spectrum 4 De Slikken van de Heen blijven hoe dan ook een topbelevenis m Als de steen wordt schoongemaakt zie je de letters Zaterdag 5 juni 2010 Heen of zeebies groeiend in een voormalige getijdenkreek. Op de Slikken van de Heen broeden erg veel boompiepers. De tengere grasjuffer. foto's Chiel Jacobusse Afgelopen dinsdag stond een planteninventarisa- tie op de Slikken van de Heen op het program ma. We doen dat één keer per zes jaar. Dan wordt er een lijst opgemaakt van alle in het ter rein voorkomende planten met een code voor de mate waarin ze worden aangetroffen. In een gebied als de Slik ken van de Heen is dat bepaald geen overbodige luxe. Na dat dit voormalige schorgebied in 1986 door de aanleg van de Philipsdam werd onttrokken aan de invloed van het ge tij, zette zich een verandering in die nog steeds verder doorwerkt Het eerste wat opvalt als je in het terrein komt is niet de plantengroei, maar de grote rijkdom aan zangvogels. We horen de hele dag door twee of drie koekoeken. Natuur lijk is dat omdat er een overvloed aan geschikte waardvo- gels zit. Heel veel boompiepers, roodborsttapuiten, fitis- sen, zwartkopjes, tuinfluiters en af en toe een sprinkhaan- zanger en zelfs een enkele nachtegaal. Maar we komen voor de planten. De Heen of zeebies, waaraan het gebied en het naburige dorpje hun naam te danken hebben, groeit er nog steeds, als een herinnering aan het brakke verleden. Ook melkkruid, schorrenzout- gras en zilte rus zijn planten die nog resteren van het vroe gere schor, maar het zijn de laatste plekjes. Het gebied raakt steeds meer begroeid met bomen en struiken/hoewel grazende Hooglanders er voor zorgen dat het geen aaneengesloten bos wordt. De lijst van bomen en struiken wordt steeds langer. Dit keer vinden we maar liefst 22 soorten: boswilg, grauwe wilg, schietwilg, geoorde wilg, katwilg, kruipwilg, sleedoorn, meidoorn, wegedoorn, duindoorn, rode kor noelje, vlier, zachte berk, dauwbraam, koebraam, slipbladi- ge braam, hondsroos, grauwe abeel, lijsterbes, iep, zome- reik, es. Allemaal bomen en struiken die zich spontaan gevestigd hebben. Dat is begonnen met wilgen en vlieren, maar de variatie neemt ieder jaar verder toe. De vroegere kreekoevers hebben vaak steile randen. Daar vinden we bloemrijke vegetaties, met onder meer drie soorten vergeet-mij-nietjes, veel biggenkruid, en zelfs hier en daar de agrimonie. Dat laatste is een plant die vanouds op de Zeeuwse bloemdijken groeit, maar de agrimonie wordt daar steeds schaarser. Des te blijer zijn we met deze nieuwe groeiplaatsen. Struinend door het gebied valt ook de rijkdom aan insec ten ons sterk op. Heel veel dagvlinders, zoals het icarus- blauwtje en het hooibeestje, maar ook veel bijtjes, kevers en libellen. Geregeld zien we mooi oranje exemplaren van de tengere grasjuffer, een soort die typerend is voor dit gebied. Af en toe lopen we door bijna manshoge be groeiing, hoewel we dat zoveel mogelijk proberen te ver mijden. Want helemaal onbezorgd rondstruinen is er ook in dit gebied niet langer bij. Als we goed om eens heen kij ken ontdekken we voortdurend teken. Na het passeren van een dichtbegroeid bosje haal ik meer dan 25 exempla ren van mijn broekspijpen. Toch wel eng, want als je maar één van die minuscule exemplaren mist loop je een serieus risico op de ziekte van Lyme. Goed blijven opletten dus, ook al wordt je voortdurend verrast door nu eens een wegspringende reegeit, dan weer een struinende vos of een koor van kwakende groe ne kikkers. Een tocht op de Slikken van de Heen blijft hoe dan ook voor een natuurliefhebber een topbelevenis. A dri van Alten en Maurice Kindt prikken steeds in de grond, helaas tot nu toe zonder resultaat. „Toch moet het hier ongeveer zijn", zegt Adri ter- r-^j -A A. wijl hij zich over een oude kaart buigt. Bingo, plotseling voelen ze iets hards in de bodem. Opgewonden maar uiterst voorzichtig beginnen Maurice en Adri te graven. Als ik in het gat kijk zie ik eerst nog maar een glimp van wat later een steen van wel tweehonderd kilo blijkt te zijn. Met een tractor van de eigenaar wordt de steen naar de plaats van bestemming getransporteerd. Als het element voorzich- C tig wordt schoongemaakt komen er letters tevoorschijn. "23 Het blijkt een grenspaal van de Godshuizen Gent te zijn. Op deze manier mar- 13CO keerden zij vroeger hun bezittingen. Dan wordt de grenspaal op de definitieve plaats gezet. Maurice noteert daarbij de exacte coördinaten met behulp van gps-apparatuur. Met deze gegevens zijn de oude grenspalen veel beter te beschermen. „We hebben een groepje vrijwilligers in Zeeland en ieder heeft daarbij zijn eigen regio. We controleren elke zomer alle grenspalen en als er iets aan de hand is melden we dat bij Landschapsbeheer", vertelt Maurice. Dat beschermen blijkt hard nodig. Bij allerlei werkzaamheden werden de oude stenen in het verleden immers vaak zwaar beschadigd. Bijvoorbeeld bij het op schonen van sloten. Door de inzet van vrijwilligers zullen de oude grenspalen in het landschap beter zichtbaar blijven. De grenspaal van tweehonderd kilo wordt uit het gat gehesen. foto Maurice Kindt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 52