ii spectrum zoekt nog steeds naar zijn doden Zaterdag 10 juli 2010 m r% Een Bosnische moslim bidt tussen de graven op de begraafplaats in Potocari, niet ver van Srebrenica. foto Amel Emric/GPD In de Bosnische oorlog van 1992 tot 1995 verzetten Bosnische Serviërs, onder leiding van Radovan Karadzic, zich tegen de afscheiding van Bosnië van Joegoslavië. Srebrenica, pal aan de Servische grens, werd door de Verenigde Na ties uitgeroepen tot 'veilig gebied'. Een Nederlands VN-bataljon, Dutchbat genaamd, moest de bur gerbevolking, voornamelijk Bosni sche moslims, beschermen tegen het Bosnisch-Servische leger. Op 11 juli 1995 namen de Bosni sche Serviërs de enclave desondanks in. Dutchbat kreeg geen steun van de luchtmacht die de VN in Bosnië had en keek machteloos toe hoe het Bosnisch-Servische leger Srebrenica binnenmarcheerde. De vrouwen en kinderen in de encla ve werden geëvacueerd. De mannen en jongens van boven de 15 jaar werden afgevoerd en vermoord. De moordpartij is door zowel het Joegoslavië-tribunaal als het Interna tionaal Gerechtshof bestempeld tot genocide, volkerenmoord, de zwaar ste misdaad die er is. Een aantal officieren uit het Bosnisch-Servische leger is door het tribunaal in Den Haag veroordeeld. De Servische oud-president Slobo dan Milosevic stond terecht voor zijn rol achter de schermen bij het bloedbad, maar door zijn dood in 2006 kwam het nooit tot een ver oordeling. Oorlogspresident Radovan Karadzic staat op dit moment voor de rech ter van het tribunaal in Den Haag. Die zaak kan nog jaren duren. De grote voortvluchtige is Ratko Mladic, de commandant van het Bosnisch:Servische leger die per soonlijk in Srebrenica aanwezig was. Het tribunaal vermoedt dat hij in Ser vië is ondergedoken. Mladics familie beweert dat hij dood is. Ondanks tal van rechtszaken en on derzoeken, waaronder een duizen den pagina's tellend rapport van het Nederlands Centrum van Oorlogsdo cumentatie, blijft nog veel onduide lijk over wat er precies gebeurd is rond 11 juli 1995. Een groep nabestaanden klaagde zonder succes de Nederlandse staat aan om meer duidelijkheid te krij gen over de rol van Dutchbat. Thom Karremans foto ANP Srebrenica Deze week spanden nabestaanden een procedure aan tegen de com mandanten van Dutchbat - Thom Karremans, Robert Franken en Berend Oosterveen - die Bosnische burgers uit hun basis wegstuurden. „Het staat vast dat de militairen wis ten dat de mannen moesten vrezen voor hun leven", zei Liesbeth Zeg veld, advocaat van de slachtoffers. Vluchtelingen lopen te hoop bij Dutchbat na de inname van Srebrenica op 11 juli 1995. foto Darko Bandic/G PD/AP zakken. De afgelopen jaren was deze plek in gebruik als vuilnisbelt. Onder de troep zouden twintig mensen zijn begraven. De commissie van vermiste personen in Sara jevo, de hoofdstad van Bosnië en Herzeg ovina, vermoedt dat er nu zes zijn gevon den. Sadik Selimovic van de commissie: „Het probleem is dat de resten over een groot terrein verspreid zijn." Alle stoffelijke overschotten worden naar het identificatiecentrum gebracht in Tuzla, enkele tientallen kilometers verderop. Hier geldt Srebrenica als het moeilijkste dossier, omdat lichamen zelden compleet zijn. Gevonden resten liggen hier te wach ten tot een DNA-proef hen een naam kan geven. Vaak duurt dat jaren, maar het kan ook nooit lukken. De moslims die naar Srebrenica zijn terug gekeerd, weten wat het is daarop te moe ten wachten. De 35-jarige Serif Begic kon vorig jaar eindelijk zijn broer begraven. Toen het Bosnisch-Servische leger Srebr enica innam, besloot Serif te vluchten. Nu wérkt hij op de begraafplaats. Waarom hij terugkeerde, kan hij niet uitleggen. „Ik ben te oud om een nieuw leven te begin nen", zegt hij, terwijl hij zijn blik laat gaan over de rijen grafstenen. „Misschien als ik jonger was." Voor de Bosnische oorlog (1992-1995) be stond driekwart van de bevolking van Sre brenica (40.000 inwoners) uit moslims. Vandaag de dag bestaat 60 procent van de bevolking, die is geslonken tot 15.000 men sen, uit Serviërs. De werkloosheid be draagt volgens officiële cijfers 54 procent, maar is in werkelijkheid waarschijnlijk veel hoger omdat de industrie nog steeds een puinhoop is. Banen zijn zeldzaam, vandaar dat Serif Be gic op het kerkhof terechtkwam. Hij had weinig keus. Tegelijkertijd geeft het hem een zekere rust hier het gazon aan te har ken. „Het is alsof ik een andere wereld bin nentreed. Een groot deel van mijn leven ligt hier begraven. Veel familieleden of schoolgenoten. Hier zijn, is een kwestie van verdriet en respect." Ook Suhra Malie woont weer in haar oude huis, nog geen 2 kilometer van de begraaf plaats. Ze had geen keus, zegt ze. „Ik zat tij delijk in een huis in de buurt van Saraje vo. Toen ik daar weg moest, wilden ze me in een vluchtelingenkamp stoppen. Ik heb gevraagd me naar huis te brengen." Hoe het voelt nu weer op dezelfde plek te wonen, in het deel van Bosnië dat nu de Servische Republiek heet (Republika Srps- ka), kan ze moeilijk onder woorden breng en. Het is zoals het is: „Mijn huis is mijn republiek." Op 11 juli is het er altijd druk. Ze ontvangt dan talloze oud-dorpsgenoten die nu el ders wonen. „We schenken iedereen kof fie, daar sparen we het hele jaar voor." Suhra Malie verlaat de begraafplaats en steekt de weg over naar het voormalige ter rein van Dutchbat, het Nederlandse VN-bataljon dat Srebrenica moest bescher men. In het trappenhuis hangen nog stickers van Veronica-radio. Hier heeft ze een bijeenkomst van de Moeders van Sre brenica, een organisatie die zich bezig houdt met de zoektocht naar vermisten. Morgen kan zij haar zoektocht naar Fuad en Suad afsluiten. „Het was zwaar. Er is geen massagraf dat ik niet gezien heb. Een keer dacht ik dat ik Fuad zag. Ik herkende een stuk van het shirt dat hij droeg. Ik be gon te schreeuwen en mensen vertelden me weg te gaan. Dit jaar bleek dat Fuad daadwerkelijk op die plaats gevonden is. „Vijftien jaar, zo veel tranen. In zekere zin is het een opluchting dat beiden nu gevon den zijn. Al had ik, ook al wist ik dat het niet realistisch was, nog een klein beetje hoop dat ze al die tijd ergens gevangen za ten. Nu weet ik zeker dat ik hun gezichten nooit meer zal zien. Ik moet mijn hoop be graven." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 95