sport 133
Zet Servais Knaven maar op de fiets
AFSCHEID
Servais Knaven speldt morgen bij de Ronde
van Etten-Leur voor de allerlaatste keer
een rugnummer op als profwielrenner.
Carrière Servais Knaven in vogelvlucht
zaterdag 14 augustus 2010
Servais Knaven deed negen keer mee aan de Tour de France.
De laatste keer was in 2005. Zeven keer haalde hij Parijs.
In 2003 won hij de etappe naar Bordeaux.
door Ad Pertijs
Meerle. Iedereen be
gint er over. Het is
mooi en vooral
groot. „Ik merk dat
ik me er haast voor
verontschuldig als het ter sprake
komt. Natuurlijk is het groot, maar
ik heb het niet weggezet om ieder
een te laten zien wat ik allemaal
heb. Natascha en ik hebben alles sa
men opgebouwd. En er samen
hard voor gewerkt. Dit een huis
voor ons gezin, niet voor de buiten
wereld."
Als je hem vraagt wat 'typisch Ser
vais' is, komt hij als eerste met de
combinatie van bescheidenheid en
trots. „Veel dingen hoeven van mij
niet, maar ik kan er wel weer van
genieten." Zoals van zijn afscheid.
Alle moeite die mensen doen om
hem een mooi vaarwel te bezor
gen, geven hem een ongemakkelijk
gevoel. „Maar ik vind het ook
prachtig. Ze vroegen me wat ik ab
soluut niet wil op die dag. 'Dat jul
lie me in een open wagen over het
parkoers rijden' heb ik toen ge
zegd. Zet mij maar op de fiets."
In het najaar van 1993 mocht Kna
ven stage lopen bij TVM en dat re
sulteerde in zijn eerste contract als
profrenner. „Vergeleken met nu
werd het je als beginner veel lasti
ger gemaakt door enkele oudere
renners. Je moest eerst bewijzen
dat je het waard was om prof te
zijn. Ze beschermden hun eigen
winkeltje, als het ware. Ik heb het
idee dat wij nieuwe jongens veel
opener ontvangen."
Het was ook de periode dat ren
ners als lelie Nijdam en Edwig van
Hooydonck zich afvroegen waar
om anderen plots zoveel harder re
den dan zij. Epo zorgde - toen nog
ongemerkt - voor een tweedeling.
„Ze kenden het verschil, wij wis
ten niet anders dan dat het heel
hard ging. Wat er precies aan de
hand was, hoorden we pas veel la
ter."
Sommigen zeggen dan ook dat ze
in een verkeerde tijd geboren zijn.
„Dat zijn vooral de jongens die het
niet gehaald hebben. Er is altijd
wel iets. Vaak is het een goedkoop
excuus om je eigen zwakte te ver
bloemen. Ik denk dat ik heb laten
zien dat je ook 'zonder' een mooie
carrière kunt hebben. Met wat uit
schieters."
En ach, wat is de verkeerde tijd, fi
losofeert Knaven. „Als ik tien jaar
later zou zijn geboren, was ik waar
schijnlijk geen wielrenner gewor
den. Ik ben prof geworden omdat
Joop Zoetemelk in 1980 de Tour
won. Tien jaar later hadden we
zo'n renner niet meer."
Knaven maakte de doping-Tour
van 1998 van nabij mee. Hij maak
te de val van T-Mobile van nabij
mee. Welke wereld laat hij morgen
achter zich? „Ik heb het idee dat er
veel veranderd is. Het gaat nu niet
harder dan vijfjaar geleden. Dat is
voor mij een goed teken." De sport
is het dopingprobleem meer van
binnenuit aan het oplossen? „Voor
mij wordt het juist iets te veel naar
buitenuit opgelost. Waarom alles
zelf aan de grote klok hangen. Er
hoeft maar iets te gebeuren of het
wordt groot naar buiten gebracht.
Waarom? Voor een beter imago?
Ik denk niet dat je dat op deze ma
nier voor elkaar krijgt. Je krijgt ook
een beter imago als je bewust bent
dat de controles werken. Er zijn nu
al ploegen die het 'anders' oplos
sen. Dat werkt net zo goed."
Een dubbel gevoel is ook iets
'Typisch Servais'. „Ik ben
boos geweest op Sinkewitz
toen hij de ploeg met zijn positieve
test in gevaar bracht. Als renner
heb je niet langer alleen naar jezelf
te kijken. De hele ploeg, het hele
land kan er onder lijden. Bij T-Mo-
bile kwam het punt dat de ploeg
zou stoppen in een keer heel dicht
bij."
„Aan de andere kant is het niet fijn
en'is het niet leuk om je als wiel
renner constant te moeten verdedi
gen. Niet dat het mijn carrière
heeft overschaduwd, want voor
mijn gevoel is de sport en het spel
in deze wereld steeds voorop blij
ven staan. Ik geloof niet dat alle
mensen die hard rijden onbetrouw
baar zijn. Ik zie namelijk ook heel
veel talent in het peloton rondrij
den."
Hij weet dan ook al wat hij gaat
missen. „Het peloton. Het is pelo
ton is wel je thuis. Het geeft je een
goed en vertrouwd gevoel. Het is
mijn wereld, waar ik na iedere win
terstop zonder moeite in terugkeer
de."
Wat hij niet gaat missen, weet hij
ook. „Mijn whereabouts. Ik weet
waarom ze er zijn gekomen, maar
ik zal blij zijn dat ik riiet langer ie
dere avond tussen acht en negen
uur verplicht thuis moet zijn om
dat de dopingcontroleur langs kan
komen. Als ik om zeven uur voel
ik dat ik naar de wc moet, denk ik:
zal ik niet beter wachten. Wie we
ten komen ze. Ben je dan net ge
weest, zit je de hele avond met zo
iemand in je huis."
Hoe heeft hij het zo lang vol kun
nen houden om te leven als een
profwielrenner? „Dat is deels gene
tisch bepaald, denk ik. Mijn ouders
werken ook allebei nog. Mijn vader
is al 71 en gaat gewoon door. Daar
naast speelt volgens mij mee dat ik
geen absolute topper ben geweest."
„Mensen verwachtten van mij niet
dat ik vijf grote koersen per jaar
won. Bij Erik Dekker en Michael
Boogerd was dat anders. Toen zij
geen grote wedstrijden meer kon
den winnen, was dat voor hen niet
goed genoeg meer. Als je niet op
het tweede plan wilt staan, moet je
gewoon eerder stoppen."
Hij weet wat hij buiten zijn familie
huis nog meer heeft overgehouden
aan de sport. „Een bredere kijk op
het leven en de mensen. Dat is al
leen maar goed voor je verdere be
staan. Ik heb met heel veel verschil
lende mensen van verschillende na
tionaliteiten mogen samenwerken.
Ze brengen allemaal hun eigen
ideeën mee. Nu bij Milram bijvoor
beeld weer met Pools personeel.
Ze kijken toch weer anders aan te
gen het wielrennen, maar wel de
zelfde passie voor de sport."
Typisch Servais is ook dat hij be
grip heeft voor anderen. Heeft hij
dat ook voor alle renners die naar
doping blijven grijpen? „Het is de
mens eigen dat sommigen de 'dri
ve' hebben om de beste te willen
zijn. Koste wat kost. Ze willen veel
geld of ze willen onsterfelijk wor
den. Maar volgens mij is er een
groot verschil tussen denken en
I Profploegen: TVM ('93-'99), Farm-
Frites ('00), Domo-Farm Frites
('01-'02), Quick Step ('03-'06),
T-Mobile ('07), Highroad-Columbia
('08), Milram ('09-T0).
I Belangrijkste zeges: Olympia's
Tour (1992 en 1993), NK profs
(1995), proloog Ronde van Zwe
den, Ronde van Denemarken
(1997), rit Ster van Bessèges, Schel-
deprijs (1998), Parijs-Roubaix
(2001), rit Ronde van Qatar, 17e
etappe Tour in Bordeaux (2003), rit
Tirreno-Adriatico (2005).
I Record: reed zestien keer Parijs-
Roubaix uit en evenaarde het re
cord van de Belg Raymond Impanis.
Lintje: werd in 2008 benoemd tot
lid in de Orde van Oranje-Nassau
vanwege zijn verdiensten voor de
wielersport
doen. En daarom begrijp ik het
ook weer niet. Zeker als je weet
wat de gevolgen zijn."
Knaven gaat graag verder in
deze wereld, die volgens
hem langzaam de goede
kant op gaat. „Ik ben blij dat ik de
kans krijg om het seizoen af te ma
ken als ploegleider. Het levert me
in ieder geval een de nodige erva
ring op en ik kan inschatten of het
wat voor me is. Iedereen weet dat
het nog onduidelijk is of de ploeg
doorgaat. Mocht Gerry van Ger-
wen geen nieuwe sponsor vinden,
dan ga ik wat anders doen. Ik hou
wel van afwisselingen."
Zo zou de man die als student eco
nomie ooit zijn propedeuse haal
de, graag de criteriums willen mo
derniseren. Nu al heeft hij een ver-
bindingsrol tussen peloton en orga
nisatoren. „Waarom zou ik dat niet
kunnen blijven doen. Ik heb idee
ën om de boel een beetje te veran
deren. Eigentijdsere muziek, meer
tijd inruimen voor een mooie pre
sentatie, wellicht een totaalpakket
aanbieden. Ik zou daar graag mee
aan de slag gaan."
Morgen moet hij nog wel even zijn
laatste koers rijden. Een criterium
nota bene. „Ik heb nooit een spe
ciale eigen afscheidswedstrijd wil
len hebben. Da's weer die beschei
denheid. Ondertussen begint het
in Etten-Leur meer en meer die
kant op te gaan. Mijn ideaal is het
dat de mensen er een mooie dag
hebben."
Bij een mooi afscheid van een ge
respecteerd coureur hoort een
mooie zege? „Nou, nee. Waar
schijnlijk wil iedereen dat ik win,
maar dat is me dus te afgezaagd."
De familie Knaven, met van links naar rechts Britt, Natascha, Mirre, Servais, Senne en Fee.
foto Ron Magielse