spectrum 6
Eg
0
0
li
m
Uit de wortelkluit van de kastanje kwamen toch nieuwe scheuten
Inundatie van Walcheren bracht ook de damherten vrijheid
Zaterdag 15 mei 2010
0
ca
ra
ra
C
i_
3
O
"cr
cs
ra
Oaslook is een stinsenplant op Ter Hooge.
De kastanje achter het kasteel Ter Hooge bij Middelburg.
foto's Chiel Jacobusse
Kastanjebloesem
Het landgoed Ter Hooge, ten westen van Middel
burg ligt er prachtig bij in de lentezon. Het flui-
tenkruid bloeit uitbundig, hier en daar afgewis
seld met een veldje nóg wittere daslook. In de
bomen klinkt links en rechts het gejubel van de zwartkop
en ergens op de achtergrond het onbeduidende gebabbel
van zijn neefje, de tuinfluiter. Boven de pinksterbloemen
op de achterwei dartelt een oranjetipje. Maar de lente gaat
snel. De kastanje achter het kasteel heeft zijn glorietijd al
weer achter de rug: in snel tempo vallen de bloesems uit
en de boom verliest elke dag iets aan uitbundigheid. Toch
gaat het vandaag om die kastanje.
Ter Hooge was de Tweêde Wereldoorlog niet ongeschon
den doorgekomen. Het kasteel was gevorderd en betrok
ken door de Duitse bezetters. Maar de echte klap kwam in
1944, met de inundatie van Walcheren. Ook het eeuwen
oude landgoed liep onder water. Dat betekende de doods-
klap voor de bijzondere plantengroei. De sleutelbloemen,
aronskelken, gulden boterbloemen en andere bos- en stin-
zenplanten legden massaal het loodje. Ook de bomen en
struiken waren niet bestand tegen de langdurige overstro
ming met zout water. Alle houtgewassen gingen dood. Al
thans... op één na. De oude kastanje achter het kasteel
overleefde de inundatie.
Bovengronds was ook de kastanje dor en dood, maar van
uit de wortelkluit kwamen nieuwe scheuten. Het feit dat
de kastanje vlakbij het kasteel, op het hoogste deel van
het landgoed staat, zal daaraan niet vreemd zijn. De nieu
we opslag vanuit de oude wortels werd door de bewoners
gekoesterd. Zeven takken groeiden vanuit de bodem uit
tot stammen die weldra ineen strengelden tot een onont
warbare kluwen. Niettemin is ook nu nog duidelijk de ze-
venstammige oorsprong van de boom herkenbaar. Toe
val? Misschien, maar het is zeker niet ondenkbaar dat
men opzettelijk die zeven stammen de ruimte liet om uit
te groeien. Zeven is immers het symbolische getal van de
volheid. En er was natuurlijk alle reden om aan de boom
een grote symboolwaarde toe te kennen.
In 1947 werd door de Heidemij een nieuw beplantings
plan opgesteld en Ter Hooge werd aangelegd in de oor
spronkelijke Engelse landschapsstijl. Dat wil zeggen dat
het bos een parkachtig uiterlijk kreeg met veel open ruim
ten in de vorm van vijvers en gazons. Een grillig netwerk
van kronkelige paadjes en kunstmatige verhevenheden in
het terrein jijn eveneens kenmerkend voor de landschaps
stijl.
Wie nu door Ter Hooge wandelt kan zich nauwelijks een
voorstelling maken van de naoorlogse ravage. Het bos is
opnieuw volwassen geworden en de reigerkolonie langs
de vijvers ligt erbij of ze nooit weggeweest is. Het kasteel
is na een onbewoonde fase, opnieuw bewoond en alles
ligt er spie en span bij. Ook de stinsenplanten zijn er weer
in de vroegere aantallen. Heel veel gulden boterbloem,
veel voorjaarshelmbloem, sleutelbloemen, daslook en hek-
senkruid.
Ook wilde bosplanten als nagelkruid, robertskruid en
zelfs boszegge komen in het gebied voor. Soms vind je
nog planten waarvan je denkt dat die er haast nog moe
ten zijn van voor de inundatie. Bijvoorbeeld het doorschij
nend fonteinkruid in de drinkput langs de boerenlaan of
de addertongen bij de grote vijver. Hoe dit zij: Ter Hooge
bloeit als vanouds en zelfs de kastanje met zijn vooroor
logse roots valt niet langer uit de toon.
(53 I
1'
CD
CL
CL
ra
_c
u
1n
~a
c
ta
<D
CD
NI
Herdenken van oorlogshandelingen, de krant staat er bol van. Te
recht, de oorlog heeft veel invloed gehad, ook op het gebied van na
tuur en landschap.
Door de inundatie in het najaar van 1944 en de daarmee gepaard gaande
verzilting verdween op Walcheren een groot deel van het zo karakteristieke
heggenlandschap. Een ander gevolg van de onderwaterzetting is de aanwe
zigheid de nu zo omstreden populatie damherten.
Het damhert komt hier niet van oorsprong voor. De landhuizen in de Man
teling hadden als statussymbool vaak een hertenkamp. Om te voorkomen
dat de dieren zouden verdrinken werden de hekken van de hertenkampen
opengezet, zodat ze in de vrije natuur een veiliger en hoger gelegen gebied
konden opzoeken. De duingebieden, met name de Manteling en Oranje
zon, waren hun redding.
Hun aanpassingsvermogen en hun plotselinge vrijheid hadden een positie
ve invloed op de omvang van de populatie van deze schitterende dieren. Zo
positief dat er nu bijna negatief wordt gedacht over de aanwezigheid van de
herten. Te veel overlast veroorzaken ze, in zowel economische zin als van
uit veiligheidsoverwegingen. Een ontmoeting met een hert in de vrije na
tuur is een indrukwekkende ervaring. Dat er dieren moeten worden afge
schoten stuit velen tegen de borst.
Zowel het menselijk ingrijpen bij de inundatie van Walcheren, als de aan
wezigheid van het damhert door menselijk toedoen, kunnen we positief be
zien. In dit verband is de aanwezigheid, onder controle, van het damhert
een aanwinst voor de hoog gelegen delen van Walcheren.
"TF"