5 spectrum Het enge beest, dat massa heet RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE fietsvakantie Zaterdag 8 mei 2010 Sinds ik op mijn achttiende jaar (1951) in de nachtdienst in het Stads en Acade misch Ziekenhuis in Utrecht voor het eerst Leerschool der Liefde van Gustave Flau bert las, toen nog in de vertaling van CJ. Kelk, was ik als jong mens de calamiteiten van de oor log nog niet vergeten. En de passage waarin Flau bert beschrijft hoe de mening en stemming van een grote menigte op een plein gedurende een bijeenkomst plotseling totaal kan omslaan, is mij altijd bijgebleven. Iedere keer dat ik mij in een massa mensen bevind, of op de televisie kijk of op de radio hoor hoe een grote groep mensen zich ge- of misdraagt, denk ik weer terug aan de beschrijving van Flaubert. En toen ik op 4 mei op de televisie naar de dodenherdenking op de Dam zat te kijken en daar, na het gebrul van een verwarde man die de weldadige twee minuten stilte krijsend doorbrak, de menigte in panische beweging zag komen, drankhekken tegen de grond smijtend, nietsontziend mensen en kinde ren onder de voet lopend, dacht ik weer aan de beschrijving van Flaubert in Leerschool der Liefde. De personages Frédéric en Martinon lopen op' een groot plein, waar zich steeds meer mensen verzamelen. Ik citeer: De menigte drong hen voort en ze waren alle drie-wel gedwongen geweest op het trappetje te gaan staan, dat door een gang heen naar de nieuwe gehoorzaal leidde. Intussen hoorde men achter van het plein stemmen roe pen: „Weg met Guizot! Weg met Pritchard! Weg met de verraders! Weg met Louis-PhilippeEr kwam wat schommeling in de massa en omdat zij tegen de college zaaldeur opdrong, kon de professor geen stap verder. Hij sprak, maar een luid gegons overstemde zijn geluid. Terwijl men hem zoeven nog mocht, haatte men hem thans, omdat hij het Gezag vertegenwoordigde. Telkens wanneer hij probeerde zich verstaanbaar te maken, werd er opnieuw geschreeuwd. Hij maakte een drin gend gebaar om de studenten mee te krijgen. Een alge meen gebrul was het antwoord. Verontwaardigd haalde hij zijn schouders op en ver dween in de gang. De menigte brak nu in gejuich los. De stadspolitie probeerde de menigte te verstrooien. Toen riep er een uit de menigte: „Weg met de doodsla gers!" De kreet werd algemeen overgenomen. Er werd ge jouwd en de agenten werden uitgefloten. Kortom, er ontstaat een geweldige vechtpartij waarbij mensen onder de voet worden gelopen. Maar die ene zin over het gedrag van die menig te is mij mijn hele lange leven bijgebleven: „Ter wijl men hem (de professor) zoéven nog mocht, haatte men hem thans, omdat hij het Gezag ver tegenwoordigde!" Een massa mensen bij elkaar is als een beest, dat ieder ogenblik kan losbarsten. Soms gedraagt het beest zich als een grote saamhorige club. Maar er hoeft maar een pluisje of kreet die saam horigheid te doorbreken of het beest komt los, raakt in paniek, gaat rennen, loopt zonder te kij ken kinderen en mensen onder de voet of keert zich tegen van alles wat zich voordoet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 95