Op safari in de stalen jungle II 1_ Op NS-stations is gemiddeld één op de vijf fietsen 'wees' Onderzoek Kenniscentrum Fietsberaad zaterdag 17 juli 2010 foto Thomas Schlijper/HH Rond het drukste station van Nederland heeft het weesfietsenprobleem de volle aandacht. Er zijn ruim 14.500 stallingsplaat sen bij Utrecht CS en dat zijn er veel te weinig. Het is een chaos. Om een plekje te vinden kun je gerust een kwartier uit trekken. Er worden de komende jaren zevenduizend fiets- parkeerplekken bijgebouwd rond station Utrecht, maar dat alleen is niet de oplossing van het pro bleem. Mede daarom is de gemeen te in mei begonnen met een label- actie, waarbij al 1800 foute fietsen zijn verwijderd. Dat is goed te zien, zegt de Fietsen dief tijdens een wandeling langs de fietsenrekken rond het station. De Fietsendief is Mare Beek. Hij is geen echte dief, maar hij geeft voorlichting en advies aan gemeen tes, politie en de fietsbranche over weesfietsen, fietsendiefstal en fiets- beleid. Tijdens zijn cursussen laat hij zien hoe makkelijk het is om een fiets te jatten. Hiermee wil hij mensen bewust maken van het be lang van een goed fietsenrek en een goed slot. „Weesfietsen zijn deels gestolen fietsen die zijn ge dumpt. Maar het kan ook zijn dat mensen niet meer weten waar ze hun fiets hebben neergezet en hem kwijt zijn, of dat ze bewust zijn achtergelaten omdat de eige naar z'n barrel niet meer wil heb ben. Er is nooit goed onderzoek ge daan naar het fenomeen." We lo pen het treinstation uit en begin nen onze 'safari' bij de stallingen rond het streekbussenstation. Al direct ziet het getrainde oog van Beek een losse fietsstandaard op de grond liggen. „Die ligt hier niet zomaar. Hier kun je bepaalde slo ten mee openbreken." Om de paar passen kan Beek voor beelden aanwijzen van sloten die in een minuut opengeknipt zijn met een simpele nijptang of een betonschaar. Hij wijst een fiets- klem aan, die is opengezaagd. Als je erop gaat letten zijn overal spo ren en aanwijzingen te vinden dat hier fietsendieven actief zijn. Iets verderop ligt een losse baksteen ('ook niet toevallig') en een een zaam voorwiel dat nog met een kettingslot aan de klem vastzit. Na slechts een meter of dertig lo pen hebben we vrijwel alle typen sloten en fouten gezien. Deze plek blijkt een walhalla voor de fietsen dief Prachtig voorlichtingsmateri aal, vindt Beek. „Fietsendieven we ten van een nieuw type slot bin nen twee jaar hoe je dat open- krijgt. Zo riep de Fietsersbond een aantal jaar geleden de 'Yellow Chain' van Cyclops uit als beste slot. Iedereen kocht het, dus het was een kwestie van wachten en binnen de kortste keren hadden dieven zich erin gespecialiseerd." Fietsendieven zijn volgens Beek onder te verdelen in drie groepen. Kleine criminelen of veelplegers ('vaak verslaafden'), mensen die 'Fietsendieven weten in twee jaar hoe je een nieuw type slot open krijgt' stelen voor eigen gebruik ('vaak jongeren') en de professionals. „Het wordt stelselmatig onder schat hoeveel geld er in fietsendief stal omgaat. Er worden jaarlijks tussen de 800.000 en een miljoen fietsen gejat. Elke jonge man heeft wel eens een fiets gestolen of dat geprobeerd. Ikzelf ben opgegroeid in Groningen en toen ik een jaar of vijftien was, kon je op zondag ochtend de gestolen en weer ge dumpte fietsen zo van straat pluk ken. Daar zette ik een eigen slot omheen zodat ik de fiets later zelf kon gebruiken." Beek ziet direct hoe oud een fiets ongeveer is, hoe duur en goed het slot is en hoe groot de jatkans is. Af en toe zucht hij bij de aanblik van dure rijwielen die er bijna om lijken te vragen gestolen te wor den. Een cruiser, de meest gewilde fiets van dit moment, van min stens zeshonderd euro met één slap slotje. „Alsof je je auto open laat staan met een laptop erin." Hoewel hij het jammer vindt hoe Utrecht het nieuwe strenge beleid communiceert ('veel te negatief en bestraffend'), vindt hij wel dat er bepaald gedrag van fietsers ver wacht mag worden wat stallen be treft. „Mensen mogen best een beetje opgevoed worden daarin. Ze zijn te nonchalant." Er loopt een jongen langs, lang zaam de hele rij fietsen bekijkend. Beek hoeft niet eens commentaar te geven, zo duidelijk is het dat de ze man een prooi zoekt. „Er was een tijd dat moederfietsen, fietsen met een kinderzitje erop, niet ge jat werden. Dat deed je gewoon niet, was een stilzwijgende code onder dieven. Nu zijn zelfs die niet meer veilig", zegt Beek. La chend: „Ik sprak een keer een ver slaafde die trots zei 'ik jat nooit fietsen van oude mensen.' Ik vraag me af hoe hij denkt die te herken nen. Haha!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 11