Passie voor voetbal beloond met het WK IO Sterk staaltje woensdag 9 juni 2010 In 1998 moet Burkina Faso te gen Egypte en heeft als ge heim wapen een varken, dat moet worden losgelaten in het ho tel van de Egyptische ploeg. Sup porters van dat land weten dat echter te voorkomen. Ook een tweede truc, waarbij iets moet worden gedaan met een varkens staart, mislukt. Burkina Faso ver liest met 0-2. De oorzaak: de ri tuelen zijn niet goed uitgevoerd. Later moet het land tegen Mo zambique. Een medicijnman zegt dat het team een maand voor de wedstrijd een zwarte stier moet kopen en die drie dagen voor de wedstrijd moet slachten. Het bete kent wel dat de stier een maand lang te eten moet krijgen. Dat vindt de minister van sport te duur. Hij verordonneert dat de stier direct moet worden ge slacht. Burkina Faso verliest van Mozambique. De commissie van Wak (zo heet tovenarij in Burkina Faso) passeert sindsdien de sport- autoriteiten van het land. reageren? wk2010@wegener.nl Het WK voetbal doet dit jaar eindelijk Afrika aan. Het conti nent heeft er lang op moeten wachten, terwijl de sport er al honderd jaar met grenzeloze liefde wordt beleden. door Theo Brinkman """f" oetbal? De emir, er gens in Nigeria, vindt het maar een absurd spel: 22 mannen die achter één bal aan rennen. „Belachelijk. Geef die an dere 21 mannen ook een bal. En laat mij hier niet meer naar kij ken", zegt hij. Het is eind negentiende, begin twintigste eeuw en de emir van Gwando is uitgenodigd door de Engelse overheersers om een voet balwedstrijd te bekijken. Dat doet hij, maar veel plezier beleeft hij er niet aan. In weerwil van de emir wordt voetbal echter wél degelijk razend populair in Afrika. Wie te genwoordig in Afrika komt, hoeft weinig moeite te doen ergens op straat een potje te beginnen. Een bal meenemen, is genoeg. Me despelers en tegenstanders ko men vanzelf De passie voor het spel is groot. Het spelletje met de bal is door de Europese kolonisten naar Afrika gebracht. In 1885 hebben Europe se landen Afrika in stukken ver deeld, ieder krijgt zijn deel en gaat er aan de slag. Regeringsfunc tionarissen, soldaten, handelaren en zendelingen komen naar de ko lonies. Op sportief en cultureel ge bied zijn er uiteraard ook invloe den, dus wordt er ook gevoetbald. Volgens sommige bronnen zou er al in 1862 een wedstrijd gespeeld zijn in Port Elizabeth (Zuid-Afri- ka), maar zo aan het eind van de negentiende eeuw wordt er echt regelmatig een potje gevoetbald. Vaak in de havensteden, waar teams worden gevormd door sol daten, zeelui en kolonisten. Gescheiden, dat wel. Blank bij blank, zwart bij zwart. In die pe riode worden ook de eerste clubs opgericht. Zo ziet Al Ahly (Egyp te), de succesvolste Afrikaanse club, in 1907 het levenslicht. Wat later, tussen 1920 en 1940 worden competities opgezet. Heel af en toe zien ze in Europa een voetballer uit Afrika verschij nen. Maar dat is dan meestal een speler die connecties heeft of die om persoonlijke redenen naar Eu ropa is gekomen. Er is een Gha- nees bij Sheffield United, er zijn Egyptenaren bij andere Engelse clubs. Misschien wel de bekendste Afri kaan uit die tijd is de Senegalees Raoul Diagne, die in de jaren der tig in Frankrijk is beland omdat zijn vader er diplomaat is. Diagne haalt zelfs het Franse nationale elf tal, als eerste zwarte speler draagt hij het shirt van Les Bleus. Dertig jaar later speelt Diagne een op merkelijke rol. Senegal is dan in middels onafhankelijk en Diagne •is er bondscoach geworden. On der zijn leiding boekt Senegal in 1963 de eerste overwinning op de voormalige kolonisator Frankrijk, veertig jaar voordat het land die stunt herhaalt op het WK 2002. Frankrijk is het eerste Europese land dat in de jaren dertig enigs zins serieus gaat scouten in Afri ka. Het land hoopt te profiteren van de talenten in de kolonies. Het speurwerk levert diverse spe lers op. Voornamelijk uit de Noord-Afrikaanse kolonies, maar ook enkele Senegalezen, Ivoria- nen en Kameroeners. Andere Eu ropese landen volgen later het voorbeeld van Frankrijk. Portugal profiteert het meest en' heeft in Angola, Mozambique en de Kaapverdische Eilanden vrucht bare voetbalgrond. De grootste speler van allemaal is Eusebio, maar hij is niet alleen. Kijk naar Benfica, dat in 1962 de Europacup finale met 5-3 wint van Real Ma drid: vier van de vijf goals worden gemaakt door twee Mozambika- nen (Eusebio en Mario Coluna) en een Angolees (José Aguas). En zie het Portugese elftal op het WK 1966: vaak bestaat het voor de helft uit Afrikaanse spelers. In de jaren zestig en zeventig, als de meeste kolonies onafhankelijk worden, slinkt de toevoer naar de Europese landen. Althans, voor wat betreft de nationale elftallen. In het clubvoetbal is het aantal Afrikanen in Europa de laatste twee decennia juist enorm toege nomen. Het maakt bij de Afrikanen de passie voor de sport, die de emir in Nigeria ruim honderd jaar gele den niet kon bevatten, alleen nog maar groter. Deze zomer worden ze beloond voor die liefde voor het voetbal, met het eerste WK op Afrikaanse bodem. Ze hebben er lang op moeten wachten. just Fontaine maakte de meeste doelpunten tijdens een wereldkampioen schap. De speler van Frankrijk scoorde in 1958 dertien keer. Tegenwoordig op iedere straathoek in Afrika te zien: een partijtje voetbal. foto George Osodi/AP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 54