ii spectrum Slachtoffers en daders Zaterdag 15 mei 2010 door Paul Rosenmöller foto's Geert Poelgeest In juni zijn de ogen van de wereld op Zuid-Afrika en het wereldkampioen schap voetbal ge richt. In de aanloop naar het WK reist oud-politicus en programmamaker Paul Rosenmöller door Afrika voor de lkon-tv-serie Paul Rosenmöller en het Hart van Afrika. Exclusief voor de Wegener Dagbla den schrijft hij een zesdelige serie over de jonge generatie Afrikanen en hun kansen voor de toekomst. Vandaag deel 5: Rwanda. EGYPTE SUDAN KAMEROEN UGANDA RWANDA Charles Mugabe staat in de scha duw te wachten. Onder de luifel van de kerk die zijn leven heeft getekend, is het nog enigszins uit te houden. Kort daarop volgt in de brandende zon een hartelijke begroeting. Charles is 25, heeft een stevig postuur, een zachte stem en doffe ogen. In en rondom de kerk in het Rwandese Nyamata is het zestien jaar geleden allemaal gebeurd. Charles was 9. In een paar dagen tijd werden op deze plek tussen de 10.000 en 11.000 Tutsi's vermoord door extremistische Hutu-milities. Samen lopen we naar binnen. De aangename temperatuur wordt snel overheerst door de macabe re, sinistere sfeer. Op de banken liggen verscheurde kledingres- ten van de slachtoffers. Er zijn bloedvlekken. Op de grond en op het witte kleed dat het altaar be dekt. Het is duidelijk dat zich hier een on menselijk drama heeft afge speeld. Dan begint Charles te ver tellen. Hoe de Hutu- extre misten, staande op de eerste lijken, aankondigden iedereen te zullen vermoorden. Hoe ba by's-tegen de muur werden doodge slagen. Hij wijst naar de bloedvlek ken op de muur. Het ene gruwelverhaal volgt op het andere, totdat hij aan zijn familiever haal toekomt. Hij loopt naar de plek waar hij zijn moeder, vermoord en onthoofd, aantrof Zijn vader onderging hetzelfde lot. Zijn broer had hem in alle consternatie in een hoekje verstopt. „'Wacht tot ik terugkom', zei hij", KENIA TANZANIA ZUID-AFRIKA vertelt Charles. „Maar hij is nooit teruggeko men." Charles is een van de zestien overlevenden. Hoe is het mogelijk, vraag ik me af, dat je dit keer op keer aan mensen kunt vertellen. „Weet je wie je moeder heeft vermoord?" „Ja, hij woont hier in de gemeenschap, hij heeft strafvermindering gekregen." „Zou je het hem ooit kunnen vergeven?" „Ik denk niet dat ik hem ooit zal kunnen ver geven. Hij is een slecht mens." De familie van Charles behoort tot de 500.000 tot 1 miljoen slachtoffers van de geno cide in Rwanda, die tussen maart en juli 1994 plaatsvond. Twee jaar later, in 1996, was ik voor het eerst in Rwanda, op uitnodiging van het Rode Kruis. In een vluchtelingenkamp ontmoette ik Eric Nsangiranabo. Inmiddels is bekend dat hij in 2001 bij zijn oma onderdak heeft gevonden. Nu, op zoek naar Eric, is iedereen behulp zaam. Zijn foto van veertien jaar geleden en de namen van zijn vader, moeder en oma zijn de schaarse strohalmen. Op de markt en het voetbalveld is er veel overleg, maar de gou den tip ontbreekt vooralsnog. Een zekere Jean Claude steekt zijn vinger op. We zoeken samen een rustige plek aan het meer. Jean Claude praat over een minder be kend onderdeel van dit drama: de moordpar tijen die drie jaar later plaatsvonden. Hij was met zijn ouders gevlucht en inmiddels weer teruggekeerd, toen de milities vanuit het aan grenzende Congo zijn woonplaats Gisenyi binnenvielen. Hij zag hoe zijn ouders en broer werden vermoord. „Als ik denk aan toen mét mijn ouders en aan nu zónder mijn ouders, dan zie ik heel grote verschillen. Soms slaap ik zonder te hebben gegeten. Zal ik nog groeien? Alleen als God helpt." Bij zoveel slachtoffers moeten veel daders ho ren. Opgehitst door een krankzinnig regime en een hysterische radiozender werd er ge moord dat het een lieve lust was. Dat wordt duidelijk in een van de strafkampen. Honder den moordenaars die bekend hebben en be rouw hebben getoond, staan schouder aan schouder de aarde te bewerken. De coördina tor neemt geen blad voor de mond: „De ge vangenen hebben veel mensen gedood. Echt veel mensen." Karangwa, een van hen, probeert het te ver klaren: „Ik heb die persoon vermoord onder druk van de bendes. Ze hebben het mij ver plicht. Ze zeiden: je hebt geen keuze, hoe dan ook moet je die persoon afmaken." Polepole, een andere dader: ,,'s Morgens vroeg kwam een oproep vanaf de berg. Er wa ren mensen door de regering uitgekozen, er waren teamleiders van de bendes. Toen rie pen ze iedereen en zeiden waar de Tutsi's zich hadden verstopt. Die zochten we en als we hen hadden gevonden, werden ze ver moord. Daarna gingen mensen drinken en feestvieren omdat ze mensen hadden ver moord." Zou elke regering in staat zijn onder extreme omstandigheden haar vreedzame burgers mas saal aan het moorden te krijgen? De daders in het kamp zeggen er van te heb ben geleerd. Karangwa, die zijn slachtoffer niet persoonlijk kent: „Als ik zijn vrouw zou tegenkomen, zou ik knielen en haar mijn ex cuses aanbieden." reageren? spectrum@wegener.nl Deel 5 van Paul Rosenmöller en het Hart van Afrika is morgen (zondag) te zien op Nederland 2 om 20.15 uur. www.ikon.nl Stille getuigen van de genocide in het kerkje van Nyamata. Charles Mugabe overleefde de moordpartij in zijn dorp. Een van de daders van de strijd tussen Hutu's en Tutsi's. «m.2 m Een tewerkgestelde dader in het heropvoedingskamp. •Paul Rosenmöller (links) praat met overlevende Jean Claude (rechts). Daders die de moordpartijen in Rwanda hebben bekend, bewerken de aarde in een van de strafkampen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 59