i6|infografiek ï- PI I Drijfjacht. Met een flinke tussenruimte lopen jagers over het land. Het wild springt op en rent naar de 'geweren' die aan het eind zitten, vaak in een sloot of greppel. m» Voor de voet. Een jager, al dan niet met hond, loopt zelf over een stuk land en schiet het wild dat hij opjaagt. Hoogzit/aanzit. Een jager, blijft lange tijd op «X. één plek zitten (soms op een verhoging) en wacht op passerend wild. i Munitie Hagelpatroon Huls van kunststof of karton Kop van messing maandag 9 augustus 2010 Er is ook een zogenaamde 'drieling' met twee naast elkaar gelegen lopen voor hagel en daaronder een loop voor een kogel. Die komt echter bijna niet voor. Houtduif Seizoen: 15 oktober t/m 31 januari Broedparen: +/- 500.000 Hulpjes Apporteerhonden. Labrador Retriever Bijvoorbeeld Retrievers zoals de Labrador, Colden en Nova Scotia Ducktol- ling. Halen geschoten wild op van land of uit het water. Ook 'allrounders' zoals de Duitse Staande worden hiervoor gebruikt. Konijn Seizoen: 15 oktober t/m 31 januari Aantal: honderdduizenden Stersluiting. Huls wordt aan bovenzijde dichtgevouwen. Kogel (voor grofwild) Haas Seizoen: 15 oktober t/m 31 december Aantal: honderdduizenden Voor ander wild, zoals (dam)herten, reeën, vossen en wilde zwijnen, moet de overheid een speciale vergunning afgegeven. Terriërs. Bijvoorbeeld Jack Russell. Aardhonden, oorspron kelijk gebruikt bij jacht op onder de grond levende dieren zoals vos en konijn. Hond jaagt wild uit het hol. Al sinds de oertijd jaagt de mens. Eerst met een knuppel, later met speren, weer later met pijl en boog en tenslotte met het geweer. Ook in Nederland zijn jagers actief (zo'n 28.000), al dan niet in zogeheten wildbeheereenheden. Voorwaarden 1Je moet een jachtdiploma hebben. 2) Je moet een gebied hebben waar jij mag jagen. Jager word je met een 3 j Je moet WA verzekerd zljn jachtakte. Daarvoor moet je moe(. een wapenvergunnjng hebben, je aan eisen voldoen. 5) Je mag geen strafb|ad hebben. Bejaagbare soorten Wilde eend Seizoen: 15 augustus t/m 31 januari Broedparen: ruim 500.000 Dubbel, lopen naast elkaar juxtapose Fazant Seizoen: 15 oktober t/m 31 december (hen) 31 januari (haan) Aantal: honderdduizenden Kamer Overgangstrechter voor patronen naar de ziel Ziel, glad bij hagelgeweren Choke, bepaalt de spreiding van de hagel Loop hagelgeweer Loop kogelgeweer Ziel bij kogelgeweer heeft groeven (trekken en velden) waardoor kogel om zijn as draait en stabieler vliegt Hulswand van koper Kruit Staande honden. Bijvoorbeeld Setter, Pointeren Duitse Staande. Sporen wild op en geven aan waar het is. Pas op commando wordt het wild opgejaagd. Drijvende honden. Bijvoorbeeld de Springer Spaniel en Cocker Spaniël. Drijven het wild op uit hun (dichtbegroeide) schuilplaatsen. Brakken. Bijvoorbeeld de Beagle en de Bloedhond. Speurhonden die zelfstandig (maar wel als meute) wild opsporen. In Engeland gebruikt bij jachtte paard. Opspanmechanisme Als het geweer geopend en weer gesloten wordt, zijn de slagpinnen gespannen Vergrendeling Prop. Scheidt hagel van kruit en houdt hagel bij elkaar zolang het in de loop zit. Kop van lood, punt is zachter dan achterste deel. Hagel. Niet meer van lood, maar van minder milieubelastend materiaal zoals staal, bismutof tungsten. Kruit; een chemisch mengsel dat niet ontploft, maar brandt. Ontstane gassen zorgen voorde voortstuwing. Slaghoedje Rolant Quist bron KNJV, ministerie LNV Geweren Kolf Sluitstuk Kamer met mechanisme dat lege hulzen uitwerpt Slagpin Slaghoedje gevuld met explosief mengsel Fretten. Hoewel geen hond, toch nog regelmatig gebruikt bij de jacht op met name konijnen. Fret wordt in een hol gezet om het konijn eruit te jagen. Sluitstuk Dubbel, lopen boven elkaar (superposé) Scharnier Voorhout Trekker Korrel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 70