Niets is vanzelfsprekend D 20 Murakami's iq84 is meesterwerk met drive en samenhang 84 s 2U1U öifö! Bill Bryson stelt vragen bij alles wat hij ziet. En hij geeft er op meesterlijke wijze antwoord op. Een huis vol laat je met andere ogen kijken naar het dagelijks leven. door Thomas Verbogt Toen ik vanochtend de voor deur opende, zag ik dat er op straat- Als ik nu stop met deze me dedeling heb ik nog nauwelijks iets gezegd, maar als ik over deze woorden nadenk, is het toch heel veel. Om te beginnen zijn het woorden die door een grote groep mensen te begrijpen zijn. Dat is niet niks. Voorts heb ik het over vanochtend. Dat wijst erop dat ik de dag indeel in min of meer be grensde eenheden. Dan is er de voordeur. In mijn huis is die van hout, er zit een raampje in en een slot. Er is een klink, er zijn schar nieren. Naast de voordeur is een bel bevestigd. Mijn huis staat in een stad. Het had ook in een dorp kunnen zijn of diep in de natuur. Mijn huis lijkt op andere huizen. Wanneer was er voor het eerst een huis? Wanneer stonden er zo veel huizen bij elkaar dat we over een gemeenschap konden spre ken? Waarom was dat? Daarvoor loste de mens huisvesting op een andere manier op. Hoe dan? Goed, ik zag dus dat er op straat iets aan de hand was. Een me vrouw stond tegen het portier van een auto te schoppen. Hierover lijkt me veel te vertellen, maar ik beperk me nu tot de straat. Straten horen bij een stad of een dorp. Die waren er ook heel lang niet, maar ooit was er iemand die iets wilde doen aan de wegen die we bewandelen. Was ook makkelijker voor de voertuigen. Ah, voertui gen! Ik heb een aangename auto voor de deur staan. Die heb ik nog niet zo lang, want ik haalde pas laat een rijbewijs. (Wat voor be wijs? Rijbewijs! Wie bedacht dat?) Als ik vanuit Amsterdam naar de kust rijd, vraag ik me dikwijls af hoe ik dat twee eeuwen geleden gedaan zou hebben en alleen al door me dit af te vragen, voel ik enige tevredenheid gloeien en dat lijkt me goed. Ja, het is goed niet al les vanzelfsprekend te vinden wat ons leven comfortabel, overzichte lijk en hanteerbaar maakt. Daar door ga je aandachtiger met je le ven om, waardoor het ook zinvol ler kan worden, om dat grote woord maar eens te gebruiken. Ik las Een huis vol, het nieuwe, ge lukkig dikke boek van Bill Bryson. De ondertitel luidt: Een kleine ge schiedenis van het dagelijks leven. Van het werk van Bill Bryson houd ik zeer. Hij is een Amerikaan die in Engeland woont. Over zijn geboorteland en zijn huidige vader land schreef hij hilarische boeken waarvan verwondering de motor is. Bryson is gefascineerd door de wereld van het detail en die fasci natie deelt hij uitermate aansteke lijk. Van Bryson leer je beter kij ken. Een hoogtepunt in zijn oeuvre is Een kleine geschiedenis van bijna al-- les, een titel die ongeveer precies weergeeft waar het boek over han delt. Veel vragen die we ons dage lijks stellen (of zouden moeten stellen) beginnen met: 'hoe zit het toch met?' Achter de antwoorden op die vragen ging Bryson aan. Zijn nieuwe boek Een huis vol past in Een kleine geschiedenis van bijna alles. Bill Bryson woont in een voormali ge pastorie in Norfolk. Aan de hand van een rondleiding door dit huis vertelt hij hoe ons dagelijks le ven werd tot wat het is geworden. Een meesterlijk uitgangspunt dat een opwindend boek heeft veroor zaakt. Dat laatste komt ook door het enthousiasme van Bryson, door hoe hij duizenden feiten en feitjes serveert, door hoe hij die een nieuw leven geeft. Of het nu gaat over een brood, dat buitenge woon complexe product, of de slaapkamer, de verhalen over het ontstaan ervan maken het dage lijks leven van nu voller en dieper en verbazingwekkender. In onze levens was er eerst alleen nog maar het dagelijks leven, de vroege kindertijd waarin we nau welijks nadachten over het leven buiten het dagelijks leven om en over het dagelijks leven zelf ook niet, want alles was wat het was. En om je heen werd er goed voor gezorgd dat het allemaal ook zo bleef, want je moest in overzichte lijke omstandigheden van baby naar peuter kunnen groeien en daarna verder. Wanneer wilde ik voor het eerst meer van het dage lijks leven weten? Ik geloof dat dit was toen ik mijn moeder een lamp zag vervangen. Er was er een kapot gegaan, waar licht had moe ten zijn, was geen licht. Uit een geel doosje pakte ze een nieuwe lamp en draaide die in het ding waarin een lamp gedraaid moet worden. Er was weer licht. Ik wil de haar hierover iets vragen, maar kon die vraag niet formuleren. En ergens was er het besef dat ik deze gang van zaken die klein en groot tegelijkertijd was, voor mij ooit de normaalste zaak van de wereld zou zijn. Ook ik zou weten wat ik aan het doen was als ik met zo'n lamp in de weer ging. Misschien begreep ik ook wel waarom een lamp er zo uitzag als die eruitzag, want de vorm ervan vond ik vreemd en aantrekkelijk. Het was allemaal iets voor later. Dat woord begon ik steeds vaker te horen: la ter. Het kwam vooral voor in het zinnetje 'Dat vertel ik je later wel'. Toen het eenmaal later was, had ik mijn handen zo vol aan dat later dat ik vergat me bezig te houden met alles wat ik me voorgenomen had met betrekking tot de dagelijk se dingen en verschijnselen. Ik ben Bill Bryson bijzonder dank baar. Ik begin met veel opnieuw. Bill Bryson - Een huis vol. Verta ling Inge Kok en Peter Diderich. Atlas, 24,90 euro. door Theo Hakkert Haruki Murakami - 1q84. Vertaling Jacques Westerhoven. Atlas, 49,90 euro (set van twee gebon den delen). e kolossale mythe rond Haruki Murakami (61) wordt slechts overtroffen door zijn oplagecijfers. Van de eerste twee de len van zijn romantrilogie iq84 wer den vorig jaar in Japan binnen een maand meer dan een miljoen exem plaren verkocht. Inmiddels staat de teller ver boven de twee miljoen. De Nederlandse vertaling van de eer ste twee delen is de eerste Europese. Hulde voor vertaler Jacques Wester hoven en wat een voorrecht dit meesterwerk nu al in volle glorie te kunnen lezen. Want een meester werk is het. Hier komen de lijnen van Murakami's schrijverschap in grootse stijl samen. Van al zijn werk is iq84 het boek met de grootste drive en samenhang. Het verhaal speelt in 1984 en kent twee centrale figuren aan wie om en om hoofdstukken worden gewijd: de vrouw Aomame en de man Tengo, beiden 30 jaar oud. AI vrij snel is dui delijk dat ze elkaar ergens van ken nen, maar het duurt 271 pagina's voordat onthuld wordt waarvan. Vanaf de eerste pagina beitelt Mura kami het heldere beeld van het ver haal op het netvlies van de lezer. Die lezer zit meteen rechtop. Elk achte loos detail kan van levensbelang zijn, en is dat uiteindelijk ook. Aomame zit in een taxi. Ze herkent de muziek op de radio, een stuk van Jana<;ek. In een taxi? Of hoort zij het in haar hoofd? De toon van argwaan is gezet. Aomame heeft haast, maar de file is onverbiddelijk. De taxi chauffeur vertelt haar dat ze gebruik kan maken van een trap die omlaag leidt naar een station. Zo is ze op tijd voor haar afspraak. Blijkt dat Aoma me een kille huurmoordenaar is. Met een zeer dunne naald prikt ze een man in de nek, tot in de kleine hersenen. Dood in één tel, zonder sporen na te laten. Tengo is wiskundeleraar en schrijver, maar hij heeft nog niets gepubli ceerd. Hij krijgt van een schimmige relatie bij een literair tijdschrift het voorstel een manuscript van een 17-jarige schrijfster te bewerken over een meisje dat in een commune leeft. Door de schuld van dat meisje sterft een geit. Haar straf is dat ze bij het kadaver wordt opgesloten, 's Nachts komen 'little people' uit de dode geit gekropen. Tussen de louter fascinerende perso nages valt Aomame extra op, omdat ze ontegenzeggelijk iets heeft van Lis- beth Salander uit Stieg Larsson's Mil lennium-trilogie. Dat op pagina 346 de zin 'Mannen die vrouwen haten' te lezen valt, is vast en zeker toeval. Maar wat is toeval bij Haruki Mura kami? Alles hangt met alles samen. Bovenstaande samenvatting zal wel licht wenkbrauwen doen fronsen. 'Little people' die 's nachts uit een dode geit klauteren? Dat doet een wel zeer stevig beroep op het op schorten van je ongeloof Zeker in een roman die voor Murakami's doen dicht bij de grond blijft. 'Little people' moet worden gelezen als Murakami's tegenhanger van Big Brother uit George Orwell's 1984. Ze zijn net zo alwetend en sturend op de achtergrond aanwezig, al weet Ao mame hun invloed te weerstaan. Of en hoe zij hiervoor een prijs moet be talen, moet blijken uit deel 3. 'Stilleven en straat', houtsnede (1937) van M. C. Escher. foto GPD/Cordon-Art HARUKIMURAKAMI wfi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 20