5 spectrum
'Ik heb het gevoel
dat ik dit als een
rentmeester moet beheren'
Zaterdag 10 juli 2010
a
«v
Hans Oosterwijk musiceert in zijn verbouwde hooiberg. De tromboneleraar is op les gegaan om zijn contrabas te kunnen bespelen anders gaat de kwaliteit van het instrument achteruit.
Opeens was het gedaan, de veilingmeester noemde het
eindbedrag: 16.500 euro!
„Tjee, één operapartituur kost al 2.500 euro. Daar zaten er
zes van in. En symfonieën van Beethoven. De West Side
Story, het laatste concert in Nederland van Vera Lynn.
Een koopje! Mijn vrouw gaf me een trap. In een flits stak
ik het kaartje omhoog. 'Die meneer in de zaal' hoorde ik
roepen en ik was eigenaar. Zonder dat ik erover na had
kunnen denken. Nou ja, in een flits ging het door me
heen dat ik nog geld voor een verbouwing op de bank
had staan. En ruimte zat thuis, dat scheelt."
Chaos en rumoer in het zaaltje. De leden van het Prome
nade Orkest kwamen om hem heen staan. Ze waren met
heel veel supporters naar Zwolle gereden en hadden met
elkaar de afspraak gemaakt niet mee te bieden, zodat het
orkest voor een schijntje de spullen weer terug zou kun
nen krijgen. Hans Oosterwijk werd aan alle kanten aange
klampt. 'Kunnen we het van jou weer overkopen?' 'Nee,
ik heb andere plannen', zei hij. Want in diezelfde flits
kreeg hij het visioen mooie dingen te gaan doen 'met de
ze schat aan muziek'. Noem het maar een paukenslag die
nagalmde in de schedelpan.
Oosterwijk: „Als dirigent doe je dingen op gevoel en intuï
tie. Ik dacht: we beginnen in Zwolle een orkest met alle
collega-docenten. We pakken af en toe een prachtig stuk
van de stapel en spelen dat dan. Het huren van een stuk is
hartstikke duur. Een opera kost je zo 700 euro."
Ontgoocheld droop de Amsterdamse delegatie af. Een of
andere boer in het oosten van het land heeft alles ge
kocht, vertelden ze dirigent Jan Stulen. Jazeker, de drui
ven waren zuur, beaamt Ingrid Bocxe van het Promenade
Orkest, dat na het faillissement een moeizame doorstart
maakte. En ja, zegt ze, een aantal orkestleden was op per
soonlijk titel naar Zwolle gegaan om te redden wat er nog
te redden viel. Bocxe: „Van sponsoren hadden we geld los
gekregen, 8.000 euro, met een uitloop naar 12.000 euro.
Opeens tikte de veilingmeester de hele partij in één keer
af en stak die meneer de vinger op. We waren overrom
peld. Het was een ramp voor het orkest. Ons hele reper
toire, het totale geheugen van ons orkest van bijna een
halve eeuw, het was in één klap verdwenen."
En het was een heleboel ook. Oosterwijk moest vijftien
keer met de paardentrailer heen en weer rijden om alles
thuis te krijgen. Bocxe: „En wij moesten letterlijk van nul
af aan beginnen. Dankzij donaties hebben we weer wat
kunnen aanschaffen. Allereerst de Matthdus Passion, toen
Mozarts Requiem". Bij wijze van spreken klonk het knar
setanden van het voltallige orkest boven de muziek uit,
als ze zich voorstelden hoe hun partituren stoflagen te
verzamelen op een spinnenzolder bij Zwolle.
Maar dat ligt toch anders. Met de opgedane vaardigheid
van een timmerman maakte Hans Oosterwijk een profes
sionele dirigentenkamer. Met een kast op maat, die een
hele binnenmuur beslaat en de partituren van a tot z alle
ruimte geeft. Met gefilterd licht erop als het donker wordt
en een paar zitbanken om mijmerend naar de muziek in
de keurige, bruine kaften te kunnen kijken. Af en toe
neemt hij een partituur ter hand en leest die als een ro-
man. Hij zingt even mee met de Bizet die nog op de tafel
ligt, neuriet de partij van de tweede viool, van de hobo,
van de dwarsfluit. En al lezende klinken ze in zijn hoofd,
met het geluid van het juiste instrument
Na al die jaren is Oosterwijk nog niet aan het bezit ge
wend. „Het is belachelijk dat ik het heb. Het is weggege
ven. Normaal betaal je voor een grote partituur 2 tot 3 mil
le, maal 900. Hij liet de twee contrabassen taxeren. De ene
bas, 175 jaar oud, bleek al 18.000 euro waard. „Maar het
vertegenwoordigt voor mij geen geldelijke waarde. Cul
tuur, dat is uiteindelijk echte rijkdom. Als musicus kan ik
dit alleen met verbijstering bekijken: hoe kon het zo ver
komen dat dit is weggedaan, dat zo'n orkest van faam zo
maar is omgevallen?"
Het is het soort bezit dat verantwoordelijkheid vereist,
vindt Oosterwijk. „Ik heb het gevoel dat ik dit als een rent
meester moet beheren." Daarom zit hij nu ook op basles.
„Zo'n contrabas moet bespeeld worden, anders gaat hij
achteruit."
De kosten van de aanschaf zijn er al lang en breed weer
uit. Regelmatig wordt een partituur gebruikt door orkes
ten uit de buurt Het orkest van Una voce particolare op tv
is een vaste klant. Een afsplitsing van het Promenade Or
kest van toen, met Ernst Daniël Smit als boegbeeld. Pro
ductiehuis Ivo Niehe komt regelmatig naar Zwolle om er
partituren uit de kast te trekken. Ook verhuurt Ooster
wijk vaak de stoelen, de lampjes en de lessenaars. Vanwe
ge een burn-out is de verwezelijking van zijn droom er
niet van gekomen. Nog steeds is hij dirigent zonder or
kest. Maar er is inmiddels wel een onderdruk ontstaan.
Steeds meer mensen voelen wel iets voor dit idee, vrijwil
ligers deden reeds een stap naar voren, een advertentie is
in de maak. Iedereen die conservatorium heeft of een kun
dig musicus van zichzelf is, wordt al- uitgenodigd om op
één van de 72 stoelen plaats te nemen.
Af en toe wordt wel een stuk uit de Promenade-boedel
uitgevoerd in zijn hooiberg. Dat klinkt erg plattelands,
maar het is een hooiberg zonder hooi, de meest luxueuze
van oostelijk Nederland, die hij zelf bouwde. Met vijftig
zitplaatsen. Natuurlijk, zo'n hooiberg is een minder verhe
ven podium dan de grote zaal van het Nederlands Con
certgebouw. Maar toch.
De kilheid blijkt nog lang niet opgetrokken bij het Prome
nade Orkest. „We hadden graag nog in de partituren geke
ken", zegt Ingrid Bocxe vanuit Amsterdam. „Oosterwijk
reageerde erg kortaf toen we vroegen of we mochten kij
ken hoe onze dirigenten hun aantekeningen in de marges
hadden gemaakt Hoe hebben we in 1967 dat stuk ook
weer gespeeld? Hoe moesten de strijkers spelen? Maar dat
kon niet en dat mocht niet"
Nou, dat is dan een dik misverstand, zegt Oosterwijk. „Ze
vroegen het vlak nadat ik alles had gekocht. Het duizelde
me zo, dat ik elke boot toen heb afgehouden. Maar ik ben
daarna niet meer gebeld door het orkest"
Ze zijn van harte welkom in de boerderij aan de Vecht-
dijk, geef dat maar aan ze door, zegt hij. Over een vrien
denprijsje bij verhuur van de stukken valt beslist te pra
ten. Het moet goed kunnen komen, of zoals Oosterwijk
het als muzikant kan zeggen: „Je moet de goede noot spe
len, op het goede moment."
Ingrid Bocxe hoort het met blijdschap aan. „Natuurlijk",
zegt ze, „zullen we deze uitnodiging aannemen, het lijkt
me plezierig onze muziekbibliotheek terug te zien."
Een verzoening hangt dus in de lucht, in overdrachtelijke
zin zwelt de lieflijke vioolmuziek reeds aan. Uit voorraad
leverbaar trouwens, partituur 718, of daaromtrent, ergens
op de middelste plank.
reageren?
spectrum@wegener.nl