3 spectrum 'De arts is niet langer een orakel waar we in blind vertrouwen naar toegaan' Zaterdag 3 juli 2010 1951: Meneer pastoor op huisbezoek. Net als agenten, huisartsen en politici staan ook geestelijken niet meer, zoals vroeger, op een voetstuk. foto GPD/Spaarnestad een verandering. Het speelveld is veran derd,, contacten zijn gelijkwaardiger gewor den. Maar niet overal. De huisartspraktijk in een grote stad is een andere dan op het platteland. In het algemeen geldt dat een arts niet boven de patiënt staat, maar er moet natuurlijk wel sprake zijn van weder zijds respect." De veranderingen van de laatste decennia zijn te groot om er een beschavingsoffen sief tegenover te stellen. Een beroep doen op het in acht nemen van waarden en nor men helpt ook niet, denkt Noordegraaf. „Houd het klein. Spreek elkaar aan op ge drag. Op school, als buren, op straat. Ver der zou het goed zijn als professionals le ren assertiever te zijn. Dat is niet de omge keerde wereld, maar-een gevolg van de nieuwe wereld." Cor de Lange (49), hoofdinspecteur bij de politie in studentenstad Groningen, kan er niet zo veel mee. „Als er vroeger tramme lant was in een kroeg, dan rosten we met vier man desnoods het hele café leeg. Met tertijd is een praatcultuur ontstaan. Wie nu van de politieschool afkomt, kan pra ten als Brugman en probeert problemen steevast dood te praten. Zo veel en vaak, dat zelfs omstanders hardop roepen dat we agressievelingen in de boeien moeten slaan. Die vraag om een hardere aanpak wordt versterkt door politici. Zij zeggen ook dat dienders hun gezag moeten pak ken. Dat gebeurt langzamerhand ook wel wat meer, maar lang niet iedereen pikt dit. Ik heb bijna iedere week ouders over de vloer die klagen dat hun zoon te hard is aangepakt. En als we dan vertellen wat die knul, al dan niet onder invloed van drank of drugs, heeft geflikt, krijgen we te horen 'dat onze zoon zoiets nooit zou doen'. De politie zit op dat vlak in een wankel even wicht." Alexandrien van der Burgt, coach van be roep en oprichter van Stichting Beroeps eer, vindt dat professionals als agenten, on derwijzers, verplegers en ambtenaren te veel worden afgerekend op productieresul taten en te weinig worden erkend in hun vakmanschap. Door de politiek voorge schreven quota voor het schrijven van bon nen voor snelheidsovertredingen zijn daar 'een schrijnend voorbeeld' van. Van der Burgt: „Mensen gaan niet bij de politie om zo veel mogelijk te bekeuren, maar om de veiligheid te verbeteren. In plaats daarvan worden ze opgezadeld met 'vreemde op drachten' en een ongekende bureaucratie, omdat de overheid een enorme drang heeft om verantwoording te eisen. Daar heeft het zelfvertrouwen van professionals onder te lijden en die onzekerheid speelt hen parten in de beroepsuitoefening. Wie sterk en authentiek is, straalt dat uit en komt goed over." Maar met geweeklaag richting overheidsin stanties komen verbeteringen niet dichter bij, waarschuwt Van der Burgt. „Je kunt jammeren richting bestuurders en politici, maar kijk wat je er zelf aan kunt doen. En tegen politici zou ik willen zeggen: verhef incidenten niet steeds tot grote ontwikke lingen door er nog meer controle en voor schriften op te zetten. Alleen maar om bij 'het volk' kordaat over te komen. Accep teer dat er fouten worden gemaakt en leg je oor te luisteren bij professionals. Zij heb ben de meeste expertise." Dan de hamvraag: zijn er nog eerzame be roepen in de ogen van het volk? Hoogle raar Mackor denkt diep na. „Van de geeste lijk verzorger bij de krijgsmacht en justitie weet ik dat die zeer wordt gewaardeerd, hoewel het aanzien van religieuze hoog waardigheidsbekleders een tik heeft gehad door seksschandalen met kinderen en fou te uitspraken van pausen en kardinalen." Ambulancebroeder? „Ook een eerzaam be roep, zou ik zeggen. Deze professional werkt vaak onder hectische omstandighe den. Mensen eromheen verkeren vaak in volstrekte paniek. En soms zijn er ook nog drank en drugs in het spel. Dan kan een ge spannen situatie gemakkelijk escaleren in dreigementen en lichamelijk geweld." Treinconducteurs, buschauffeurs en tram bestuurders zijn ook vaak de klos. Mackor: „Ik ken de precieze cijfers niet, maar ik weet dat de daders van geweldsdelicten te gen die professionals en overheidsperso neel veelal man, jong en onder invloed zijn. Iedere samenleving heeft haar hooli gans en relschoppers. Maar normale men sen doen zoiets niet." Buschauffeur jan, die liever anoniem blijft, kan daar niets mee: „Hoe het komt, komt het. Ik ging twintig jaar geleden fluitend naar mijn werk. Nu vraag je je 's morgens af wat je later die dag over je heen zult krij gen. Zo veel hooligans en relschoppers lo pen er in Nederland toch niet rond?" reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 95