9 Fingerspitzengefühl' gr a dinsdag 3 augustus 2010 De samenstelling van het houtmengsel is het geheim van iedere palingroker. Peter van Langeraad (I) en Wim Wijsman. je niet. Paling is duur." Het best bewaarde geheim van iedere palingroker is het hout mengsel dat hij gebruikt. Het gebruikte hout bepaalt de uiteindelijk kleur en het aroma van de gerookte vis. Tijdens het ro ken neemt het visvlees bepaalde stoffen op die de ontwikkeling van bacteriën ver tragen of zelfs stoppen. Vuistregel is dat het mengsel moet bestaan uit eiken, beu ken en elzenhout. De samenstelling van het mengsel is een kwestie van persoonlij ke voorkeur en ervaring. „En fingerspit zengefühl", vult Van Langeraad het lijstje aan. „Ik heb mezelf het palingroken aange leerd, maar door de jaren heen leer je ook van anderen." Leren hoe het moet, maar soms vooral ook hoe het niet moet. Wijsman: „Ik heb ooit iemand gezien die gelakt parket ge bruikte om te roken. Dat is dus écht abso luut niet de bedoeling. Ik gebruik zelf al leen maar geschild hout. In de bast van de eik zit looizuur. Daarom haal ik de bast er altijd af.'" Voor het eigenlijke roken van de paling moet de vis eerst gedroogd worden. Van Langeraad: „Meestal is 20 minuten of een half uur voldoende.'" De volgende stap in het procédé hangt af van de persoonlijke werkwijze van de roker. Van Langeraad: „Je kunt eerst garen en dan roken, maar je kunt het ook omdraaien en eerst roken en daarna garen.'" Het garen vergt een tempe ratuur van 80 a 90 graden en voor het ro ken dient het vuur getemperd te worden totdat een temperatuur van rond de 60 graden bereikt is. De temperatuur regelen is een kwestie van variëren in de luchttoe voer. De toegewijde palingroker houdt de temperatuur nauwlettend in de gaten. Wijsman: „Vroeger moesten ze dat op ge voel doen. Als je je hand nog net op de buitenkant van de rookkast kon houden zat je op zo'n 60 graden." Uiteindelijk moet alles kloppen wil de pa lingroker het gewenste resultaat boeken. Wijsman: „Hangt de vis niet lang genoeg in de rookkast dan is hij niet gaar, hangt-ie te lang of loopt de temperatuur in de kast te hoog op dan wordt de paling te gaar en dat is ook weer niet goed. En als je meedoet aan een wedstrijd is alleen goede smaak niet voldoende. Het moet er ook allemaal mooi uitzien Van Langeraad op de vraag wanneer je weet of de vis gaar is: „Dat voel je. Het vlees moet zacht aanvoelen. De huid is vaak meteen na het roken nog wat hard, maar die wordt zacht tijdens het naga- ren." Voor Wijsman is het paling roken een hobby waarbij gezegd dient te wor den dat de in Amersfoort woonachtige plan-econoom - die zich onder meer over bestemmingsplannen buigt - bijna geen palingrookwedstrijd voorbij laat gaan en regelmatig in de top drie eindigt. „Mijn opa was palingvisser en mijn ome Gerrit ook. Vanaf mijn twaalfde jaar zat ik daar elk weekend, dus eigenlijk zit ik al heel lang in de paling. Kennelijk zit het toch in de genen. Van Langeraad verkoopt de paling die hij rookt op zijn recreatieboerderij aan de Weelweg in Kerkwerve. Die recreatieboer derij is zaterdag ook het toneel van de ze vende editie van het open Zeeuws Paling- rookkampioenschap. Voor de wedstrijd - die gecombineerd wordt met een treindag van Stichting Miniatuurtreinen Kerkwer ve - hebben zich 30 palingrokers van hein de en verre aangemeld. Onder hen ook een Duitse palingroker. De wedstrijd be gint om 10.00 uur met het uitreiken van de paling.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 81