ióinfografiek maandag 9 augustus 2010 Munitie Hagelpatroon Huls van kunststof of karton Kop van messing Jachtmethoden Drijfjacht. Met een flinke tussenruimte lopen jagers over het land. Het wild springt op en rent naar de 'geweren' die aan het eind zitten, vaak in een sloot of greppel. Er is ook een zogenaamde 'drieling' met twee naast elkaar gelegen lopen voor hagel en daaronder een loop voor een kogel. Die komt echter bijna niet voor. Konijn Seizoen: 15 oktober t/m 31 januari Aantal: honderdduizenden Stersluiting. Huls wordt aan bovenzijde dichtgevouwen. Kogel (voor grofwild) Houtduif Seizoen: 15 oktober t/m 31 januari Broedparen: +/- 500.000 Voor de voet. Een jager, al dan niet met hond, loopt zelf over een stuk land en schiet het wild dat hij opjaagt. Hoogzit/aanzit. Éen jager, blijft lange tijd op één plek zitten (soms op een verhoging) en wacht op passerend wild. Hulpjes Apporteerhonden. [Labrador Retriever Bijvoorbeeld Retrievers zoals de Labrador, Golden en Nova Scotia Ducktol- ling. Halen geschoten wild op van land of uit het water. Ook 'allrounders' zoals de Duitse Staande worden hiervoor gebruikt. Drijvende honden. Bijvoorbeeld de Springer Spaniël en Cocker Spaniël. Drijven het wild op uit hun (dichtbegroeide) schuilplaatsen. Wilde eend Seizoen: 1 5 augustus t/m 31 januari Broedparen: ruim 500.000 Fazant Seizoen: 15 oktober t/m 31 december (hen) 31 januari (haan) Aantal: honderdduizenden Kamer Övergangstrechter Loop hagelgeweer voor patronen naar de ziel I I Ziel, glad bij hagelgeweren Choke, bepaalt de spreiding van de hagel Loop kogelgeweer Ziel bij kogelgeweer heeft groeven (trekken en velden) waardoor kogel om zijn as draait en stabieler vliegt Hulswand van koper Kruit Haas Seizoen: 15 oktober t/m 31 december Aantal: honderdduizenden Voor ander wild, zoals (dam)herten, reeën, vossen en wilde zwijnen, moet de overheid een speciale vergunning afgegeven. Staande honden. Bijvoorbeeld Setter, Pointeren Duitse Staande. Sporen wild op en geven aan waar het is. Pas op commando wordt het wild opgejaagd. Terriërs. Bijvoorbeeld Jack Russell. Aardhonden, oorspron kelijk gebruikt bij jacht op onder de grond levende dieren zoals vos en konijn. Hond jaagt wild uit het hol. Sluitstuk Kamer met mechanisme dat lege hulzen uitwerpt Slagpin Bejaagbare soorten Dubbel, lopen naast elkaar (juxtaposé) Bijvoorbeeld de Beagle en de Bloedhond. Speurhonden die zelfstandig (maar wel als meute) wild opsporen. In Engeland gebruikt bij jachtte paard. Fretten. Hoewel geen hond, toch nog regelmatig gebruikt bij de jacht op met name konijnen. Fret wordt in een hol gezet om het konijn eruit te jagen. Rolant Quist bron KNJV, ministerie LNV Al sinds de oertijd jaagt de mens. Eerst met een knuppel, later met speren, weer later met pijl en boog en tenslotte met het geweer. Ook in Nederland zijn jagers actief (zo'n 28.000), al dan niet in zogeheten wildbeheereenheden. Geweren Kolf Vergrendeling Slaghoedje gevuld met explosief mengsel Prop. Scheidt hagel van kruit en houdt hagel bij elkaar zolang het in de loop zit. Kop van lood, punt is zachter dan achterste deel. Hagel. Niet meer van lood, maar van minder milieubelastend materiaal zoals staal, bismut of tungsten. Kruit; een chemisch mengsel dat niet ontploft, maar brandt. Ontstane gassen zorgen voor de voortstuwing. Slaghoedje Brakken. Voorwaarden Jager word je met een jachtakte. Daarvoor moet je aan eisen voldoen. 1Je moet een jachtdiploma hebben. 2) Je moet een gebied hebben waar jij mag jagen. 3) Je moet WA verzekerd zijn. 4) Je moet een wapenvergunning hebben. 5) Je mag geen strafblad hebben. Korrel Opspanmechanisme Als het geweer geopend en weer gesloten wordt, zijn de slagpinnen gespannen Dubbel, lopen boven elkaar (superposé) Scharnier Voorhout Sluitstuk Trekker

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 46