io aftocht frankrijk Voetbal, een sport voor immi 1 Als Oranje verliest, blijven we trots Met de staart tussen de benen druipen Les Bleus af. President Sarkozy roept boegbeeld Thierry Henry op het matje. Toch laat voetbal veel Fransen koud - het is 'slechts' een immigrantensport. donderdag 24 juni 2010 door Cees van Zweden ilustratie Ronald Visser Iedereen heeft ze wel eens gezien: beelden van de Tour de France. Ze hebben iets weg van reclame voor Frankrijk. Fraaie bergweg- getjes, hallucinerende ste den, schilderachtige dorpjes. Zoals een columnist ooit observeerde: „Jammer dat er steeds wielrenners door het beeld rijden." Maar wielrenners horen bij het Franse straatbeeld. Zodra de sneeuw is gesmolten en de bomen zich beginnen aan te kleden, ver schijnen ze op straat: de manne tjes in hun strakke broekjes en trui tjes, altoos gebogen over het stuur. Welke toerist in Frankrijk heeft wel eens kinderen op straat zien voetballen? In Italië, ja. In Turkije, zeker. In Kroatische steden schilde ren kinderen doelen op middel eeuwse muren of gebruiken eeu wenoude beelden als doelpaal. Voetbal staat ook niet op het Fran se lesrooster, althans niet op de kleuter- en lagere school. Sterker, dat rooster is zo ingericht dat voet ballen na school onmogelijk is. Kleuters bijvoorbeeld gaan tot vijf uur naar school; er staan bedden voor het geval ze in slaap vallen. De Parijse club PSG had ooit een Braziliaanse aanvaller, Rai Souza Vieira de Oliveira, die zei: „Het on derwijssysteem in Frankrijk is ver werpelijk. In Brazilië heb je school van zeven tot half een. De hele middag kun je voetballen. In Frankrijk worden kinderen overla den. Ze zitten de hele dag in de klas en moeten daarna huiswerk doen. Wanneer kun je dan spe len?" Parijs is illustratief De stad heeft alleen PSG; één falend team. Londen, even groot, heeft tenmin ste vijf topclubs: Chelsea, Totten- ham Hotspur, Arsenal, Fulham en West Ham United. De smadelijke afgang van Les Bleus in Zuid-Afrika heeft het land dan ook nauwelijks getraumatiseerd - Frankrijk heeft niets met voetbal. Het heeft geen songs, geen muziek instrumenten. Wie deze week door de Var reed, een Zuid-Frans departement, zou niet kunnen we ten dat er een WK gaande was. Slechts op één camping waren er vlaggetjes. Maar die camping was Domaine de la Noguière, gerund door en voor Nederlanders. De vlaggetjes waren oranje. Frankrijk heeft maar één lied, dat alleen wordt aangeheven nadat het eerste doelpunt is gescoord: Welke toerist in Frankrijk heeft wel eens kinderen op straat zien voetballen 'En één, en twee, en drie nul'. De krant Libération paste de tekst de ze week aan: 'En één, en twee, en 23 nullen'. Een nul voor elk van de 23 spelers. De kritiek in de media was zo hef tig, dat president Sarkozy zich ge noopt voelde de onverkwikkelijke houding van het team als 'onaan vaardbaar' te bestempelen. Giste ren riep hij enkele ministers bij el kaar om het echec in Zuid-Afrika te bespreken en vandaag heeft hij een onderhoud met international Thierry Henry. Minister van Sport Roselyne Bachelot plaatste de voet balbond eerder al onder supervi sie. En een leidende econoom zei te vrezen voor het imago van het land buiten de grenzen. Maar de politici kwamen pas op de buis na dat de 23 voetballende miljonairs afgelopen zondag in staking waren gegaan - een andere activiteit waar de Fransen sterk in zijn. Slechts één partij voert al sinds het WK van 1998 campagne tegen Les Bleus: het ultrarechtse Natio naal Front. Voor partijleider Jean-Marie Le Pen zitten er al sinds dat WK niet meer genoeg blanken in het team. Voor 'Zuid-Afrika' zei hij: „Met slechts twee blanken in het team krijg je de indruk dat de autoriteiten een bepaald beeld van Frankrijk (dat van multiculturele samenleving, red.) willen uitdragen. Dat beeld is onjuist." Zijn dochter Marine, die volgend jaar de voorzittershamer wil overnemen, publiceerde vorig jaar een foto van aanvaller Ribéry, gedrapeerd in een Algerijnse vlag. Ze sprak: „De meeste spelers heb ben in hun hart een andere natio naliteit." Maar zien de Le Pennetjes een im migrant achter elke boom, de etni sche achtergrond van de spelers is uiteraard geen onderdeel van een sinister politiek complot om Frank rijk te presenteren als een model- land, waar iedereen de top kan be reiken. Het grote aantal immigran tenzonen reflecteert een andere werkelijkheid: voetbal is vooral po pulair in immigrantenwij ken. Toeristen rijden meestal met een grote boog om Marseille heen. Maar als zij naar de wijk zouden gaan waar Zinedine Zidane op groeide, een van Frankrijks groot ste voetballers ooit, dan zouden ze getuige zijn van twee sporten die hier hand in hand gaan: voetbal len en spijbelen! Een goed draaiend Oranje is belangrijk voor onze pa triottische gevoelens. Maar ook bij verlies blij ven we trots. door Niek Opten Terwijl de Fransen al weer naar huis zijn, is de oran- jekoorts in ons nuchtere landje flink gestegen. Ook al is het getoonde spel na bijna twee weken WK-voetbal nog niet groots en moet de knock-out- fase nog beginnen. Driekwart van de bevolking noemt aansprekende internationale topsportprestaties, zoals op het WK, belangrijk om trots te zijn op Nederland. Gek ge noeg laat dat gevoel zich niet of nauwelijks beïnvloeden door de prestaties, zo blijkt uit onderzoek van het WJH Muiier Instituut, cen trum voor sociaal-wetenschappe lijk sportonderzoek. Metingen over de afgelopen tweeënhalf jaar laten zien dat ge voelens van nationale trots en na tionale verbondenheid redelijk sta biel zijn. „De oranjekoorts is een uiting van gevoelens die er al zijn", verklaart sportfilosoof en on derzoeker Ivo van Hilvoorde de re sultaten. „Slechts een heel kleine groep laat zich echt meeslepen." Dat wordt bevestigd door de men sen die hun huis versieren tijdens belangrijke voetbaltoernooien. Bijna 65 procent doet dat omdat hij of zij een EK of WK als een feest ziet en om het eigen enthou siasme tot uitdrukking te brengen (59 procent). „Dit onderzoek relati veert het idee dat je met sport de nationale trots enorm kunt vergro ten. Organiserende landen van gro te toernooien gebruiken vaak ten onrechte dat argument." Als Nederland wereldkampioen wordt, dan zal het gevoel van trots ongetwijfeld wat stijgen, meent Van Hilvoorde. „Net zoals het bij slechte prestaties iets zal dalen. Maar beiden zijn tijdelijk." Dat vooral bij voetbal alles in Ne derland oranje kleurt, ligt aan de aantrekkelijkheid van het spel en de opzet van de toernooien. „Je kunt teams volgen tot het eind. De Olympische Spelen zijn te frag mentarisch en schaatsen heeft minder prestige omdat er maar een paar landen aan meedoen." De voetbaltoernooien zijn een van de laatste podia waar naties zich nog van elkaar kunnen onderschei den. „Daar kun je als klein land nog groot zijn. Door de globalise ring lijken landen steeds meer op elkaar. Het is fijn om een keer de beste te zijn, zeker als klein land." Nederlanders vinden topsportpres taties overigens niet het enige om trots op te zijn. Wetenschappelijke en technologische prestaties sco ren bijna net zo hoog.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 10