wonen; Gevaar in de tuin hebben?! Bamboekast Meiden van nu kunnen zich er amper iets bij voorstellen: het sparen voor een uitzet met stapels doeken en lakens. Toch kent ons land een rijke, honderd jaar lange historie op het gebied van huishoudtextiel. Het Audax Textielmuseum Tilburg wijdt er een tentoonstelling aan, genaamd Kraakhelder, door Suzanne Dijkstra Zaterdag 22 mei 2010 wonen@wegener.nl 024-3650509 ..Ringslang in potgrond. foto Romke van de Kaa 7^ Veel ongelukken ge beuren in de tuin: mensen snoeien een vingerkootje af in- plaats van een tak. Of ze vallen met trap en al om tijdens het knippen van de heg. Berucht zijn de on gelukken met het simpele bamboestokje waaraan je de riddersporen opbindt: je bukt om een onkruidje uit te trekken en het stok je prikt precies in je oog. Sommigen hebben daar iets op ge vonden: ze prikken een tennisbal op ieder stokje. Ook zonder bamboestokjes kan oogletsel ontstaan. Zo kun je aan siergrassen niet alleen je vingers snijden, ook je ogen. Ik ben brildragend sinds mijn jeugd. Vroeger werd ik op het schoolplein voor brillenjood of vieroog uitgescholden, maar die tijd is voorbij. Trauma's heb ik er niet aan overgehou den. Toch heb ik weieens overwogen mijn ogen te laten las- eren. Omdat iedereen het doet. Maar ik hoef maar een paar uur in de tuin te werken en ik kom tot de conclusie dat het dragen van een bril grote voordelen heeft. Planten zijn in de tuin gevaarlijker dan dieren. Vroeger had ik een kwekerij. Maar naarmate ik meer ging schrijven, had ik minder tijd om te kweken. Een jaar of tien geleden heb ik daarom die kwekerij in een vennootschap onderge bracht. Nu ben ik stille vennoot, een comfortabele positie waarin je achterover kunt leunea terwijl de werken de vennoot al het werk doet. Toch mis ik die kwekerij. Niet zozeer het werk, want tuinieren doe ik nog genoeg, maar wél de klanten met wie het vaak leuk praten was. Nu zit ik warm en droog achter mijn tekstverwerker, maar het computerscherm zegt weinig terug. Ik woon nog steeds bij het bedrijf en in tijden van gevaar word ik door mijn vennoot te hulp geroe pen. Zoals gisteren, toen bij het opensnijden van een zak potgrond een ongevaarlijke ringslang te voorschijn was gekomen. Zij weet - want het is een zij - dat ik gek ben op ringslangen, terwijl zij er zelf huiverig voor is. Zij vindt ze mooi, maar van af stand. Ringslangen zijn gek op potgrond. Toen ik zelf nog kweekte, liet ik een vrachtwagenlading potgrond los storten en dekte de hoop dan af met zwart plas tic. Onder dat plastic werd het lekker warm en ringslangen zetten er hun eieren af Erg leuk, maar weinig praktisch, want die potgrond was nodig om potjes te vullen. Nu komt die potgrond in zakken. Soms zijn die beschadigd en een slang heeft maar een klein gaatje nodig om een war me en droge schuilplaats te vinden. Ik heb een foto van de slang gemaakt en het beest in een emmer gedaan om hem in mijn eigen tuin vrij tè laten. Zoiets maakt mijn dag goed. Ik ben dol op planten, maar die staan toch steeds op dezelf de plaats. De fauna is minder berekenbaar. En daardoor boeiender. Als ik een zeldzame vogel, een vlinder of een ringslang in de tuin zie, kan mijn dag niet meer stuk. Bamboe is hét materiaal van 20io. Deze grassoort is het snelst groeiende materiaal op aarde en de kap ervan vormt geen bedrei ging voor het milieu. Gecombi neerd met zijn duurzame eigen schappen wordt bamboe dan ook veelvuldig gebruikt in de we reld van design. Bamboevloeren kenden we bijvoorbeeld al. Ont werper en interieurarchitect Eve lien Koekkoek heeft zich nu ge waagd aan een bamboekast. Ze gebruikt hele bamboepalen voor haar meubel. Het ontwerp op de foto is maatwerk voor een steiger bouwbedrijf en geïnspireerd op Aziatische steigers. Koekkoek heeft de bamboekast samen met Sjoerd de Kleine van Noestwerk op locatie opgebouwd. Wie ook zo'n kast wil, moet rekening hou den met een vanafprijs van zo'n 2.250 euro. www.evelienkoekkoek.nl mm. Designtheedoek van Leendert Masselink voor het Audax Textielmuseum. Een goede huisvrouw had het vroe ger maar druk met het onderhou den van de uitzet. Haar linnen kast lag vol glazendoeken, mes- sendoeken, bedlinnen, tafella kens, handdoeken, servetten, slopen en droogdoeken. Vaak honderden stuks, keu rig netjes gestreken. De uitzet was honderd jaar geleden een kostbaar bezit, zelfs een voorwaarde om te mogen trouwen. De uitzet stond symbool voor kennis, toewijding en netheid van het meisje. Maar de afgelopen eeuw is er veel veranderd, vooral door de industriali sering. We hebben nu allemaal een wasma chine, waardoor het bezit van honderden handdoeken niet meer nodig is. Dekbed den hebben de lakens en dekens verdron gen en placemats hebben de 20 tafellakens en 66 servetten uit de uitzet vervangen. Ook is de industrie steeds meer huishoud- goed gaan produceren. Tegenwoordig voor namelijk in lagelonenlanden. Dat was rond 1900 wel anders. Het linnengoed werd decennialang gekocht bij een linnen fabrikant. Agentessen, vrouwen uit gegoe de kringen met grote koffers vol monsters van linnengoed, kwamen bij meisjes en vrouwen aan huis om advies te geven en te verkopen. De uitzet voor de aanstaande bruid bestond uit drie onderdelen: tafel goed, beddengoed en huishoudgoed, waar onder badkamer- en keukentextiel. Eerder hoorde hier ook het lijfgoed bij, zoals on derjurken, babygoed en nachthemden. De uitzet werd voor het leven gekocht en was van zeer goede kwaliteit. Brabant en Twente waren belangrijke productiecentra van kant-en-klaar huishoudtextiel. Hier waren van oudsher linnenweverijen geves tigd. Bijvoorbeeld Stoomlinnenfabriek J. Elias in Strijp bij Eindhoven en E.J.F. van Dissel Zonen ofVan Dijk, Manders Co uit Waalre (bekend van Walra, de le venslange linnenuitzet). Ook naaiden vrou wen hun huishouddoeken en beddengoed zelf. Vaak was het linnengoed voorzien van een monogram en een geborduurd nummer. De dessins van het huishoud textiel waren eenvoudig, vaak effen of rood of blauw met wit geblokt. Sinds 1930 was badstof in opkomst voor badtextiel. Later kwam meer aandacht voor het des sin op het textiel. Vernieuwend was de ontwerpster Kitty van der Mijll Dekker voor Van Dissel. Zij bracht vanaf 1935 verandering in de ont werpen van huishouddoeken, lakens en slopen. Ze gebruikte veel felle kleuren en structuurveranderingen. Langzamerhand veranderden de opvattingen over hoe een ontbijtlaken of droogdoek eruit moesten zien. Toch komen traditionele blokmotie- ven en roodtinten tegenwoordig nog vaak voor op hand- en theedoeken. Tot de jaren zeventig verkochten textielfa brikanten hun waar via agentessen. Daar naast bereikten ze hun klanten via waren huizen als de Bijenkorf en V&D. Ook de Hema ontwikkelde zijn eigen textielcollec-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 144