spectrum IO
Conditie
Zaterdag 10 juli 2010
Voor het eerst in maanden heb ik
me fysiek ingespannen. De ke
ren dat ik het licht oplopende
weggetje naar mijn huis be
dwong daargelaten. Wanneer ik hijgend
bovenkom na een klimmetje van nog
geen 50 meter, schaam ik me diep. De hit
te, het stof en de kuilen in de weg zijn
geen excuus voor mijn slechte conditie.
Nog maar drie jaar geleden rende ik
moeiteloos negentig minuten over de
Hollandse voetbalvelden, op zoek naar
glorie. Hoe het zo ver heeft kunnen ko
men? Afrika. De eerste aankoop die ik
deed toen ik drie jaar geleden in Uganda
kwam wonen, was een mountainbike.
Vastbesloten om flink te blijven
sporten, schafte ik het ding aan in
hartje Kampala. Over Uganda's
drukste snelweg fietste ik er mee
naar mijn woning, 30 kilometer ver
derop. Het werd een tocht van
bijna vier uur. Dat kwam niet al
leen door de enorme kruispunten
en de files die zo dicht zijn, dat
zelfs een fiets er niet tussendoor
kan slalommen. Enkele flinke heu
vels onderweg en angst voor langs-
razend verkeer zorgden ervoor dat
ik nooit op snelheid kwam.
Geregeld maakte ik fietstochtjes,
liefst op zandwegen waar weinig
verkeer was. Eens denderde ik een
heuvel af, om opeens recht op een
gapend gat af te rijden. Uitwijken
kon niet, zeker niet richting het
drukke verkeer. Ternauwernood
ontsnapte ik aan een nare val, maar
fietsen hoefde even niet meer.
Gelukkig is Afrika dol op voetbal.
Al snel had ik een vriend die coach was
van een lokaal team. De heren dachten
dat elke Nederlander voetbalt als Arjen
Robben. Met dat idee werd ik direct in
de basis gezet. Om aan alle kanten overlo
pen te worden. Er werd besmuikt gela
chen, telkens wanneer ik de bal verspeel
de aan een veel snellere tegenstander.
Ook mijn hardloopcarrière was geen
lang leven beschoren. Het land telt één
hardloopfestijn, de jaarlijkse MTN-mara-
thon. Vorig jaar werd er een wereldre
cord op de 10 kilometer gelopen, totdat
bleek dat het uitgezette parcours maar
9,2 kilometer lang was. Die 'marathon'
liet mijn schokkende verval zien. Deed
ik in 2007 nog 47 minuten over 10 kilo
meter, twee jaar later was dat 1 uur en 2
minuten. Gebrek aan training is mijn ex
cuus. Hardlopers zijn op slechts enkele
plaatsen een geaccepteerd verschijnsel in
Kampala. Meestal valt de eenzame loper
hoongelach ten deel. Toen ik eens een
greppel in moest springen om niet over
reden te worden door een vrachtwagen,
hing ik mijn sportschoenen snel aan de
wilgen.
Maar vandaag ben ik aan een nieuwe
sport begonnen. In Kabalagala, Kampa
la's bekendste hoerenbuurt, ligt een 'on
vindbaar' sportschooltje. Spierbundel Yo-
sef laat zijn klanten een uur lang inge
wikkelde aerobicsoefeningen doen. Op
muziek, in een moordend tempo. De
deelnemers zijn hippe Ugandezen uit de
middenklasse. Maar ook huisvrouwen
met overgewicht werken zich in het
zweet, evenals mijn buurman, die pas
toor is.
Wulpse dames, waarvan ik vermoed dat
ze zich 's avonds in Kabalagala verhuren,
houden hier hun lichaam in vorm. Yosef
schreeuwt ons door het uur heen, waar
na er pittige grondoefeningen volgen. Ik
voel elke spier van mijn lichaam, maar
heb eindelijk een manier gevonden om
in beweging te blijven. En om een beetje
te integreren in de buurt 'Drill-instruc-
tor' Yosef mag me vaker afbeulen.
Morgen, n juli, is het vijftien jaar geleden dat de Bosnische enclave Srebrenica
in handen viel van het Bosnisch-Servische leger en duizenden mannen en
jongens werden vermoord. Velen van hen zijn nog steeds niet teruggevonden.
door Joost van Egmond
Op de begraafplaats van Po-
tocari wordt volop ge
werkt. Tientallen versgedol-
ven graven worden aan de
binnenkant betimmerd.
Buiten de hekken liggen nog grote stapels
hout te wachten. Morgen worden hier
ruim zevenhonderd mensen begraven,
her en der gevonden lijken, die sinds
11 juli 2009 zijn geïdentificeerd.
Suhra Malie wijst op een open plek tussen
twee graven. „Daar wacht een vader op
zijn zoon", zegt ze. Toen de begraafplaats
werd aangelegd, lagen de graven ver uit
een om ruimte te laten voor familieleden
die later gevonden zouden worden. De
ruimtes worden steeds schaarser. Toen Ma
lie jaren geleden haar eerste familielid be
groef, liet ze tien aangrenzende plaatsen
reserveren. Na zondag zal er daarvan nog
één open zijn.
Ze wijst op een andere open plek. Een
klein houten stokje markeert dat daar de
ze week een graf moet worden aangelegd.
„Daar worden twee broers herenigd."
Zelf begraaft Malie zondag haar zoons
Fuad en Suad. Ze staat stil bij twee kuilen
naast een boom. „Hier komen ze. Mijn
mooie zonen, ik was zo trots op ze."
Een bordje langs de weg noemt deze be
graafplaats een monument. Maar dat mo
nument is nog lang niet af Duizenden di
recte nabestaanden komen morgen niet
naar een herdenking, maar naar een begra
fenis. Duizenden anderen wachten nog op
zo'n ceremonie/Misschien volgend jaar, of
het jaar daarop.
De versgedolven graven maken duidelijk
dat Srebrenica nog altijd kampt met de na
sleep van de genocide van 1995. Na de val
van de enclave werden 8.372 mensen als
vermist opgegeven, die zo goed als zeker
zijn vermoord. Bijna tweeduizend van
hen zijn nog spoorloos. Van veel andere
lichamen zijn slechts delen gevonden.
De zoektocht naar de vermisten gaat ter
gend langzaam. Na de executie van de
mannen en jongens uit de enclave werden
de lijken in massagraven gedumpt. Vaak
werden die weer verplaatst om te voorko
men dat ze ontdekt werden en de her
komst van de lijken gemakkelijk te herlei
den zou zijn. Dat gesol met menselijke res
ten maakt de identificatie tot een hels kar
wei.
Nog steeds worden er in de omgeving van
Srebrenica massagraven ontdekt. De
meest recente locatie is Zalazje, in de heu
vels, op enkele kilometers van Srebrenica.
De weelderige begroeiing op de steile heu
vel wordt onderbroken door een geel af
zettingslint.
Overal steekt plastic uit de hopen omge
woelde aarde. Flessen, gescheurde vuilnis-