden. We reden naar het oosten, waar vermoedelijk een
bermbom zou liggen. Ik had mijn helm op, schermvest aan, handwa
pen bij me, en in mijn hand de detector, de minelab. Daarmee ga je
uiterst geconcentreerd heen en weer. Je sluit je zoveel mogelijk af
voor de omgevingsgeluiden en luistert: piep..piep..piep... Niks bijzon
ders, weet je dan, gewoon stukjes metaal. Maar opeens veranderde
de toon. Stop! Je gebaart de explosieven opruimingsdienst dat je beet
hebt. Dat is het, dan nemen zij het over."
„Voor mij was dat een hoogtepunt. Daar heb je dan je al die tijd voor
geoefend. Het dieptepunt? fHet overlijden van mijn opa, aan het be
gin van de uitzending."
Sergeant Kjeld zag kort na
pavers bloeien. Daarvan
op tot opium. Brengt beh
opium verder verwerkt w
ze die plant daar. Roze-witte bloe
met wasachtige blaadjes. Ze hebb
omschrijven geur. Groenig. Wij li
heen, voor onze eigen veiligheid,
gen, blijven wij door die velden li
groepen doorheen; dan liep je acl
ken. Toch trap je wat kjpot. Dat i
keer meegemaakt dat een woedei
ven sikkel. Onze tolk wist hem dl
keus hadden. Je merkte, als de pla
boeren agressiever werden. Er kw
om te helpen met de oogst. En de
hen is de teelt van poppy een bel:
ze beschermen. Vanuit Isaf werde
zoals de verbouw van saffraan, m
aan de dijk zette."
„Als mensen vragen of het werk l
normale werkdag? Het hoeft niet
ik leuk vond, is het contact met lc
ging. Soms had je met kinderen k
alles goed? Met jou ook? Ja, met n
hoog. Daar had ik plezier aan. Bij
avonds een spelletje schaak, een s
spelen. We hielden volleybaltoen
van Katan in de tuin. De tuin, zo i
naast onze slaapplaatsen. Puur pri
en uit hout gezaagde grassprieten
groeit niets uit zichzelf. Iémand h
stukje hesco. Dat is 7.0'n grote zan
Om het kamp heen stond een hel
ger." ;.j Ij
„We zijn beséhpten.jwp hebben r,
ben bang geweest, ja! Óns team w
waarbij twee mariniersomkwami
treden, 'de intensiteit en de impac
over te brengen; Tien dagen daarr
vierd. Normaal gesproken he^ht il
gen. maar het gékke is: ik beiiferac
'ïieeft. Niet het feest, maar netsarr
Verjaardags-dvd met beelden van
vaak bekeken. Dat is een heel bela
zending geleerd heb: wie en wat i